Kan ik het schrijven voortaan uit handen geven? Kan ik deze blogpost laten maken door de app ChatGPT en ‘m daarna wat bijpunten, klaar? Ik denk het wel, al weet ik nog niet hoe.
Is kunstmatige intelligentie intelligenter dan ik? Ik denk het niet. Wel ‘weten’ zogeheten Large Language Models, zoals ChatGPT, veel meer. Daaronder het complete internet. Ook het belangwekkende Cacciucco.nl heeft ChatGPT dus van A tot Z in zich opgenomen, neem ik aan. En zo jat die bolleboos, alles opzuigend, zijn verbluffende capaciteiten bij elkaar.
Mijn onvolprezen webmaster weet natuurlijk wél hoe je ‘GPT’ een stukje moet laten schrijven. Daarbij was hij geïnspireerd door iets dat hij bij Cacciucco tegenkwam, een echtelijke ruzie tijdens een concert, en vroeg GPT ook zoiets in elkaar te draaien.
Het resultaat:
Niet gek, ongelofelijk zelfs. Maar zelf ben ik beter. Vind ikzelf. Onder meer, los van stijl, omdat ik doorgaans schrijf over wat ik meemaak. In het echt. En GPT maakt niks mee. Niente.
Maar zelfs als ik GPT zou vertellen wat ik heb meegemaakt en hem/het/haar zou vragen daarmee aan het goochelen te gaan, dan nog gaat het niet zo goed worden als wanneer ik dat zelf doe. Denk ik, bescheiden.
Iets anders is het als ik schrijf in een vreemde taal. Laatst moest ik een paar mails produceren in het Frans. Dat ik dat kon, uit het blote hoofd, vond ik heel knap van mezelf. Maar wellicht waren die mails niet zo foutloos als wanneer GPT dat had gedaan. Zo kan je tegenwoordig het onderscheid zien tussen een tekst afkomstig van iemand die van Frans geen enkel verstand heeft en van degene die in zijn beste Frans peentjes heeft gezweet: de onwetende doet het beter. Met de groeten van GPT, Google & Co.
Dat voelt oneerlijk aan, net zoals mensen die in zichzelf praten tegenwoordig niet meer als zodanig worden (h)erkend. Althans niet op het eerste gezicht/gehoor. De echte, al dan niet prettig gestoorde murmelaars vallen niet meer op tussen alle handenvrije telekletsers. Onrecht!
Nou ja, helemaal perfect is de kunstmatige intelligentie nog niet. Sterker, is het mogelijk dat die zo steil stijgende lijn ook in kan zakken? Je zou het bijna denken, gezien de chatbot van Vattenfall. Ze heet Nina.
Ik begon met een geintje.
Dat ‘verkeerde’ antwoord kon ik haar niet kwalijk nemen.
Daarna werd het serieus, vlak na de Russische invasie van Oekraïne. Op die nieuwe vraag antwoordde ze verrassend genuanceerd.
Na een start waarin Nina dacht dat het de klant ‘zoals altijd?’ om geld ging, kwam ze met een toevoeging. Daarin werd zowel de kool (de ongeruste cliënt) gespaard, als de geit (haar baas).
Kort geleden informeerde ik nog eens, maar dan anders geformuleerd. Daarop kwam ook, hardnekkig, een ander antwoord. Alsof Nina van het onderwerp ‘Rusland’ niets meer wilde weten. Op last van de baas?
Bazen vinden sommige vragen niet leuk. Ze willen het beantwoorden ervan niet overlaten aan digitale ondergeschikten. Vermoed ik. Maar kunnen ze het totale ‘vragenpark’ wel beheersen?
In elk geval had ik een typisch niet-leuke vraag voor Berry, de chatbot van het bedrijf Waternet. Berry, trouwens, heeft een iets menselijker uitstraling dan Nina.
Maar zou hij, als product, uit dezelfde keuken komen? Hoe dan ook, hij gaat zijn best doen.
OK, Berry:
Valt een beetje tegen van Berry, die tussenvraag.
Herhalen dan maar:
Weet-ie het niet, Berry? Hij weet toch alles? Weet zelfs Waternet het niet, of ligt dit te gevoelig?
Zeker(?) is dat ik antwoord ga krijgen van echte mensen. ‘Binnen tien werkdagen’. Echte mensen worden namelijk moe.
Berry niet.
Maar hij weet/kan (nog) niet alles, of mag niet alles zeggen.
De almacht van AI is (nog) niet totaal.
Voor het oorspronkelijke verhaal over de echtelijke ‘concertruzie’, kijk hier.
TERZIJDE
Kraanwater
Het is een stokpaardje waar ik al tijden krachtig op hamer: (Amsterdams) leidingwater is net zo goed als bronwater. Vaak beter. En (veel) beter voor het milieu.
Maar klopt dat eerste nog wel, in tijden van pfas en meer?
– Sinds de belofte van een ‘menselijk’ Waternet-antwoord ‘binnen tien werkdagen‘ zijn er (d.d 28-07) eenentwintig verstreken.