‘Portogezen’ houden van Porto. Net zo duidelijk als ze aan zoenen doen.
Hoe typeer je een stad? We zitten in de bus op weg naar het vliegveld. Hel verlichte letters stralen ons tegemoet: ‘Eindhoven: sfeervol & compleet‘. Tja. Toegegeven, een stad zo kort samenvatten, makkelijk is anders. Maar het kan moeilijker. We zullen de mensen in Porto eens vragen of zij hun stad kunnen vangen in één woord.
Voor ons in de bus zit een jong stel. Uit Porto? Ze hebben net Amsterdam ‘gedaan’, vermoeden we, en doen nu elkaar. Ware ‘zuigknallen’ vullen de openbare ruimte. Terwijl je bij hun graad van verliefdheid zoenen zou verwachten van wel een hoge intensiteit, maar met een laag volume, zijn dit meer smakkende joekels. Porto-pakkerds, misschien? We zullen zien.
Trouwens, hoe moet je mensen uit Porto eigenlijk noemen? Geen idee. Maar we gaan het niet uitzoeken, want ‘Portogezen’ lijkt ervoor geknipt. Ook de oorsprong van de naam Portugal is immers te vinden in de stad die soms ook wel Oporto wordt genoemd. Lang geleden werd aan de monding van de Douro-rivier de nederzetting Cale gesticht. De Romeinen maakten daar ‘Portus Cale’ van (‘Cale-Haven’), waarna de tand des tijds dit alles via ‘Portucale’ afknaagde tot op de stand van vandaag: de stad Porto in het land Portugal.
Eenmaal in het vliegtuig, heeft de Nederlander naast ons zijn Porto-in-één-woord al klaar: ‘Triest’. De jonge ondernemer is op weg naar Porto om zijn winkel daar te sluiten. Zes maanden heeft hij er een kledingzaak gedreven. ‘Maar de mensen hebben geen geld meer. Huizen en winkels worden dichtgetimmerd’. En de ondernemer vraagt zich af wat wij daar in hemelsnaam gaan doen. ‘In een dagje heb je het gezien’. Zou het?
De volgende ochtend zitten we aan de Atlantische Oceaan, daar waar de rivier en de zee elkaar ontmoeten, beide aan het einde van een lange reis. En meteen denk je ook zelf al een omschrijving van Porto te weten: verrassend. Naast ons zit namelijk een producent van portwijn met een ronduit onverwachte naam. Te weten: Dirk. Pardon? Maar het is echt waar. Inmiddels is Dirk van der Niepoort alweer van de vijfde generatie, nadat een voorouder zijn geboorteplaats Hilversum verwisselde voor Porto. Verrassing Nr.2: Dirk maakt ook een gewone rode wijn die drinkt als een trein, maar die heet… ‘Gestolen Fiets’.
Portogees met fiets. (Het lijkt wel reclame).
N.B. Etiket gemaakt door Willem, tekenaar van o.m. Charlie Hebdo.
Speciaal voor de Nederlandse markt. Wat Porto betreft kan de wijnmaker het met nog één woord minder af: ‘Fantastisch’.
Zo, de stand is 1-1. Een sympathieke vrouw wil direct daarop de 2-1 binnenschieten met encantadora, betoverend. Maar helaas, ze werkt voor de VVV, dus moeten we haar bijdrage wegstrepen tegen de slogan uit Eindhoven. Maar omdat je ziet dat ze het meent vermelden we ‘m toch.
Een andere vrouw weet het meteen: ‘Porto = FC Porto’, de voetbalclub. Ze ziet er heel normaal en beschaafd uit, maar ze ‘háát Benfica’, de club uit Lissabon. Zodat we het even weten. Oké.
Ze zit aan het tafeltje naast ons, in het restaurant. Eten is in Porto heel belangrijk, maar echt ‘subtiel’ kan je de lokale keuken niet noemen. Ze houden van ronduit smeuïg, een beetje zoals die zoenen in de bus. Een droge boterham is aan de Portogezen niet besteed, integendeel, met als absolute topper de francesinha. Het soort fastfood waar je superslow van wordt.
Men neme:
een plak brood als bodem, waarna het stapelen kan beginnen. Bijvoorbeeld: ham, gerookte varkensworst, verse worst, geroosterd rundvlees, een tweede boterham en als dakbedekking gesmolten kaas. Dit gevaarte wordt bij voorkeur omgeven door een woud aan frieten, overgoten met een geheime, al dan niet pikante saus. Het geheel, zo mogelijk, weg te spoelen met bier.
Aangezien we om Porto verder te kunnen ontdekken nog moeten bewegen, laten we ‘m maar even aan ons voorbijgaan. Dit blijkt je alleen al te worden vergeven omdat iedereen een ander, héél speciaal adresje weet waar je een nog veel lekkerdere francesinha kan krijgen. Of die intrigerende naam ‘de kleine Française’ verder iets zegt over de plaatselijke opinie blijft ondertussen onduidelijk. Maar wel kan iedereen je vertellen waarom de Portogezen in hun land als ‘pens-eters’ worden aangeduid.
Dat verhaal wil dat ze tijdens een militaire campagne hun beste vlees naar de troepen stuurden
en zichzelf tevreden stelden met de rest. Dat bleek zo goed te bevallen dat tripas niet meer uit de Porto-keukens zijn weg te denken. Datzelfde geldt voor sardines en kabeljauw in diverse varianten.
En wat oorlog betreft: op een zwarte dag, vluchtend voor het Franse leger, verdronken duizenden inwoners van de stad toen een brug over de Douro het begaf. Daarom is het wel zo mooi dat één van de twee meest karakteristieke bruggen over de rivier werd gebouwd door het Franse bedrijf van Gustave Eiffel. De tweede nodigt onweerstaanbaar uit voor een wandeling naar de overkant, naar Vila Nova de Gaia. Daar liggen veel, héél veel flessen en vaten port te wachten op wat komen gaat. Vanaf vlakbij het bovenste niveau van de brug brengt een gondelbaan je naar de waterkant, waarna het portproeven kan beginnen.
Zelf gaan we meteen weer omhoog, want in het late licht is het zicht op Porto te mooi om te missen. Maar we doen het niet alleen. Beneden stapt een piepjong stelletje bij ons in.
Maar niet voor het uitzicht. En zo hebben wij er een inmiddels bekende soundtrack bij: Porto-pakkerds. Ja, het moet net zoiets als met het eten zijn. Ze houden niet van geliflaf, maar willen van alles met smaak genieten.
Zelf krijgen we trouwens ook binnen de kortste keren een batterijtje zoenen cadeau. Gewone dan. Van Portogezen die we amper een uurtje kennen. Hoewel, helemaal gewoon zijn ook die niet, want ze voelen aan als echt. In stellen van twee. Niet die vacuüm ‘drietjes’ van bij ons.
Daarbij moeten we wel bekennen niet te hebben opgerakeld wat iedereen gelukkig alweer vergeten is: dat er ook een Portugees-Nederlandse oorlog heeft bestaan. Toen we beide nog kemphanen waren met wereldmacht.
Het is het mooie, het mooiste van Porto: echte mensen. Ga bijvoorbeeld eens naar Lello. Een fenomeen. Misschien wel ’s werelds mooiste antwoord op de handel via internet. Het interieur van deze boekwinkel is onovertroffen, maar niet alleen door de houten lambrisering. Daarbij krijg je namelijk het warm kloppend hart van Senhor Antero Braga inclusief. Een sympathieker boekenmens bestaat er niet. Als je hem vraagt naar Porto-in-één-woord, grijpt hij – hoe kan het anders? – naar een boek. In ‘Spirit of Oporto’ staan zijn gedachten al gedrukt. In zevenenzeventig woorden. Goed, dat zijn er voor ons zesenzeventig teveel, maar kwalijk kan je het iemand niet nemen die juist in mooi verpakte woorden doet.
Hieronder de omschrijvingen die we zelf verzamelden.
Portogezen over Porto
Betoverend
Ziel
Gek
Historie
Fantastisch (2x)
Licht
Tripas
Saudade
Mysterieus
Het Beste
FC Porto
Echt
Anders
Zeker, Porto is niet compleet. Je hoeft niet lang te zoeken om te zien dat er hier en daar wat van die fraaie azulejo-tegels missen en dat de crisis ook grotere gaten slaat.
Maar temidden van zoveel zachtbruine ogen die niet completer kunnen, kijk je daar graag door- en overheen.
Sommige dingen in Porto zijn overigens overcompleet en andere simpelweg perfect. Stap maar eens binnen in de São Francisco-kerk en het zal je duizelen. Het interieur is er samengesteld volgens het recept ‘Van alles meer dan voldoende, en dat in het kwadraat’. Overgoten met tweehonderd kilo bladgoud. Een soort reli-culturele francesinha.
De metro, daarentegen, is een triomf in beton en roestvrij staal. Brandschoon bovendien. En ‘Serralves’? Beeldschoon. In dit moderne kunst-complex vind je het soort museum waarvan je zou willen dat het ook eens leeg ten toon zou worden gesteld.
Zó mooi is het. En ook het Casa da Musica, het concertgebouw van ‘onze’ Rem Koolhaas, mag er zijn.
De avond valt. Tijd voor ons stamcafé. We ontmoeten er een briljante jonge student die er met zijn moeder aan de francesinha zit. Hij studeert economie in het buitenland en zal wellicht voor zijn land verloren gaan. Begrijpelijk, maar treurig. Zijn Porto-woord is dan ook saudade, dat onvertaalbare begrip op het kruispunt van pijn, weemoed en verlangen.
Vooruit, nog één keer begeven we ons op die mooie brug over de rivier en genieten van het schouwspel. Onze tijd is op. Ai, te laat! Nou ja, dan maar een volgende keer: onze eerste francesinha. Want na bijna vier dagen zijn we met Porto nog niet klaar.
En zij nog niet met hem. (Of juist wel)
*
Porto Varia
Info Porto
www.visitporto.travel
Er bestaat een Porto Card, een combi-kaart voor het openbaar vervoer en toegang/korting op musea etc.
Guimarães
Iets boven Porto ligt de Europese Culturele Hoofdstad 2012
Info Algemeen
www.visitportugal.com
Niet missen
Het São Bento treinstation, met fraaie azulejo-tegels. Vanaf daar kan je ook vertrekken voor een tochtje langs de Douro in de richting van de (port)wijngaarden. Een Unesco Werelderfgoed op zich.
Tweeling
Dat van de vijf bruggen over de Douro de twee mooiste sterk op elkaar lijken, is geen toeval. Ze werden allebei ontworpen door dezelfde, Belgische ingenieur. Dus niet door Eiffel zelf.
Het bovenste dek van de Luis I-brug is minder geschikt voor mensen met hoogtevrees. Geen nood: het kuieren kan ook lager.
Creatief met kurk
Wat je allemaal in kurk krijgen kan grenst aan het ongelofelijke. Modieuze tasjes, paraplu’s en zelfs kurkjurken.
Uniek
Hoe parkeer je je auto bij ons hotel? Door de voordeur naar binnen en dan met auto en al in de lift.
© Joost Overhoff
*
Ingezonden brief na publicatie van dit stuk in de krant:
Goede middag,
Graag wil ik Joost Overhoff bedanken voor en feliciteren over het mooie artikel over Porto in Portugal. Ik kom zelf uit Porto maar woon al 22 jaar in Amsterdam (…)
Mijn stad is door hem heel mooi beschreven.
Met vriendelijke groet,
Alberto Carvalho