De Hollandse hoofdstad verliest zijn ziel. Net als eerder gebeurde in het Italiaanse Venetië is nu het ‘Venetië van het Noorden’ aan de beurt. De toeristen krijgen de overhand en het stadscentrum verwordt tot een stoffelijk overschot, bomvol met steeds wisselende figuranten uit binnen- en buitenland. Terwijl het echte leven verdwijnt, kunnen de Amsterdammers er in toenemende mate zelf niet meer bij.
Wie heeft daar schuld aan? Vooral veel Amsterdammers. Zeker, er zijn teveel vergunningen afgegeven voor nog te bouwen hotels. En zeker, het is ook de gemeente die in zee is gegaan met het fenomeen Airbnb, de organisatie die het particulieren makkelijk maakt hun woning kortdurend te verhuren.
Uit het lood, staat het licht op rood…
Airbnb is een voorbeeld van wat door het leven gaat als ‘disruptive technology‘. Het is een innovatie die de boel omver gooit. Inmiddels is de geest uit de fles. Particulieren mogen hun woning maximaal zestig dagen per jaar verhuren, maar daar wordt massaal de hand mee gelicht. Het zou moeten worden teruggebracht tot veertien dagen en op overtreding zouden draconische straffen moeten staan.
Het ‘zielsverlies’ van de stad gaat namelijk razendsnel. De echte schuldigen zijn echter niet de gemeente of de organisatie Airbnb. In het verkeer wordt vaak gesproken over ‘een weg die levensgevaarlijk is’. Maar het is niet de weg die zo gevaarlijk is. Het zijn degenen die er gebruik van maken.
Overdaad schaadt. Je woning een heel beperkt aantal dagen verhuren, oké. Je woning te vaak verhuren is medeplichtigheid aan moord. Op een stad, op een buurt, op ‘een trap’.