N.B.
Voor wie zich tijd wil besparen: dit stuk is lang.
Bovendien eindigt het met een anti-climax voor wie hoopte op een overtuigend stappenplan.
2021
Je schuift het lang voor je uit. Te lang. Je weet dat je er ooit over na moet denken en als je het ‘ooit’ gaat doen, zoals nu, is het rijkelijk laat. Niet dat je verwacht dat het veel gaat uitmaken wat je als eenling denkt, maar toch. Je, ik, moet.
De Chinese Communistische Partij viert dit jaar zijn honderdste verjaardag. Reden, uiteraard, voor een toespraak van de Chinese president. Hij waarschuwt buitenstaanders nog eens zich niet te bemoeien met China’s ‘interne aangelegenheden’.
Terwijl, voor zover je het nog niet deed, het juist de hoogste tijd is dat nu wel te doen. Ook huiselijk geweld is een interne gelegenheid. Tot het te erg wordt.
Bovendien gaan wij zelf intern steeds meer merken van wat China extern doet,
Ik keek net naar mijn dagelijkse beeldfeuilleton, ‘de’ vulkaan, op IJsland. Tot mijn verbazing zag ik aan het eind van de enorme lavastroom kleine gele dingetjes bewegen. Twee draglines staken nogal hopeloos af tegen De Zwarte Zee. De lava beweegt zich nog door onbewoond gebied, maar de IJslanders zijn alvast aan het oefenen. Voor later. Het is niet ondenkbaar dat de lavastroom nog tientallen jaren door zal gaan en van alles kan gaan bedreigen: een stad, een waterkrachtcentrale en nog zo wat.
Of, en zo ja hoe ze de loop van al die vloeibare steen kunnen dirigeren, daar zijn ze nu al mee bezig. Voor het te laat is. Als het nog kan.
Het was ook decennia geleden dat een redacteur van een grote krant mij vroeg hoe ik dacht dat het verder zou gaan met China. Ik had net een academisch jaar in dat land doorgebracht, in een tijd dat ooggetuigen daar nog schaars waren. Dat verschafte mij automatisch een zekere autoriteit, al had hij mijn antwoord ook zelf kunnen bedenken.
Ik zei toen: ‘Als al die miljoenen mensen jaar in jaar uit harder werken dan wij, en minstens zo slim zijn, dan gaan ze ons op een gegeven moment voorbij’.
De uitdaging voor de Communistische Partij was om alle Chinezen een alsmaar voortdurende welvaartsgroei te bieden, als voorwaarde om aan de macht te blijven en de stabiliteit te kunnen bewaren.
Inmiddels, zoveel jaren later, blijkt De Partij die opgave tot nu toe met glans te hebben vervuld.
In de tussentijd heb ik inzake China al heel wat keren de pen ter hand genomen. Een aantal van die stukken heeft inmiddels ook onderdak gevonden op deze site. Wellicht zal ik dus meermaals in herhaling vervallen als ik doe waaraan ik nu zelf een behoefte voel: eens een aantal saillante momenten op een rij te zetten. Daaronder zowel ‘kleine’, persoonlijke herinneringen als grote historische gebeurtenissen. Vanaf het eerste begin tot nu.
(Een aantal jaartallen is ‘bij benadering’).
1750 v.Chr.
Eerste Chinese dynastie.
1000 v.Chr.
Eerste vermelding van ‘Zhongguo‘, ‘Middenrijk’, als aanduiding van een centrale staat ten opzichte van een (meer of minder barbaarse) periferie.
221 v.Chr.
China verenigd onder keizer Qin (spreek uit: Tsjin), waarvan ‘China’ wellicht is afgeleid.
1624
De Verenigde Oost-Indische Compagnie sticht Fort Zeelandia op het huidige Taiwan en verkrijgt er de controle. De Nederlanders stimuleren grootschalige immigratie van Chinezen voor het bewerken van de landerijen.
1842
Engeland verkrijgt Hongkong bij een afgedwongen vredesverdrag na de Eerste Opiumoorlog. Dit nadat China zich had verzet tegen vooral de vrije invoer van Britse opium in hun land, die tot miljoenen verslaafden leidde.
1949
Stichting van de Volksrepubliek China.
De nationalistische regering vlucht naar Taiwan en vestigt zich daar als Republiek China.
1959
De Dalai Lama vlucht uit Tibet.
1962
Ik word mij voor het eerst bewust van ‘de Chinees’, een eethuis in mijn geboortedorp waar wij af en toe een maaltijd afhalen. Daaronder ook/vooral Indonesische gerechten.
1966
In het kader van de Culturele Revolutie blazen Rode Gardisten het graf op van Confucius.
1976
De grote Tangshan-aardbeving.
Enkele aspecten:
– Correcte aardbevingsvoorspelling werd geacht te zijn voorbehouden aan volgers van een correcte partijlijn, waarbij zelfs ‘Het Denken van Mao Zedong’ een rol kon spelen.
– Een waarschuwing zou zijn overwogen, maar zijn uitgebleven om de negatieve gevolgen van een onjuiste voorspelling te voorkomen.
– Van oudsher worden in China natuurrampen in verband gebracht met de legitimiteit van de heersende macht.
(Zie ook: 1982).
Dood van Mao.
Einde van de Culturele Revolutie.
1978
Het ‘Chin.Ind.Rest.’ in mijn geboortedorp wordt verbouwd tot een luxueuzer restaurant. ‘Chin.’ krijgt de overhand op ‘Ind.’, compleet met mini-loopbrug over zwemmende karpers, symbolen van voorspoed.
1979
Invoering van een, ook fysiek afgedwongen, één-kindpolitiek.
1980
Een door Deng Xiaoping eerder geciteerde spreuk krijgt vleugels:
‘Het maakt niet uit of een kat zwart of wit is, als hij maar muizen vangt’.
= een pragmatische(r) kijk op de dingen = ‘socialisme met Chinese karakteristieken’.
1981
China ‘straft’ Nederland voor het leveren van duikboten aan Taiwan door het terugschroeven van de diplomatieke- en handelsbetrekkingen.
Ik vertrek met een studiebeurs voor een academisch jaar naar het ‘Middenrijk’.
Toch sta ik paf bij het zien van een Chinese wereldkaart, met China in het centrum. (Dáár waar ik Europa gewend was).
Ik zie Chinese films waarin karikaturale westerlingen figureren, in de rol van imperialistische schurken.
Ik leef mee met China bij het zien van de door westerse troepen verwoeste Yuanmingyuan, het Oude Zomerpaleis, als vergelding voor het Chinese verzet tegen de imperialistische druk rond de Opiumoorlogen.
Ik ontmoet iemand die zichzelf in de Mao-tijd Engels heeft geleerd in een kast, als bescherming tegen klikkende buren.
Ik realiseer me dat het een fout was te proberen een Chinees, die opeens spoorloos leek, thuis te bezoeken. Ik val teveel op en compromitteer zo zijn familie.
De portiers van de gebouwen waarin studenten wonen, rapporteren aan de Veiligheidsdienst. Chinese studenten, die op verzoek van buitenlandse studenten bij hen op de kamer worden geplaatst, idem dito.
In het donker komt iemand naast ons, een groep buitenlanders, lopen en ontbrandt anoniem in een tirade over zijn land.
Een Chinese studente vertelt me waarschijnlijk niet lang meer te leven, (de hand aan zichzelf te zullen slaan), door de ondraaglijkheid van het systeem.
1982
Een Amerikaanse medestudent stapt uit op het station van Tangshan, met uitstapverbod, en wordt verplicht een zelfkritiek te schrijven. Die stad was eerder het toneel van een aardbeving waarbij officieel bijna een kwart miljoen doden viel, maar volgens sommigen wel drie keer zoveel. (Zie ook 1976).
Mij wordt de toegang ontzegd tot een tentoonstelling over de Chinese invasie van Vietnam in 1979, die hetzelfde lot trof als dat van de Fransen en Amerikanen daarvoor: ondanks een schijnbaar overwicht volgt door taaie tegenstand een roemloze terugtocht.
Steeds meer buitenlandse bedrijven proberen in China een voet aan de grond te krijgen. Dromend van een mega-markt doen zij daarbij mega-concessies, waaronder het overdragen van technologie.
Een Chinees-Amerikaanse medestudente wordt door Chinese vriendinnen gevraagd naar het Amerikaanse echtscheidingsrecht. Bij wijze van loopbaanplanning, met als tussenstap het aan de haak slaan van een Amerikaan.
Een lerares aan het Taleninstituut van Beijing zegt na de les: ‘Jij schrijft voor de krant, toch?’ (= Het Parool te Amsterdam).
1983
Ik bezoek Xinjiang en ontmoet daar Oeigoeren. Geplande kolonisatie door Han-Chinezen is al gaande, maar ze zijn nog ruim in de minderheid.
In een trein laat een Chinese leraar mij de littekens zien op zijn buik, die is opengesneden tijdens de Culturele Revolutie.
1989
Neerslaan van het Tiananmen-protest.
1997
Hongkong komt weer onder Chinese controle, onder voorwaarden zoals een zekere vorm van zelfbestuur, vrijheid van meningsuiting en min of meer democratische verkiezingen. Dit alles geldend voor vijftig jaar, onder de vlag van
‘Eén land, twee systemen’.
2000
Ik bezoek Vancouver, waar inwoners zich beklagen dat ze zich steeds moeilijker een eigen huis kunnen permitteren, omdat de prijzen worden opgedreven door Chinezen die huizen kopen ‘voor het geval dat’. En er tot dat moment niet in wonen.
Ik ben verbluft door een enorme Chinese shopping mall in Toronto, waarin vrijwel niet één woord Engels te bekennen is.
2002
Hongkong-Chinezen worden eigenaar van het ‘oer-Hollandse’ Kruidvat.
2008
Een Italiaanse uit Prato beklaagt zich, met scheve ogen, over het toenemend aantal Chinezen in haar stad ‘met dure auto’s’, die zich meester maken van de kledingindustrie.
2010
Eerste stappen richting een Sociaal Kredietsysteem, waarin punten kunnen worden verdiend/afgetrokken voor goed/slecht gedrag. Waarna burgers faciliteiten/rechten kunnen worden verleend/ontzegd. Gaandeweg te integreren met hightech detectie, waaronder openbare camerasystemen.
2011
Chen Quanguo wordt de hoogste partijfunctionaris in Tibet en onderdrukt de lokale onrust door een fijnmazig politie- en informatienetwerk, naast een versnelde vestiging van Han-Chinezen.
Een Italiaanse ex-tomatenproducent vertelt me dat veel zogenaamd Italiaanse tomaten in werkelijkheid uit China komen.
2012
Een Nederlandse kledinghandelaar vertelt me dat hij om de twee weken naar Prato gaat met 9.999 euro, het maximaal toegestane ‘vrije’ bedrag, om zijn leveranciers grotendeels in contanten te betalen. Eerst werkte hij met Turkse producenten, ‘maar de Chinezen zijn sneller’.
Bedrijven waarmee hij werkte die door de Italiaanse Financiële Politie werden gesloten, heropenden kort daarna onder een andere naam.
Xi Jinping wordt China’s machtigste man.
2013
Lancering van het ‘BRI’ (Belt and Road Initiative), ook wel genoemd ‘De Nieuwe Zijderoute’, een mondiale ontwikkeling van infrastructuur en een van de grootste investeringsprojecten in de wereldgeschiedenis.
In Prato kost een brand het leven aan zeven Chinese textielarbeiders, die dag en nacht in hun fabriek bleken te verblijven. Twee (later bij verstek veroordeelde) eigenaren wijken uit naar China.
Ik spreek een Italiaan die inmiddels werkt als elektricien. Zijn fabriek, die traditioneel-Toscaans aardewerk maakte, heeft moeten sluiten door concurrentie van imitaties uit China.
2014
De sfeer bij ‘de Chinees’ in mijn geboortedorp blijkt veranderd. De karpers zijn er nog, maar de onderdanigheid van weleer is vervangen door een zelfbewuste houding en lijkt zelfs te zijn overgegaan in het tegendeel.
2016
Voor het eerst drink ik cappuccino in een Italiaans café dat is overgenomen door Chinezen. Een trend. Naar verluidt worden bij die overnames ‘koffers met contanten’ ingezet.
Terzijde
Een Italiaanse loodgieter klaagt tegen mij dat veel Italiaanse klanten naar een ander gaan als hij het werk niet zwart wil doen.
Mijn vrouw breekt haar enkel in een Amsterdams hotel met een Engelse naam. Het blijkt eigendom van (‘Hollandse’) Chinezen.
Een Chinees bedrijf koopt de facto de haven van Piraeus en wil daarmee op termijn Rotterdam voorbijstreven.
Chen Quanguo wordt na zijn geslaagde missie in Tibet ingezet in Xinjiang, om ook aldaar iedere onrust te elimineren.
2017
Het aborteren en steriliseren van Oeigoerse vrouwen worden onderdeel van het doorvoeren van geboortenbeperking.
Het eerste zelf ontworpen en zelfgebouwde vliegdekschip komt in de vaart, symbool van de grote ambities van de Chinese marine die de kustverdediging ver te buiten gaan.
2018
Meerdere rapporten stellen dat in Xinjiang meer dan een miljoen mensen, vooral Oeigoeren en vrijwel uitsluitend moslims, zijn geïnterneerd in wat China noemt ‘Beroepsopleiding- & Trainingcentra’.
In een Zwitsers bergdorpje betreden Chinese toeristen de tuin van een huis, voor het maken van een selfie. We dalen af in de Seilbahn met een bewoonster en passeren de gondel die omhoog komt, vol met nog meer Chinezen. De bewoonster zucht en denkt aan verhuizen.
2019
In Hongkong ontstaat krachtig verzet tegen een uitleveringswet (van Hongkong naar China) die wordt gezien als een ondermijning van de beloofde vrijheden.
2020
China dringt Hongkong een draconische ‘veiligheidswet’ op, die in feite een einde maakt aan de beloofde vrijheden en leidt naar een soort ‘Eén land, vrijwel één systeem’.
Officieel georkestreerde Confucius-revival. Onderdeel van terugkeer naar ‘Chinese waarden’, met nadruk op respect voor de (voor)ouders en, vooral, de autoriteiten.
2021
In een documentaire van Ruben Terlou heeft een Chinese kledingproducente in Prato het over de Italianen in die Italiaanse stad als ‘waiguoren‘, buitenlanders.
China zet als tweede aarde-land een robotvoertuig op Mars.
Volgens Reuters is China, aan de goede kant van 65% van alle officiële bilaterale schulden, de grootste crediteur ter wereld. Veel leencontracten met arme landen eisen een geheimhoudingsplicht inzake de voorwaarden, die meestal alleen ten gunste van China kunnen worden gewijzigd en China onder meerdere schuldeisers bij aflossing voorrang geeft.
Volgens de laatste census telt China 1.41 miljard inwoners, waaronder 264 miljoen 60-plussers. Binnen niet al te lange tijd gaat de bevolking afnemen. Volgens sommigen nu al. Na het decennia lang afdwingen van één kind per gezin, lijkt de nieuwe ‘meer-dan-één-kind-politiek’ niet aan te slaan.
China telt meer dan 200 miljoen academici. Per 100 meisjes worden er 111 jongens geboren, maar op universiteiten zijn vrouwen in de meerderheid.
(Exacter: per 100 opgroeiende meisjes groeien er 111 jongens op).
Een studie stelt dat meer dan de helft van de 770 miljoen publieke bewakingscamera’s in de wereld zich in China bevinden. Steeds meer daarvan zijn voorzien van gezichtsherkenning. Nieuwste ontwikkeling: automatische emotie-detectie.
Terzijde
Ter relativering: torenhoog op de camera-ranglijsten staat Londen.
Bijzonder laag: Tokio.
Een Chinese blogger krijgt gevangenisstraf vanwege zijn bewering dat China het aantal doden aan Chinese kant, bij grensschermutselingen met India, lager opgeeft dan de werkelijkheid zou zijn. Strafbaarheidsgrond: ‘Ruzie zoeken en problemen veroorzaken’.
Diverse leden van een Chinees-Amsterdamse familie krijgen gevangenisstraffen voor ‘decennialang’ witwassen, mensensmokkel, valsheid in geschrifte en oplichting, in verband met hun hotelbelangen in de hoofdstad.
De eerste Hongkong-Chinees wordt veroordeeld op grond van de nieuwe veiligheidswet. De wet voorziet in maximaal een levenslange gevangenisstraf voor onder meer ‘subversieve’ activiteiten.
*
En wat moeten we hier nu mee?
De verwachting/hoop bij veel westerlingen dat China ‘als vanzelf’ zou democratiseren, alsof het daarbij zou gaan om een natuurlijk proces, is niet uitgekomen.
Net zo, ga je er daarbij ‘als van nature’ vanuit dat dat ook zou moeten. Maar moet dat wel?
Waar het om moet gaan is wat uiteindelijk, per saldo, voor zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk geluk oplevert. Misschien is China inderdaad wel beter af met de toestand van ‘onvrije stabiliteit’ waarin het zich nu bevindt, afgedwongen door De Partij, die ene.
Recente voorbeelden van door van buitenaf geforceerde ‘regime change‘ in landen die bevrijd werden van brute dictators, zoals in Libië en Irak, lijken vooralsnog per saldo juist voor meer ellende te hebben gezorgd. Van veraf kan je denken dat ze daar, op weg naar het paradijs, maar even heen moeten kijken door alle doden, gewonden en ontwrichting, maar alleen al het stellen van ‘de saldovraag’ aan Irakese en Afghaanse vluchtelingen heeft me tot nu toe alleen (heel) lelijke blikken opgeleverd.
Niet, trouwens, dat iemand er ook maar aan denkt in het geval van China aan militaire inmenging te doen.
Zelf overweegt China wél militaire inmenging, maar dan in gebieden die het land beschouwt als het eigen grondgebied, Taiwan voorop. Hoe redelijk is dat? Een militaire aanval moet uiteraard worden voorkomen en je bent als vanzelf geneigd een underdog te willen beschermen tegen De Grote Draak, maar dat China het gevoel heeft dat Taiwan eigenlijk bij het vasteland hoort kan ik me wel voorstellen. Het is, alleen al geografisch, toch een beetje het Texel van China.
Maar is het ook de Krim van China? Waar het om gaat, na al die tijd, is of de Taiwanezen bij China willen horen.
Aanzienlijk dubieuzer, om niet te zeggen ronduit absurd, zijn de aanspraken van China op (heel) ver weg gelegen eilandjes, waaronder Schiermonnikogen en Rottumerplaten van de Filipijnen en Maleisië.
Probleem is dat zodra je eenmaal gezegd hebt dat bepaalde territoria van jou zijn, en je je schoolgaande jeugd dat decennialang hebt voorgehouden, een weg terug moeilijk wordt. En als je jaar in jaar uit je militaire macht hebt uitgebreid, ook ter zee, dan krijg je de neiging er iets mee te willen. Al is het maar passief.
Kan het zijn dat het huidige Chinese economische model superieur is aan het onze?
In ons systeem is staatsbemoeienis in principe taboe, in China regel. Daaronder, zo nodig, staatssteun. Dat levert oneerlijke concurrentie op. Maar in de praktijk bedienen ook wij ons van een heel scala aan protectiemaatregelen, zoals importtarieven.
Het doet wat denken aan de Duitse snelwegen en die bij ons. Wij hebben een maximumsnelheid, iets dat in Duitsland onbespreekbaar is. Het principe is dus niet hetzelfde, maar zij hebben steeds meer bordjes die de snelheid beperken ter plekke, zodat het feitelijke verschil steeds kleiner wordt. Natuurlijk zijn de verschillen tussen China en de toestand bij ons wel degelijk groot, maar toch.
Bovendien is bij ons gebleken dat een compleet vrije markteconomie niet volmaakt zelfreinigend is, om het zacht uit te drukken.
In China worden recentelijk grotendeels particuliere bedrijven die ’te machtig’ dreigden te worden weer aan banden gelegd. Bovendien kan de ondergeschiktheid van techbedrijven meebrengen dat ze verplicht worden ten behoeve van de staat extra gadgets in hun producten te verwerken waar de gebruiker geen weet van heeft. Bij wijze van (bedrijfs)spionage. Ook daaraan is niets nieuws, alleen biedt de cyberspace nu ongekende mogelijkheden, ook voor ontwrichting. Daar staat tegenover dat je niet te naïef moet zijn inzake wat westerse inlichtingendiensten kunnen. En ook doen.
De vraag is in hoeverre de huidige stabiliteit in China te danken is aan het feit dat de ‘vlucht naar voren’, meer welvaart, tot op heden zo goed lukt, en in hoeverre die stabiliteit het gevolg is van een steeds groeiende greep op de bevolking door het perfectioneren van de controle.
Soms kan ik weleens verlangen naar een alziend oog dat ook bij ons sociale kredietpunten uitdeelt of aftrekt. Dat iedereen die aan dumbphonen doet, achter het stuur of op de fiets, automatisch een boete krijgt. En nu het tijdperk Trump en de coronapandemie hebben onthuld hoeveel ‘lariekoekofielen’ er in de vrije wereld bestaan, kan het idee bij je opkomen dat een zinnige, dwingende overheid misschien wel verkieslijk is.
Maar als je ziet hoe in China de controle een verstikkende ‘volmaaktheid’ nadert, dan beneemt het je letterlijk de adem.
Het leidt ook tot een gevoel van machteloosheid. Zeker, ik denk er weleens over het Middenrijk na al die jaren opnieuw te doorkruisen en overal mijn licht op te steken, zoals ik dat altijd en overal doe. Maar hoeveel wijzer ga ik daarbij worden? Wie zal mij nog iets durven te vertellen? Iets echts. En als dat al lukt, in hoeverre breng ik daarmee dan anderen in problemen? En mogelijk ook mijzelf.
Je draait, bijna radeloos, in het rond, op zoek naar een uitweg. Moeten we niet toegeven dat China het inmiddels vrijwel volmaakt voor elkaar heeft? Volmaakt, voor een goed begrip, naar hun idee. Een vooralsnog onwrikbare combinatie van knoet en wortel. Zowel binnenlands, tegenover de eigen bevolking, als buitenlands, ten aanzien van vele landen die door Chinese leningen en andere, nooit belangeloze steun aan de leiband lopen.
De opkomst van China komt niet uit de lucht vallen, maar heeft inmiddels iets benauwends.
Is het dan onredelijk dat taaie en slimme mensen die zoveel harder en meer werken dan wij steeds meer de overhand krijgen? Nee. En toch zou je je er op de een of andere manier tegen willen beschermen, omdat een minder hard-resultaatgerichte maatschappij bescherming verdient.
De benaming ‘Zhongguo/Middenrijk’ voor het huidige China is relatief nieuw. Maar het bijbehorende wereldbeeld is vele eeuwen oud: China als dominant centrum van de wereld, waaromheen ’tribuutstaten’ cirkelen die hun ondergeschiktheid (moeten) erkennen. Zie de letterlijke en figuurlijke betekenis van het Engelse ‘paying tribute‘.
Die toestand is geruime tijd ‘onverdraaglijk’ onderbroken geweest, maar keert nu terug naar hoe het in de Chinese optiek hoort te zijn. Dat is los van de vraag of er in Beijing daartoe een ‘masterplan’ bestaat, of niet.
In perfectie zal die ‘nieuwe oude’ toestand er vooralsnog niet komen, maar de wederopstanding is een feit. En die komt tegelijk met de neergang van het land dat lange tijd leidde. De Amerikanen werden ooit wel ‘De nieuwe Romeinen’ genoemd, niet in het minst vanwege de combinatie van veel kracht en weinig subtiliteit. En ook nu, tijdens het verval, doet het opvallend veel aan dat van Rome denken. Een recente onder-de-maat-over-the-top-‘keizer’ inclusief.
Je specifiek teweerstellen tegen de opkomst van China is onjuist als doel op zich. Los daarvan blijft de beste manier van stemmen die met je portemonnee. Zo kan je weigeren producten te kopen als je zeker weet dat die bijvoorbeeld met een of andere manier van onderdrukking tot stand zijn gekomen. Waarbij je wel rekening moet houden met de kans dat je daardoor de onderdrukten ook nog eens het brood uit de mond stoot.
Minder Chinese spullen kopen is vaak een goed idee uit een oogpunt van milieu, daar waar Made in China per saldo ecologisch onzindelijk is. Bovendien heeft één enkel dwarsliggend schip in het Suezkanaal ons pijnlijk gewezen op onze afhankelijkheid. Dat was per ongeluk. Maar je kan ook denken aan een Chinese variant van het oud-Hollandse stakingsparool:
“Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil”.
Om maar eens iets te noemen komt bijna de helft van alle silicium voor zonnepanelen uit de ‘Oeigoerenregio’ Xinjiang en produceert China zo’n 80% van ’s werelds ‘zeldzame metalen’, essentieel voor elektrische motoren, mobiele telefoons en nog veel meer.
Natuurlijk, als uit dat vaatje wordt getapt kan ook China schade worden toegebracht, maar zo’n escalatie-traject lijkt me voor alle partijen een heilloze weg.
China specifiek straffen voor mensenrechtenschendingen, in de vorm van officiële boycots, lijkt me kansloos bovendien. Ook in de eerdere fase van zwakte bleef China taai en dat zal in de huidige periode van kracht zeker niet anders zijn.
Toen ik destijds in China liet weten het Chinese recht te willen bestuderen, werd ik uitgelachen. Dat recht legde mijn Chinese uitlacher me in één zin uit:
De sterkste is meester.
Meer hoefde ik volgens hem niet te weten. In het kielzog daarvan kon je een andere stelling zelf bedenken:
Sympathie voor de zwakkere is een westerse vorm van luxe.
Wellicht denken veel Chinezen dat democratie ook een vorm van luxe is die het land zich niet kan permitteren, nog los van degenen die zoiets ook niet zouden willen omdat ze hun eigen systeem als superieur beschouwen. Vrijheid, als die tot chaos leidt, zal daardoor niet alleen slecht zijn voor hun inkomen, maar ook voor de gezondheid. Met chaos heeft het land slechte ervaringen. Alleen al de Taiping-opstand, bijvoorbeeld, kostte richting de dertig miljoen mensenlevens.
Het is dus maar de vraag of, wanneer de huidige heerser Xi ooit het veld ruimt, er dan wél iets zal komen dat op democratie lijkt. Zeker is dat China zich indrukwekkend ontwikkelt. En als de eigen bevolking akkoord gaat met verregaande inperking van de vrijheid om die ontwikkeling niet te laten verstoren, prima.
Kunnen we wel iets doen aan wat China doet? Weinig, tot niets. Móeten we daar iets aan doen? Toch wel. Het verstikken van de Oeigoeren, het onderdrukken van Hongkong, de groteske aanspraken in de Zuid-Chinese Zee, al het onaanvaardbare mag niet worden aanvaard uit angst voor het schaden van economische belangen.
Op zijn minst moeten we De Draak duidelijk blijven maken dat sommige zaken in de weg staan van dat waarnaar China ooit zo hongerde: prestige. Door te verstikken en te onderdrukken plaatst het Middenrijk zich moreel buitenspel.
De vraag is echter in hoeverre, bij het toenemende superioriteitsgevoel dat de eigen groeiende kracht en de westerse tanende macht vergezelt, China nog interesse heeft in door het Westen ‘verleend’ aanzien.
Zeker is dat China (ultra-) nationalisme gebruikt als een instrument dat je hoger of lager kan draaien, al naar gelang het de overheid uitkomt. Dat kan ooit misgaan.
Hoe dan ook is het goed dat we ons realiseren dat iedere ruimte die we zelf niet innemen door derden zal worden ingenomen, China voorop.
*
Terzijde
Terwijl ik dit schrijf loopt een Amsterdams-Chinese onder langs mijn raam, met een tasje vanwaaruit Chinese muziek dit stuk bijpassend begeleidt.
*
© Joost Overhoff