MMM
‘BERGBEKLIMMERS ZIJN DOM’
Aldus Reinhold Messner, ’s werelds beroemdste alpinist, nu ‘MMMuseumman’.
Bolzano/Bozen, 2007 (met update)
Als je een levende legende wilt ontmoeten dan moet je daar wat moeite voor doen. En op weg naar Reinhold Messner doen we het in stijl. Het heeft zelfs iets van een mini-expeditie.
We rijden naar een parkeerplaats in de Alpen. Vanaf daar is het een verrassend lange wandeling omhoog naar het ‘basiskamp’, de binnenplaats van Sigmundskron, de belangrijkste burcht van Zuid-Tirol.
Even acclimatiseren en dan via een lange trap omhoog naar Messners bureau. Het blijkt de verkeerde route. Terug omlaag, andere route.
Dit keer komen we er wel, maar Herr Messner blijkt nog bezig. Een tweede keer teruggeslagen naar het basiskamp, wachten we op het groene licht.
Eenmaal opnieuw in het bureau wijst de secretaresse naar een deur. Daarachter leidt de meest nauwe en steile wenteltrap naar de top van de toren. Messner houdt van toppen. Zijn torenkamer is royaal, maar de legende neemt plaats op een minuscuul balkonnetje, in de zon. Ik kan er nog maar net bij, tegenover de oude leeuw. Met de nadruk op leeuw. En dat niet alleen door zijn onafscheidelijke baard en wilde manen. Nee, de levende legende lééft, en krachtig ook. Inmiddels drieënzestig, heeft hij voor onzin geen tijd. Vanaf de eerste seconde heb je de indruk dat je als vragensteller aan de Eiger-Noordwand hangt, alsof-ie ieder moment een luikje onder die laaglander kan laten opengaan.
We steken van wal. In de afkorting MMM, kort voor ‘Messner Mountain Museum’, zien we welgeteld zes pieken en slechts drie dalen. Kan dat in meerdere opzichten symbolisch zijn voor de heer Reinhold zelf? Hij gaat er niet echt op in, maar het is alsof zijn vinger bij dat even symbolische knopje zich ontspant, juist omdat deze opening iets spannends heeft.
MMM staat in feite niet voor één museum, maar voor maar liefst een vijftal. Nu openen gewone mensen doorgaans in hun leven niet eens één museum, laat staan vijf. Maar Messner is niet gewoon. Gewone mensen beklimmen ook geen bergen. Om duizelig te worden hoeft dat ook niet. Het lezen van Messners palmares is daarvoor voldoende. En daar staan ondernemingen waar wij gewone mensen al vol van zijn, zoals de beklimming van de Westertoren, niet eens op.
Messner bedwong alle veertien bergen boven de achtduizend meter, waaronder de Mount Everest zonder extra zuurstof. Bovendien een keer alléén. De Eiger-Noordwand? In tien uur. Ook in het vlakkere werk liet hij zich niet onbetuigd. Te voet over de zuidpool (2800 km), diagonaal over Groenland (2200 km), dwars door de gevreesde Takla Makan-woestijn. Solo-wandelen door de Gobiwoestijn (2000 km). Enzovoort. Plus jaren in de jungle van het Europarlement (voor De Groenen).
Geen wonder dan, zou je denken, dat voor zo’n serie-avonturier één enkel museum wat karig is. Alleen al om zijn energie kwijt te kunnen. Maar Messner vertelt dat de keuze voor vijf musea vooral tactisch was, een totaalpakket als strategie voor het beklimmen van de politiek-bureaucratische ‘achtduizender’ die Italië heet. Sigmundskron, in de vorm van MMM Firmian, fungeert daarbij als centrum. De overige vier hebben ieder hun eigen thema.
Hoge toppen, musea, politiek, Messner heeft ervaring met zowel mens als berg. Wie van de twee kan je nu het meest vertrouwen?
‘Beide zijn onderworpen aan de wetten van de natuur’, zegt hij. ‘Het verschil zit hem daarin dat je in contact met de berg je niet verschuilen kan. Op de berg komt onverbiddelijk naar buiten wie je bent’.
Of blijkt dat al zelfs eerder, bij de drang eraan te beginnen?
‘Bergbeklimmers zijn dom’, stelt ’s werelds grootste klimmer. ‘Waarom zou je je leven wagen als je die bergen ook van beneden kan bekijken?’
Het is een voorzet die je zo in kan koppen. Als je durft.
‘Dus… dan bent u wel héél dom’.
Spanning. Wat doet-ie? Gaat-ie drukken op dat knopje? Nee, hij grijnst.
Een leeuw kan moed waarderen. ‘Inderdaad’, zegt de leeuw.
Eerst over al die bergen en dan nog eens dwars door Brussel, het lijkt een enorme omweg. Maar is het in feite niet een ‘snelle’ route voor iemand die dingen van de grond wil krijgen, nu alle deuren voor hem als beroemdheid als vanzelf opengaan?
Messner denkt van niet. Hij ontmoette bij zijn plannen zelfs sterke tegenstand. Maar het is iemand die niet alleen bergen kan beklimmen, maar ze ook kan verzetten. Daarbij heb je de indruk dat die bergen wel degelijk vanzelf al een beetje inschikken als ze ‘m aan zien komen. Een knappe berg die R.M. eronder krijgt. Dat neemt niet weg dat enkele van zijn ondernemingen niet (meteen) slaagden.
Het grote dieptepunt was zonder twijfel het verlies van zijn broer Günther tijdens de afdaling van de Nanga Parbat in 1970. Tientallen jaren hing daarbij twijfel over die tragedie, waarbij Messner ervan beschuldigd werd zijn jongere broer te hebben ‘geofferd’, hard gezegd. DNA-onderzoek van teruggevonden stoffelijke resten zouden Reinholds versie van de feiten echter bevestigen.
van Günther
Wie weet of misschien wel het broeikaseffect voor die vrij recente vondst verantwoordelijk is? Messners museum in Sulden, onder de hoogste top van Zuid-Tirol, is gewijd aan sneeuw en ijs. Is hij zelf niet nostalgisch, of misschien zelfs ten prooi aan wanhoop en woede, nu die witte wereld steeds verder verloren gaat?
Nee. Niet alleen tekent hij aan dat het zuidpoolijs juist aangroeit, maar bovendien toont Messner zich het soort mens dat overleeft. ‘Ik bereid me erop voor dat de dingen veranderen en pas me aan aan wat zich voordoet’.
Hij valt ook niet ten prooi aan het soort emoties dat een klimmer het leven kan kosten, zoals het ‘wraak willen nemen op een berg’ aan wie je een mede-klimmer verloren bent. Hoewel iedere berg zijn eigen karakteristieken heeft, ziet hij de berg niet als een persoonlijk, levend iets waarmee hij een strijd aangaat.
Het is trouwens niet toevallig dat je in het MMM Firmian bijna zelf een ‘klimgevoel’ krijgt. Het aantal trappen is eindeloos en vaak zijn die trappen doorzichtig, of is een stuk vloer ‘op hoogte’ van doorzichtig perspex. En in het echt? Temidden van de elementen, balancerend boven peilloze diepten zou je verwachten dat je óf leert bidden óf leert vloeken. Gelooft Messner inmiddels in (een) God?
Hij wil niet ontkennen dat je hoog in de bergen wel wilt geloven ‘dat er iets is’, maar niet dat dat ‘iets’ iets wil, of doet. Sterker, hij houdt het voor misdadig dat mensen of kerken beweren het woord van (een) God te kennen.
En het noodlot? Messner: ‘Wij zijn ons eigen lot’.
Reizend door de Noord-Italiaanse Alpen merk je links en rechts dat over het fenomeen Messner ambivalent wordt gedacht. Zijn kwaliteiten als alpinist zijn onomstreden, maar ook hoor je geluiden als ‘te commercieel’ en ‘onsympathiek’, terwijl in de formulering ‘Hij verkoopt zich goed’ een combinatie van bewondering, afgunst en weerzin lijkt door te klinken.
En wat te denken van zijn musea? Het Messner-gehalte ervan is hoog. In het gastenboek van Firmian vind je tussen de vele positieve reacties zonder lang zoeken ook een tekst als
‘Ongelofelijke zelfbewieroking!’
Sommigen zien in de musea niet meer dan uitdragerijen van Messner-spullen en vinden het fokken van Tibetaanse yaks in de Alpen zoiets als het openen van een pizzeria op de Mount Everest. Inderdaad had het aandeel Tibet hier en daar wel iets minder gemogen.
‘Daar ook al?’
Zo vind je in Firmian verrassend weinig over Zuid-Tirol, behalve dan over de afscheidingsbeweging van de Duitstaligen.
Maar net zo goed kan je zeggen dat al die oosterse elementen in de Europese bergen juist fascineren. Een MMM is bovendien geen standaardmuseum in de zin dat het bezoeker ‘aan de hand’ wordt genomen zoals het publiek dat gewend is. Het wil een soort combinatie zijn van berg, cultuur en kunst waarbij het denken grotendeels aan de kijker wordt overgelaten.
Wacht maar tot-ie gaat kijken…
De mooie Electra, die als een soort Wolkenkoningin alleen in het MMM op de berg Monte Rite woont, kent het resultaat: ‘De bezoeker voelt zich daardoor vaak op het verkeerde been gezet’. Maar wat geldt bij al Messners musea, geldt voor het ‘Museum in de Wolken’ in het kwadraat: ook zonder museum is de locatie al de moeite waard. Zonder voorbehoud durf je haar adelaarsnest middenin de Dolomieten zelfs te noemen als één van de meest overweldigende plekken op aarde.
Om er te komen moet je wel stevig in de buidel tasten voor een ritje er naartoe, maar net zoals bij het MMM Juval krijgen mensen die daarom voor lopen kiezen al gauw de meest zwetende spijt. Bovendien is het tochtje zowel omhoog als omlaag onvergetelijk. Niet alleen door het zich ontvouwende uitzicht, maar ook door het slechte haarspeldpad, de belendende afgronden, de oude Landrover en de chauffeur die met één hand telefoneert en met de andere gesticuleert all’italiana. Maar ja, zoals het citaat zegt op één van de trappen in Firmian: ‘Leven is riskeren’, daarbij de trappenloper achterlatend met de vraag of ook het omgekeerde geldt. En of al die domme klimmers tot aan die ene lawine of dat laatste richeltje althans wel aan léven deden.
Bij Juval
Juval is het privé-kasteel van Reinhold en familie. Eerder was het eigendom van een Nederlandse plantagehouder, die in het onaangename klimaat van de jaren dertig als ongewenst persoon werd uitgezet. Vóór het zover was plantte de Hollander echter nog een paar Himalaya-ceders in de tuin, alsof hij wist dat die later schaduw zouden geven aan Tibetaanse en andere oosterse beelden. Wat lager dan het kasteel valt Messner op wat kitsch-sculpturen te betrappen, maar in het slot zelf is ook de smaak vaak op niveau.
Doorkijkje
De gids draait er tijdens de rondgang nogal sleets haar verhaaltje af, maar vergeet daarbij het meest onthullende van Juval: ‘Reinhold de Onsterfelijke’ blijkt toch een echt mens te zijn. In een hoekje staat het vermeldt: ‘Hier heb ik een ongelofelijke bok geschoten’.
Wat blijkt? Net als een koorddanser juist op een keukentrapje zijn evenwicht verliest, zo is Messner hier uitgegleden en brak daarbij zijn voet. Nu moet gezegd dat sommige passages in zijn kasteel even ongeschikt zijn voor minder validen als geschikt om minder valide te worden, maar toch. Messner is dus wel van vlees en bloed en wijt zich sindsdien aan zijn musea. Klimmen doet hij nog steeds, maar minder. Die pijnlijke ‘Ju-val’ en de reeks afgevroren tenen van de onfortuinlijke Nanga Parbat-tocht eisen hun tol.
Hoe dan ook, vriend en vijand moeten toegeven dat Messner ook zonder te klimmen ondernemen kan. Een Zuid-Tiroler zegt dat er in zijn streek meerdere mensen rondlopen die denken wereldberoemd te zijn. ‘Alleen Messner is het echt. Als hij zijn naam aan iets verbindt, dan komen de mensen ook’.
Is R.M. dan werkelijk alles de baas? Nee. De Mount Everest, geen punt. Maar bij ons komen wonen, in het laagland? Zou-ie dát kunnen?
‘Eén winter, misschien’, zegt de leeuw.
Laag leven, dat is pas eng.
*
www.messner-mountain-museum.it
Messner is voorstander van de zogeheten alpine klimstijl, gekenmerkt door een minimaal gebruik van hulpmiddelen.
*
© 2007 Joost Overhoff
*
Update 2019
De lijst Messner-musea is nog uitgebreid:
MMM Firmian in Bolzano/Bozen. Centrum van de reeks.
MMM Dolomites, het Museum in de Wolken (2181 m) op de Monte Rite. Thema: Rots.
MMM Juval bij Stava/Staben. Thema: Mythe.
MMM Ortles, ‘Aan het Eind van de Wereld’ in Solda/Sulden. Thema: Sneeuw en IJs.
MMM Ripa, ‘Het Erfgoed van de Bergen’. In Brunico/Bruneck. Thema: Bergvolkeren.
MMM Corones op Plan de Corones/Kronplatz. Thema: traditioneel klimmen.
N.B.
Voor minderen ter been zijn ze minder geschikt.
De anekdote over de botbreuk die Messners klimcarrière afbrak is intussen verrijkt door iemand die dat meent te weten:
De Grote Alpinist kwam laat thuis. Hij had een slok op, maar geen sleutel bij zich. Zijn vrouw deed niet open. Geen punt voor een groot klimmer. Wat is een gewone muur vergeleken met de Eiger-Nordwand…?
Met name West-Antarctica verliest inmiddels sneller ijs dan erbij komt.
In de herfst van 2018 blijkt dat Messner nog steeds sterke emoties oproept: in Zuid-Tirol raad ik een Pool het MMM op de Monte Rite aan, vanwege het onvergetelijke uitzicht. Maar de man ontsteekt in blinde woede over ‘die idioot die yaks naar Europa haalt!’ Waar er ook maar iets van Messner is, wil hij niet zijn.
Eind 2018 sleept de Britse krant The Telegraph zowaar dit voetstuk aan:
’20 reasons why Reinhold Messner is the world’s greatest living man’.
*
TERZIJDE
Zie inzake klimmen zonder hulpmiddelen: Free Solo.