La Ghiandaia – De Vlaamse Gaai
Wat is er eigenlijk Vlaams aan de Vlaamse gaai? Geen idee. En zou-ie in Vlaanderen ook zo heten?
In elk geval is de Vlaamse gaai net zo’n internationaal succes als de ekster en de Turkse tortel. Je ziet ‘m overal. In het Engels noemen ze ‘m zelfs de ‘Eurasian jay’, de ‘Euraziatische gaai‘. Dus eerder ‘Vlaanderen & Omgeving’. Maar in diverse andere talen concentreren ze zich op zijn lievelingskost, zoals in Italië. Ghianda = eikel.
In Het Paradijs speelt de Vlaamse gaai de tweede, of beter gezegd de derde viool. Hij valt nauwelijks op tussen de grote jongens, de bonte kraaien en de eksters. Hij fietst er een beetje tussendoor, zo van: ‘Let maar niet op mij’. Maar iets anders valt des te meer op, kleine eikjes die her en der de kop opsteken. Voor een groot deel gaaienwerk. De gaai verstopt links en rechts eikels in de grond als appeltjes voor de dorst. Maar als-ie die ‘dorst’ ook echt krijgt, dan lijkt-ie wel een soort Alzheimergaai: ‘Ehm….’.
‘Waar was het nou…?’
Ergo eikjes. Uit vergetelheid groeien reuzen.