
Het kwam door Escher, M.C.
Vreemd, zo’n geografische band. Zo heb ik een tandarts die woont op amper meer dan tweehonderd meter van de plek waar ik geboren ben. Dat boort vertrouwd. Wonderlijk, maar waar.
Escher, op zijn beurt, sleet zijn laatste dagen op tweehonderd meter van de plek waar ik ben opgegroeid. Daarvoor woonde hij in de plaats waar ik naar school ging, net zoals twee van zijn kinderen. Hij ‘schonk’ onze school bovendien een tweetal pilaren.
Bovendien had de graficus een band met Italië, het land waar ik ook veel tijd heb doorgebracht. Hij woonde onder meer in Siena, schemerend in ‘mijn’ verte, en vereeuwigde veel plekken in De Laars die ik ook zelf heb bezocht. Vandaar, die band.
Niet lang geleden kreeg ik een kloek werk over de kunstenaar in handen. Daaruit leerde ik dat ‘M.C.’ nóg een passie had: meevaren op vrachtschepen.
‘Aha’, dachten wij, ‘goed idee!’ Terwijl de gewone cruise een milieu-perversie betekent in de allerhoogste graad, is het meevaren op een schip met een echt doel geen belasting voor het geweten. Helemaal als ook de rest van de vracht in de haak mag heten.
We begonnen te fantaseren over verre bestemmingen, maar besloten bescheiden te beginnen. Zouden er ook binnenvaartschepen bestaan die derden gedogen?
Al rondvarend op het internet stuitten we op iemand die ‘vaarfietsen’ in eerste instantie letterlijk nam. Hij ontwikkelde een boot die al trappend wordt voortbewogen en fietste ermee van het land van Plato naar dat van Dick Schoof. Van Athene naar NL.

Inmiddels bemiddelt de vaarfietser tussen vrachtvaarders en ‘gewone’ passagiers.
Zo bedacht, zo gedaan. Al gingen wij dan vaarfietsen op onze eigen manier: eerst varen, dan fietsen.
En zo kwam het dat wij, vlakbij Slot Loevestein, op onze stalen rossen speurden naar een ‘spits’. Een rank type schip, speciaal geschikt voor slanke kanalen.
Nu doet ‘Loevestein’ doorgaans twee lampjes branden, ‘Hugo de Groot’ en ‘boekenkist’, maar voor ons glimt daar inmiddels nog eentje bij: als bruiloftsslot van Mijndert & Rogier, de twee van het ‘Heerenschip’.

Van het onderdeel ‘varen’ van het vaarfietsen kregen we alvast geen spijt. Hopelijk de Heeren ook niet. Gasten binnenlaten in je binnenschip is riskant. Weliswaar leggen de Heeren de invasieve exoten wijselijk te rusten in het vooronder, terwijl ze dat zelf doen in het achterschip, maar het probleem is dat de gasten ook langere tijd wakker zijn.
Er bestaat dan wel de kans dat je van vervelend bezoek af kan komen door ‘natuurlijk verloop’, via het akelig smalle gangboord dat voor en achter scheidt, maar zeker is dat niet.
Mocht je er toch afkukelen dan is het trouwens wel zaak je al zwemmend uit de voeten te maken. Met spoed. Er is dan een scheepsschroef in aantocht die het schip doet varen, maar er ook voor kan zorgen dat je er bij je uitvaart niet voorbeeldig bij ligt.
Los van het varen zelf is de verrijking van zo’n tocht ook het leren kennen van de binnenvaart, een onderdeel van het leven waar we te lang aan voorbij zijn gegaan.
Ik kan het er lang over hebben, héél lang, maar dat ga ik niet doen. Ik ga me beperken tot mijn bijdrage aan het gastenboek.
Levensacademie ‘Het Heerenschip’
Les 1 / Balans
Professor Mijndert en Meester Rogier meren eerst aan in een heuvellandschap. Aldaar laden wij… zand. Een ton of negentig. Héél veel korrels. Voorin.



Elders laden wij maar één ding. Van meer dan honderd ton.

Alle korrels kosten bijna niks, het ene ding 1,6 miljoen. Maar het nederige zand is zijn gewicht waard in goud. Een kwestie van balans. Het ene kan niet zonder het andere.
Moraal: in het leven vaar je het verst in evenwicht.
(zie ook het echtpaar M&R)





Les 2 / ‘Omwegen’
De Heeren pakken het bij hun onderricht groots aan: ze leggen een enorm obstakel middenin de Schelde. Daardoor moeten we een enorme omweg varen rond Antwerpen, om weer uit te komen in… de Schelde. Eind goed, al goed.
Bestaan omwegen eigen wel? Alles is gewoon… de weg.
Moraal: het leven is daar waar je bent.
En nog zo wat.
Sluis Duffel, 19/09/2025

Wordt vervolgd.
TERZIJDE
– Exit
– Escher verliet Italië vooral uit weerzin tegen Mussolini en zijn fascisten.
‘Iedere onbevooroordeelde ziet hoe onmogelijk, hoe kinderachtig en misdadig zij zich gedragen’, schrijft hij al in 1923.
– In de haak
Het dure ding dat we vervoerden was een transformator, voor een elektriciteitscentrale.
– Het obstakel in de Schelde
Een afzinkcaisson van de zogeheten Oosterweelverbinding.
– Meevaren met een een vrachtschip: