‘Daar zijn we weer’, zei ik tegen een man met stok.
‘En vast niet voor het laatst’, zei hij.
We stonden voor de ingang van het vaccinatiecentrum, wachtend op onze coronaprik Nr.Hoeveel-ook-weer? De nieuwste.
Ik had er wel over getwijfeld. Of ik het weer zou doen, zo’n prik. Inmiddels besta ik voor mijn gevoel bijna meer uit vaccin dan uit water en bovendien heb ik ‘het’ ook nog eens gehad, corona. De kans dat ik het weer zal krijgen lijkt me klein. Althans, ‘zorgbelastend’. Want dat is mijn voornaamste reden me te laten prikken, de reden waarom iedereen dat zou moeten doen: te voorkomen dat de zorg wordt overbelast. Tot implosie toe.
Ik ging te rade bij een bevriende immunologe. Ze zei: ‘Doe het’. En de gewone griepprik? Die nam ik nog nooit. Maar dit keer wordt-ie me aangeboden in combinatie met een ‘bonusprik’ tegen pneumokokken. ‘Die laatste moet je zéker nemen’, vond de expert. Vooral de kans op sepsis zou dodelijk moeten zijn voor ieder spoor van scepsis.
Tja, in elk geval schuifelde ik nu naar binnen inzake corona. De vrouw voor me had er haar handen vol aan: één met alle papieren, de ander met de accu van haar e-bike. Kennelijk vreesde ze het voorkomen van medisch gevaar te moeten bekopen met een terminaal verlies aan wattage.
Eenmaal binnen leken we terug in de tijd. Iedereen met kapjes. De jonge vrouw naast me met zo’n stoffen.
Ze komt zelf uit de zorg. Sterker, ze blijkt een arts-assistent. Dat is een echte arts die nog moet rijpen. Al ging dat in coronatijd wel hard. Ze heeft er wat dat betreft al een waar tropenjaar op zitten.
Ik vraag haar hoe het nu is, met die vermoeidheid van toen. Of je daar wel echt vanaf komt en of je geen last krijgt van PTSSige verschijnselen.
Met haarzelf gaat het goed, zegt ze, maar met anderen die ze kent minder. ‘Vooral omdat je zoveel mensen dood zag gaan, ook jongeren’. Ze houdt haar hart een beetje vast voor de komende winter. De cijfers lopen weer stevig op, maar zo erg als eerder ‘denkhoopt’ ze niet dat het wordt. Probleem: de curve van het aantal ziekenhuisopnames gaat omhoog en die van werkers in de zorg omlaag.
Is het nog wel houdbaar: genereus toegang tot het ziekenhuis verlenen, ook aan degenen die door vaccinatie hun opname hadden kunnen voorkomen? De jonge arts vindt van wel. ‘Vaccineren blijft je eigen keuze. En als ze heel ziek zijn, help je ze toch’.
Ook als daardoor de druk zo hoog wordt dat steeds meer zorgwerkers afhaken, het voor de overblijvers nog zwaarder wordt en steeds meer niet-coronapatiënten wél geconfronteerd worden met een dichte deur?
Maar ja, een arts moet in principe iedereen helpen. Een besluit tot ’triage’ op grond van al dan niet gevaccineerd zijn moet van elders komen.
De jonge arts weet één ding wel: als ongevaccineerde patiënten aan corona doodgaan is het meestal hun eigen schuld.
Gek, eigenlijk, dat zij hier zit. Worden artsen niet gewoon gevaccineerd in hun eigen ziekenhuis? Hoe dan ook, ik passeer haar net op het moment dat ze wordt geprikt. Ze perst daarbij haar ogen dicht, zo hard als het kan.
Ik tref haar weer tijdens het observatie-kwartier.
‘Ik geloof niet dat je van prikken houdt’, zeg ik. Meer in de roos kan het niet. ‘Helemáál als er bloed bij komt’, beaamt de arts, die vast heel vaak bij anderen heeft gedaan waar ze zelf niet tegen kan.
Degene die net een naald in mij zette vond het juist jammer dat er zelfs niet één druppeltje rood was te zien. Ze kon de prikplek niet meer vinden en stond besluiteloos te zwaaien met haar pleistertje.
‘Doe maar wat’, zei ik, ‘voor de show’. Ze deed het.
Ik nam afscheid van de jonge arts en wenste haar sterkte voor de komende ‘coronawinter’.
En die komende Griep&Kokkenprikken? Ga ik daar de griepspuit weer van weigeren?
Of ben ik toch zo Hollands dat ik een twee-in-één-actie niet kan weerstaan?
Terzijde
Corona op de site, dat is zeker niet voor het eerst. Zo begon het.
De andere coronastukken vind je hier.