426. Trio

Sinds kort – door de omstandigheden gedwongen – rijd ik af en toe weer auto. Een typische VVD-bezigheid, denk ik dan. Niet dat milieuvervuiling in blikjes alleen aan hen is voorbehouden, maar toch.

Vanuit de auto heb je weer eens een ander zicht op de wereld. ‘Verfrissend’ is misschien niet het goede woord, maar toch (Deel 2). Zo passeer ik nu geregeld een zuil van een viaduct die mij als fietser ontging. Tweewielende toeristen komen daar wel met enige regelmaat, als hun navigator nog op staat, maar ik niet.

Zelfs een voetganger is daar weleens geweest, eentje met een spuitbus. Voor het spuiten van een tekst die door passanten die zich bezighouden met een VVD-bezigheid moeilijk kan worden gemist. Een tekst over de voorman van die partij en tevens die van het land, onze premier. Strekking: ‘Rutte is rot‘. Een mening die, in het Nederland van nu, ‘breed wordt gedeeld’. Althans, die indruk heb ik. Iets dergelijks trof ik ook aan niet ver van zijn bureau.

Den Haag, Lange Voorhout.

Je ziet het niet overal zo sterk als dit, maar toch (= 3).

Recentelijk kwam ik als voetganger nog iets anders tegen:

Raakt dit ze?

In hoeverre ook dit ‘breed gedeeld’ wordt weet ik niet. Zelf, in elk geval, deel ik het niet. Integendeel. Ik heb veel tijd doorgebracht in het land van de echte mafia & Co. en knijp me in mijn handen dat wij gezegend zijn met een ‘maffia’ als deze.

Ik kijk dus, zo lijkt het, wat anders tegen dit trio aan.

1. Rutte

Ik heb nog nooit op hem gestemd. Ik zal ook nooit op hem stemmen, maar elke keer als ik dat brilletje bezig zie, denk ik: ‘Wat een vakman!’

Steengoed is-ie. Een kei. Geen enkele andere politicus kan aan hem tippen. Hij is voor dat vak geboren. En, wat ook voor veel andersoortig getalenteerden geldt: hij werkt hard, ‘keihard’, om op niveau te blijven. Is er wel een dossier dat hij niet tiptop paraat heeft? Ik zou er geen weten.

Goed, zijn Engels zou beter kunnen, maar hij is een premier waarvoor je je als land ook internationaal niet hoeft te schamen. Meestal.

Dat hij nog steeds doet wat hij doet kan je niet verbazen. Sterker, je vermoedt dat hij geen idee heeft wat hij anders zou moeten doen.

2. Kaag

Voor Kaag geldt dat niet. Zij heeft elders al andere dingen van belang gedaan, zou ook nog veel andere dingen kunnen doen en dat misschien ook moeten. Je vraagt je af wat haar in hemelsnaam beweegt om zich bloot te (blijven) stellen onder N.A.P. Aan ons. Ik vermoed plichtsbesef.

Op haar partij heb ik in het verleden wél gestemd, meerdere keren zelfs. Er zitten veel sympathieke types in en ook uitstekende, zoals Alexander Pechtold. Ze hebben alleen een paar stokpaardjes die beter voor altijd op stal kunnen blijven.

Anders dan Rutte en Pechtold is Kaag helemaal geen politicus, maar ze weert zich kranig. Jammerlijk absurd, evenwel: terwijl Rutte de functie heeft die hem het beste past, bezet Kaag de ministersstoel waar de derde van het trio op zou moeten zitten. En andersom.

3. Hoekstra

Er is maar één plek waar je deze 100% non-politicus zou willen zien: op Financiën.

Waarom is lange Wopke überhaupt de politiek in gegaan? Ik denk: omdat hij zijn eigen financiën al tot aan zijn graf op orde heeft en zijn christelijke moraal hem de opdracht gaf in de tussentijd ook nog iets voor de gemeenschap te doen.

Een naar mijn gevoel fatsoenlijk man. In het land van de echte mafia hadden ze ooit de gedachte ‘Berlusconi is al zo rijk dat hij als politicus niets meer heeft te winnen en zich verder alleen zal inzetten voor ons’.

In het geval van Silvio geloofde ik daar niets van. Bij Wopke heel veel. Zijn privilege-misbruik piekte bij een rondje schaatsen.

*

Kortom, al mogen ze dan ze niet foutloos zijn: ik teken voor zo’n ‘maffia’.

Terzijde

Eerder op deze site over Alexander Pechtold.

Zijn huidige betrekking, bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, heeft iets sneus. Zonde, ook.

Hoekstra ging schaatsen in coronatijd, op een moment dat anderen dat niet mochten. (Toch nog iets dat Silvio nooit zou doen).

Ook onze zuiderburen hebben een regeringstrio dat een prima indruk maakt, met premier De Croo en de ministers Verlinden en Vandenbroucke.

Nou ja, ‘rijd ik weer auto…’. Deelautootje.