396. KareL

Wat zijn ze heerlijk, die jaartallen! En dan vooral zo één als die van KareL. Met de L van Large.

Tegenwoordig zijn ze in het onderwijs taboe, geloof ik, maar vroeger hadden we een boekje dat alleen maar gevuld was met getallen ‘vóór en na Chr.’ Plus een ultrakorte uitleg van wat er op dat moment gebeurde wat het weten waard was.

Anno Nu leer je die getallen niet meer uit je hoofd. Je zoekt ze even op, op het internet. Zo gepiept. Waarom zou je daar je hersencellen mee belasten?

Nou, bij wijze van kapstok. Om een structuur te hebben, enig houvast omtrent hoe het verleden in elkaar zat.

Maar al die getallen onthouden valt niet mee.

Daarom was je zo blij met Karel & Co.:

800 n.Chr. – Karel de Grote tot keizer gekroond.

Kon je niet vergeten. Karel, kerel, bedankt!

Het paste in het rijtje met 1600 – Slag bij Nieuwpoort / 1250 – Dood van Frederik II en 0 = Chr.* Alleen nog even weten hoe het ook weer zat met Nieuwpoort en ehh… Fred II? Die Chr., die weten we nog.

Ronde cijfers waren natuurlijk het beste te onthouden, maar 44 lukte ook nog wel. Die van ‘v.Chr.’ Bij die schokkende gebeurtenis was er geen vermoeden dat ze het jaartal met opzet hadden uitgekozen, zodat we het voor altijd zouden onthouden. Karel verdenk ik daar wel van. Er stond namelijk wel ’tot keizer gekroond’ in ons boekje, maar dat was vanwege de beknoptheid. ‘Liet zich tot keizer kronen’ was beter geweest, maar dat was ze twee woorden te lang.

In werkelijkheid was Karel de Grote zo Groot dat hij zelf kon uitmaken of de paus hem zou tot keizer zou kronen en wanneer. Hij koos voor die plechtigheid het jaar 800 na de geboorte van Christus, en dan nog wel eerste kerstdag. Karel was namelijk heel christelijk. Zijn veroveringen liet hij steevast gepaard gaan met krachtige kerstening.

Of hij daar goed aan deed is iets anders, maar hij smeedde er en passant een soort eenheid mee die wel gezien wordt als een voorloper van de Europese Unie. Toen ik voor het eerst voor Karels laatste rustplaats stond, in Aken, kon ik er niet in omdat er vlakbij een Europese onderscheiding werd uitgereikt, de ‘Karelsprijs’.

Dit keer was er wel toegang voor iedereen, maar dat bleken er teveel. Het was Allerheiligen. Ook Karel zelf werd trouwens heilig verklaard, al was daar het nodige over te doen.

Hoe heilig was hij eigenlijk, in de zin van zondenvrij? Daarover braken zich onder meer ook de nazi’s het hoofd, een beweging die het woord Heil te pas en te onpas gebruikte. Daarbij konden ze het aanvankelijk met name niet eens worden over Karels meest pittige, laten we zeggen: ‘politionele actie’. In het jaar 782 – (expres?) lastig te onthouden – liet de Grote man zo’n vier en een half duizend Saksen onthoofden. Bij wijze van straf, of beter ‘wraak’, voor wat hij als een valse streek beschouwde. Degenen die hun hoofd nog hadden konden kiezen of ze dat wilden behouden. Zo ja, dan dienden ze zich te bekeren tot het christendom. (Het soort ‘vrije keuze’, zo zou je vermoeden, dat Karel in onze tijd zou voorleggen inzake vaccinatie).

Uiteindelijk besloten de nazi’s dat der Karl OK was. Sterker, ze richtten voor de slachtpartij zelfs een gedenkteken op, het Sachsenhain, waarin 4.500 zwerfkeien werden verwerkt.

Zelf sta ik in onze tijd oog in oog met Karel, zoals hij vereeuwigd te vinden is als onderdeel van de Akener Domschat.

Zijn kapsel lijkt wat onwaarschijnlijk netjes, maar ja, beeltenissen van Grote mannen zijn wel vaker niet waarheidsgetrouw. De keizer is hier ook afgebeeld met een volle baard. Dat vond men bij nader inzien majesteitelijker staan, al had Karel in werkelijkheid een snor à la Obelix.

Dat herinnert je eraan dat de Grote man oorspronkelijk uit Frank-rijk kwam, iets dat nog eens wordt onderstreept door de Franse lelies. In opzichtige combinatie met de Duitse adelaar, realiseer je je dat de door sommige andere landen gevreesde ‘Frans-Duitse as’ binnen Europa historisch gezien helemaal niet zo onnatuurlijk is als het nu lijkt.

Zeker is: als je eenmaal te boek staat als Groot, dan wordt alles aan en over je uitvergroot. Zo bevat de Domschat wat botjes uit Karels arm, en werd voor het inpakken daarvan groots uitgepakt.

Wij leerden op school, uit een nieuwere tijd: ‘Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil‘.

Wat je ook van hem denken mag, Karels arm deed heel wat raderen juist draaien.

TERZIJDE

Akener verrassing Anno 2021: een tekst in het Italiaans. Met (maar) één schrijffout in ‘Wij zijn allemaal anti-fascisten‘.

Hoe heette dat jaartallenboekje ook alweer?

Tegenwoordig is het Sachsenhain een Evangelisch-Luthers Jugendhof.

Wikipedia meldt als geboortejaar van Jezus: “ca. 5 v.Chr.”

Frederik II, die van 1250, was zelf ook Groot. Hij was het die het gebeente van Karel de Grote liet overbrengen in de reliekschrijn die is te zien in de Dom van Aken.

De lijst laureaten van de Karelsprijs ziet er wat obligaat uit. Met als verfrissende verrassing de Hongaarse schrijver György Konrád.

Ik riep hem eens toe, vanaf mijn fiets langs een Amsterdamse gracht:

Long live György!

Het hielp niet lang. Konrád stierf in 2019, wijselijk. Van het Hongarije van vandaag zou hij vast niet vrolijk worden…