Lo storno – De Spreeuw
Een spreeuw is net een tulp: één spreeuw is geen spreeuw. Maar met elkaar, samen, zijn ze geweldig. Vooral als wolk.
Daar gaan ze. Waaierend. De wolk zet uit, krimpt in, wordt donkerder en weer lichter. Opeens rechts uit de flank, allemaal. En weer terug. Omhoog, omlaag. Als een school zwarte sardientjes, maar dan in de lucht.
Af en toe effe rust. Even uitblazen. En waar? Op de draden van het electriciteitsbedrijf. Oei. Kunnen die draden dat wel hebben? Want één spreeuw mag dan geen spreeuw zijn, hij weegt wel iets. En ook zitten doen ze samen.
Hoeveel zou zo’n spreeuwtje wegen? Een onsje, misschien? En hoeveel zijn het er? Een paar honderd, toch al gauw. Vooral bij het opvliegen zie je wat al die kilo’s doen. Door het zwiepen.
Toch houdt-ie het, die draad. Nou ja, laatst niet. Maar dat kwam door die jager. Dat krijg je ervan, als hagel van beneden komt.