Il Pipistrello – De Vleermuis
Bij zijn glorieuze entree was hij vooral vleer-. Daarna leek-ie duidelijk meer -muis. Véél meer.
We keken tv. Naar een film. En aangezien je in een paradijs niet mag liegen, zullen we niet beweren dat het ‘Batman’ was. Wel had die film een paradijselijke titel. Het was ‘Chocolat’.
En wie vloog daar door het breedbeeld, temidden van al die chocolade truffels en bonbons? Juist, il pipistrello. Door al het cacao-geluk hadden we alleen niet gezien hoe die fladdermuis het tot in de huiskamer had geschopt. Hoe dan ook, of hij nu via de schoorsteen was gekomen of niet: hij was er. Maar waar was-ie gebleven? We zochten op de plekken waar je een vleermuis in gedachten al ziet hangen. Donker, spelonkig, met hier en daar een spinneweb.
Maar nee, daar zat-ie natuurlijk niet. Alleen al uit principe. Alsof wij, dagdieren, wel even zouden weten waar dat prinsje van de nacht uithing.
De volgende ochtend kwam zijn antwoord. Brutaal. Hij zat gewoon op het aanrecht. Nou ja, brutaal… Veel fut had-ie niet. Het leek eerder een licht misselijk muisje. Ik zette een bakje over hem heen en schoof er een dun kartonnetje onderdoor. Hij piepte. En stak onder de rand een handje naar buiten met daaraan ’s werelds fijnste vingertjes.
Ik zette Vleer buiten neer in de schaduw. Hij spreidde er meteen zijn vleugels uit, op een manier waardoor er maar één gedachte denkbaar was: vleer rijmt vooral op ’teer’. Direct daarna borg hij dat wonder weer op.
Batboy
Zo, daar zat-ie. Uit te puffen. Maar veel tijd kreeg hij er niet voor. Want hij was niet alleen. Zoals ook wij dagdieren weten is er overal leven in dit paradijs. En voor Vleer het wist, of beter: voor-ie het wilde weten, liep al de eerste mier over zijn neus. Onze Batboy schudde, nieste. Maar daar kwam al de tweede. En, zoals de Italianen zeggen: ‘Er is nooit twee, zonder drie…’
Vleer vond het genoeg. Hij klapte opnieuw zijn vliegvliezen uit en koos het luchtruim. Weer een echte fladdermuis.