459. Vermeer

De huidige Vermeerhype levert heel wat op. Daaronder: verrassingen.

Daar hoort, voor Amsterdammers, niet bij dat mensen met grote gretigheid dingen doen waarin velen hen zijn voorgegaan. Wij hebben al de Wallen.

Toch blijft het, in het Rijksmuseum, een verbluffend fenomeen: al die opgestoken armen, om plaatjes te maken van dingen waar al ontelbaar veel plaatjes van zijn.

Ook zelf deed ik daar trouwens aan mee. Ik maakte een plaatje van een Vermeer die ik nooit eerder had gezien. Zelfs niet als plaatje. En nu stond ik voor het origineel. Alleen.

Alleen?! Hoe kon dat? Tactiek. Vroeg komen, doorlopen naar het eind, waar nog niemand is, en dan terug. Zo heb je er althans een aantal voor jezelf.

Op die manier kreeg ik de grootste verrassingen aan mijn eind, bij het officiële begin: er zijn Vermeers die ik niet cadeau hoef te hebben. Althans, niet voor bij mezelf aan de muur. Wel, natuurlijk, om ze op Marktplaats te zetten en daarna de rest van mijn leven een eigen tafel bij Toscanini.

Van een Vermeer kan je nooit zeggen dat-ie je gestolen kan worden. Tot op heden is het meest waardevolle gestolen kunstwerk dat nooit werd teruggevonden nog steeds ‘Het Concert’. Ontvreemd in 1990, werd het in 2015 geschat op $250 miljoen. Niet dat alle Vermeers dat zouden opbrengen, maar toch.

Van de grootheid van Vermeer was ik al vroeg doordrongen. Ik zag ‘Het Melkmeisje’ en het was zover. Nooit had ik gedacht dat je op een schilderij melk zou kunnen horen. En al kijkend voelde ik haar jak.

Ik was verkocht. En dan had ik nog niet eens al die stukken gezien die de kijker uitnodigen tot ‘plotpret’. Wat is er gaande? Wat staat er in al die brieven en briefjes, zoals op dat topwerk waarvan ik zelf een plaatje schoot.

Dame en Dienstmeid

Om zich, naast RvR, rotsvast te nestelen aan de top van onze schilderspyramide heeft Vermeer die plotpret helemaal niet nodig, maar het verhoogt de feestvreugde wel aanzienlijk.

Eens even denken, wat is er bij de dame en haar dienster aan de hand? Met de nadruk op hand. Een hand, op die manier, die vingers, zacht rustend tegen haar kin, dat heb ik nog nooit zo bij een oude meester gezien.

Zoals het op mij overkomt suggereert het twee dingen:

1) Een zekere vertrouwelijkheid tussen dame en dienster.

2) De dienster weet iets dat haar werkgeefster nog niet weet.

En wat zegt de dienstmaagd, terwijl ze de dame dat briefje aanreikt? Naar keuze:

– ‘De deurwaarder was weer aan de deur’.

*

– ‘Mijn ontslagbrief, uitbuitster!’

*

– ‘Hij is nu echt aan het rijmelen gegaan, mevrouw:

“Oh, word toch mijn, mijn, mijn!

Zachtgele droom, met hermelijn”‘.

*

Een bezoek aan ‘zijn’ tentoonstelling vraagt ook om een bezoek aan de bioscoop. Daar draait

Dicht bij Vermeer ****

Ook die film komt met een verrassing. Een Duitser met humor, bestaat die? Toch wel, zo blijkt. Het bewijs heet Gregor Weber. Vermeeroloog, onder meer.

Los van Vermeer biedt de film nog het nodige dat aan de geweldige reeks doet denken van Oeke Hoogendijk, over de restauratie van het Rijks. Daaronder de aparte discipline ‘Op museale eieren lopen’. En wie zien we ook weer opduiken? Thomas Kaplan natuurlijk, exponent van de categorie ‘Mensen die fluitend rijk worden’. En blijven fluiten. Moet een aankoop een package deal worden, een Vermeer én een Rembrandt erbij? Prima, pak maar in.

Gevoelig onderwerp par excellence is, zoals zo vaak, de ’toeschrijving’. Is het werk wel écht van de hand van de schilder aan wie het toegeschreven is? Een onderwerp dat niet in het minst door meestervervalser Van Meegeren voor eeuwig ook met Vermeer verbonden blijft.

Curieus genoeg komt een museum dat een bepaalde Vermeer bezit op de proppen met de stelling dat hun eigen schilderij geen echte is. Het Rijks gaat daar tegenin. Oei! Fascinerend is daarbij dat er kampen ontstaan als blokken: ‘Wij vinden’… Net als bij echtparen.

Kortom, schilders, verzamelaars, experts, het zijn allemaal mensen. Hoe je ook retoucheert.

TERZIJDE

– Maar als ze een leek hadden gevraagd of de Emmaüsgangers een echte Vermeer is, dan had die meteen gezegd:

‘Van geen kant!’

– Een vervalsing kan je het niet noemen. Het is een echte Van Meegeren.

De tentoongestelde ‘Vermeers’.

– Eerder op de site over Het ‘nieuwe’ Rijksmuseum.