L’Erba – Het Gras
Gras is groen. Maar niet altijd. Ons gras is vaak geel. En zo hoort het ook. Sterker, iemand schreef een woedende brief naar de lokale krant. Over groen gras. In de zomer! Dat kwam, zo fulmineerde hij, door benepen stadsmensjes met buitenhuisjes, die niet weten dat het landschap hier in de zomer juist geel hoort te zijn. En bruin. In oneindig veel, subtiele tinten. Zodat die groene vlekjes vloeken.
Gelijk heeft-ie. Hoewel ook wij zijn opgevoed met het zomergeluid van ts!-ts!-ts!, het sproeien van de gazonnetjes. Met ‘gras moet groen zijn, altijd’. Waanzin natuurlijk. Je gaat toch ook in de herfst de bladeren niet weer aan de bomen plakken? Gras is alleen groen bij voldoende regen. Anders niet. Simpel. En dan hoef je het meteen niet meer te maaien. Handig.
Om op te staan…
Gek, die ingesleten gewoontes, die maar door blijven drammen. Het zijn blijken van ‘beschaving’, waarnaar het door ‘primitieve’ ogen vreemd kijken is. Neem die typische westerling daar: hij besproeit zijn gras met drinkwater, snuit zijn neus, stopt het resultaat in zijn broekzak en begint met maaien. Gekker kan je het niet krijgen. Zelfs baby’s denken dat we totaal mesjogge zijn, zeker als ze zien hoe we tegen ze doen. Logisch dat ze lachen.
Nou ja, één ding hebben we slim bekeken. Dacht ik. Ik zei tegen de schaapsvrouw dat ik graag een schaapje of twee lenen wou, voor als het gras weer aan het groeien ging.
‘L’Erba vostra?!’, zei ze. ‘Dat gras van jullie?! Je denkt toch niet dat ze dát eten?’
…en op te springen, oké. Maar verder…