Schiphol,
Ze is gevallen, de vrouw naast ons bij de gate. Richting Florence. Maar dat vallen deed ze al eerder: op de luchthaven van vertrek. In Orlando, Florida. Op de eerste dag van haar European Grand Tour.
Boss boven baas. Zelf viel ik dit jaar op de tweede dag van een fietstocht. En dat was meteen The End. Dat vond ik al een hele prestatie, maar zoals bekend doen de Amerikanen niet alleen aan Best en Biggest, maar ook aan First.
De vrouw en haar man geven zich gewonnen. Vlak voor het doorvliegen naar hun eerste halteplaats, de Toscaanse hoofdstad, keren ze om.
Hoe ver zou ik zelf dit keer komen? We gaan weer iets doen dat gevaarlijker is dan fietsen: olijven plukken. Vooral vanaf een hoge ladder…
Florence,
Het leven is vol risico’s. We huren een auto. De kosten daarvan vallen mee, behalve als je van het eigen risico af wilt komen. Dat kost twee keer de huurprijs.
‘Gelukkig gebeurt er in Italië nooit wat’, zeg ik tegen de jonge vrouw achter de balie. Ze grijnst: ‘Aan u de keus’. We wagen het erop.
– N.B. Zelfs die peperdure ‘SuperCover’ is niet Super genoeg om het eigen risico voor diefstal volledig mee af te kopen, mocht je je huurauto blootstellen aan de zuidelijke regio’s Campanië en Apulië.
– Wij beperken ons tot Toscane en doen er inkopen in een Coop, een soort ‘socialistische’ supermarkt. Een schakel in een niet weg te denken winkelketen, vooral in het midden van Italië.
Maar de keten wankelt, zo vernemen wij uit de mond van een werknemer, een mond geflankeerd door fors beringde oren. Zijn vrouwelijke collega heeft daarentegen een fijner ringetje door haar neus, de eerste die we zien bij opvallend veel, doorgaans jonge vrouwen.
Wellicht, hopelijk, is het gewoon mode en klopt er niets van mijn gevoel dat goed in je vel zitten en neusringen niet samengaan.
– Op een tafel in het belendende café heeft de politie een opvallende waarschuwing geplakt: tegen mensen die je op straat willen omhelzen. Na afloop van zo’n onverwachte uitbarsting van menselijkheid blijk je doorgaans verrassend lichter door het leven te gaan.
– Ook een oude man blijkt uitbundig en ook hij grijpt me beet. Maar hem kenden we al. De hartelijkheid is wederkerig. Probleem: zijn gebit ziet eruit alsof hij alleen op kerstavond aan poetsen doet. En het is pas november. Bovendien regent het horizontaal als hij het woord neemt en is hij niet kort van stof.
Ik voel een sterke behoefte om aan deinzen te doen, maar soms heb je mensen die je vriendschappelijk bij de schouder vatten. En daarmee doorgaan, doorgaan, doorgaan zolang ze nog niet uitgesproken zijn…
– Maar wat een landschap!
– Vreemde ‘Notities’ zijn dit, zonder enige notering. Pas achteraf schrijf ik op wat me lezenswaard lijkt. Wat ik in de tussentijd door notitieloosheid vergeten ben, was kennelijk niet het onthouden waard.
– Wel doe ik nog aan een ander soort notities: beeld.
– We rijden weer over de weg die vorig jaar gedeeltelijk was hersteld, omdat de ‘regina olandese’ er overheen zou rijden tijdens een bezoek. Die NL-koningin bleek Beatrix te zijn en inmiddels zijn de gaten weer indrukwekkend.
– Het doet nog eens denken aan de intrigerende vraag die mij al zolang bezighoudt: zou Italië beter af zijn geweest als ze niet met de euro hadden meegedaan?
Door de euro zijn de verschillende ‘wagons’/landen van de Europese trein als het ware monetair aan elkaar gelast, iets dat alleen geen probleem is bij een kaarsrecht spoor. Zonder euro kunnen landen economische zwakte tot uitdrukking laten komen door een devaluatie van de eigen munt, zoals Italië vroeger geregeld deed. Daarmee werd de eigen productie opeens weer aantrekkelijker geprijsd, wat de economie verse lucht gaf.
De euro, daarentegen, biedt het voordeel dat door het gemeenschappelijke van de muntunie de rente op de staatsschuld van een individueel land wordt beperkt. En bij een land waar die schuld torenhoog is, zoals in Italië, is dat van groot belang. Zodat er, naast de rentebetalingen, nog wat euro’s overblijven om de gaten in de weg mee te vullen.
Maar het antwoord op mijn vraag, per saldo…?
– Onze gastvrouw trakteert ons op rosbief. De hond, ondertussen, bivakkeert buiten. Hij heeft al twee complete rosbiefen op zijn palmares. Eén keer ‘rosbief inclusief’. Met alle tien touwtjes erbij. De dierenarts liet daarop het gulzige beest zijn ‘intake’ retourneren en was pas tevreden nadat hij ze alle tien gevonden had.
– Opnieuw gebeurt het terwijl we in Italië zijn: het moeten verteren, naast de pasta en de rosbief, van een schokkende verkiezingsuitslag. Alsof ook je eigen digestie nog een kluwen touwtjes aan moet kunnen.
Vorig jaar waren het de NL-uitslagen, nu die in Amerika. Verschil: het beschamende resultaat aan de Noordzee kwam voor ons toen uit vrijwel heldere hemel. Dat de Amerikanen nu opnieuw aan schokken gingen doen, dat vreesden we al.
Verrassender is dat de Toscaan die we iedere dag zien er niet eens over begint. Donald legt het qua onderwerp af tegen de olijven.
Pas dagen na Doomsday laat de Italiaan er iets over los. Hij heeft Amerikaanse klanten en vreest Donalds importtarieven.
– We waren het nog zo van plan: als onderkomen in Florence zouden we kiezen voor een echt hotel. We willen niet meer medeplichtig zijn aan het verjagen van de ziel van binnensteden, waar huizen aan toeristen worden verhuurd zodat de lokale bevolking zich niet meer kan permitteren in de eigen (binnen)stad te wonen waar zij de ziel van zijn.
Door een samenloop van omstandigheden gebeurde het dat echter toch dat wij, weer… Zo lopen we met een schuldgevoel door de overvolle straten, slalommend tussen de andere zielrovers door, waarvan velen te druk met hun smartphone zijn om op hun beurt iemand te ontwijken.
– We eten bij Italianen thuis. Iets dat niet gauw gebeurt. Bij hen na een kwart eeuw voor het eerst.
Met ons voorstel voor een restaurant in het centrum deden we hen geen plezier meer. Net als in ons Mokum mijden de Florentijnen tegenwoordig de kern van hun stad.
– De Italianen zelf eten tegenwoordig minder buiten de deur, zo horen we. En wijn lijkt ‘uit’. Cocktails, dat is het nu, vooral voor de jongere consument. Een probleem voor de wijnproducenten, behalve als ze wijnen maken die het goed doen in… cocktails.
– We vragen of er ‘sinds Meloni’, de verontrustend rechtse premier, in Italië veel is veranderd.
De heer des huizes mag dan in het van oudsher ‘rode’ Toscane geboren zijn, hij toont zich de karakteristieke Italiaan: fatalistisch. De mensen zijn en blijven zoals ze altijd zijn, stelt hij als eeuwige waarheid, waarmee hij bedoelt: niet best. Veranderen zal er niets. Nooit.
(Dat mag dan waar zijn, wij ‘van na de oorlog’ hopen dat ook zo te houden).
– ‘Onzin!’, zegt een boer bij Reggio Emilia. ‘Mijn honden eten alles: vlees met touwtjes, zelfs kippenbotten… Die touwtjes komen er gewoon aan de andere kant weer uit’.
*
Wordt vervolgd.