La Cicala – De Cicade
Je hebt krekels. Krekels tjirpen. En je hebt cicaden. Cicaden zagen. Als gekken.
En gek moet je toch echt wel zijn om te doen wat cicaden niet kunnen laten. Stel het je voor: je bent door de natuur gezegend met een perfect uiterlijk. Nou ja, niet voor de schoonheidsprijs. Ze lijken op schors. Een cicade valt compleet weg tegen de bast van een dennenboom. Je ziet ze niet, al sta je er bijna bovenop.
En wat doen ze? Ze maken lawaai! En niet zomaar lawaai, nee, de meest ongelofelijke klerenherrie die je maar bedenken kan. HIER!, HIER!!, HIER!!! IK!, IK!!, IK!!! Alsof je in je camouflagepak driftig begint te zwaaien.
Vliegende klankkasten zijn het. Sommige soorten schijnen het zelfs te schoppen tot honderdtwintig decibel. Genoeg voor het ontstaan van gehoorschade.
Is dat het, waardoor-ie er toch mee wegkomt? Omdat je daardoor niet bij ‘m in de buurt wil komen? Niet echt. Zijn geheim: de massa. Als jouw soort in overdaad aan het zagen slaat, dan is er een goede kans dat je overblijft. Niet alleen door de veelheid, maar bovendien raakt de vijand door al dat gezaag – Links, Rechts, Boven, Onder, Voor & Achter – compleet in de war. Zo weet die niet goed meer waar hij kijken moet, terwijl de vrouwtjes van de eigen soort feilloos afkoersen op het meest viriele timbre.
Solisten, daarentegen, klankkastjes met sterallures, staan er gekleurd op. Daarom is de nachtmerrie van een gevleugelde zaag dezelfde als die van alle koorleden op aarde: dat de anderen al zijn stilgevallen, terwijl jij…