La Lumaca – De Slak
Het meest verbluffende aan een slak is zijn tempo. Je drinkt éven een kopje koffie en… weg is-ie. Nergens meer te bekennen. Mocht je hem toch nog ergens tegenkomen, dan is-ie veel verder dan je had gedacht. Of het is een ander.
Een slakkengang is indrukwekkend. Niet alleen slijmt een slak sneller vooruit dan je denkt, bovendien gaat zo’n ding maar door. Cruisecontrol erop en dan maar stayeren. Totdat hij parkeert bovenop je sla. Pas dan is het tempo er echt volledig uit. Hoewel de sla daar anders over denkt.
Bovendien kunnen slakken je de stuipen op het lijf jagen. Als ze aan racen doen. En dan met z’n allen. Het gebeurde laatst, na een lange tijd van droogte. De avond viel, de regen nog harder. Je zag geen hand voor ogen. Maar je hoorde veel. Ze kraakten, onder mijn schoenen, bij elke stap. Allemaal op weg naar de moestuin, op topsnelheid. Tot die krak.
Ik scheen met een lantaarn op al het groen dat ooit in onze keuken had moeten belanden. Maar een krioelende massa was daar al aan tafel gegaan.
Ik pakte er een paar en gooide ze een eind weg. Zinloos. Twee kopjes koffie en ze zijn terug.
Tja, slakken wat doe je ermee? Normaal doen we aan deportatie. Maar dan ook echt. We zetten ze neer op zo’n duizend kopjes koffie van de moestuin. Van de onze.
We tracteren de slakjes op die autorit omdat we niet van kraken en niet van giffen houden. Of we leveren ze uit. Aan die ene Toscaan. Die zweert erbij. Omdat volgens hem, vergeleken met een lumaca, Viagra maar een slap snoepje is.
Trouwens, voor de goede orde: officieel is een lumaca een slak zonder huis, terwijl die voorloper van de caravan als chiocciola door het leven gaat. Maar een Italiaan ziet ook zo’n slak met sleurhut al voor zich zoals-ie ‘m uiteindelijk eten zal. Als lumaca dus.
Het woord chiocciola is pas echt in zwang sinds kort. Als slak die niet eens van zijn plaats af komt. Als sl@k. Onze apenstaart.