Hij stelt zich ten doel alle Caravaggio’s die er waar dan ook ter wereld zijn te zien met eigen ogen te aanschouwen. Eerder zal hij niet rusten. En daarna misschien ook niet, als hij op pad gaat voor een tweede ronde.
Tussen ons gaapt een diepe kloof: de confrontatie tussen ‘zijn’ Caravaggio en ‘mijn’ Rembrandt. Voor ons beiden een uitgemaakte zaak. Zonder een spoor van twijfel. Ieder vinden we ‘onze eigen’ superschilder verreweg de beste.
Laatst ontmoetten we een andere Italiaan. Vers terug uit Malta. Malta was niks, zo meldde hij. Behalve dan die ene Caravaggio: ‘De onthoofding van Johannes de Doper’. Adembenemend, schijnt het. Nu is het zo dat Caravaggio een ervaringsdeskundige mocht heten, getalenteerd penselen- en messentrekker als hij was. Sterker, de grote kunstenaar kon juist Malta verfraaien daar hij op de vlucht was, vanwege een moord die hij in Italië op het scherpst van de snede had gepleegd.
Ondanks dat strafblad eren wij, Hollanders, de Italiaanse meester met zijn eigen snijbloem.
Hortus botanicus, Amsterdam
Misschien moet ik de architect maar eens een bosje gaan brengen. Als troost, omdat
toch echt…