464. Repair Café

Om mismoedig van te worden is er voldoende: een oorlog in Europa, de tandem milieu&klimaat, een lekke band…

Misschien juist daarom dat je zo verlangt naar ‘repair‘. Oké, dat het weer in het Engels moet daar word je ook niet vrolijk van, maar ja, zo heet het nu eenmaal: het ‘Repair Café’.

Het is een initiatief waar je juist weer een goed humeur van krijgt. Want wat wil een mens om blij van te worden nog meer? Mensen die in hun vrije tijd andere mensen helpen door dingen te repareren die anders zouden worden weggegooid. Feestelijker kan je het niet krijgen. Als idee. En in de praktijk? Ook niet.

Bij mijn debuut begon ik bescheiden. Sommigen zouden misschien zeggen dat ik te ver ging, om zoiets futiels ter reparatie aan te bieden. Het was, hou je vast, een… theezeefje. Het was een ding van drie keer niks. Maar ik had hem pas net toen een van de pootjes al voor zichzelf wilde beginnen. Natuurlijk, je kan zeggen: ‘Dan had je maar een zeefje moeten kopen met degelijke poten. Eigen schuld’.

Zeker, mea culpa. En toch kon ik het niet over mijn hart verkrijgen dat nog zo verse voorwerp toe te voegen aan de afvalberg. Ik ging ermee terug naar de winkel. Daar hadden ze een constructief advies: ‘Koop gewoon een nieuwe’.

Ik had daarop kunnen zeggen dat ik rechten heb gestudeerd en dat volgens de nieuwste jurisprudentie zo’n zeefje minstens twee jaar hoort mee te gaan, zodat ze, ergo, dus nergens zouden zijn als ik dit voor de rechter bracht. Maar, in plaats daarvan, slaakte ik alleen een diepe zucht en nam mijn kleinood weer mee.

Maar als ik gevreesd had dat die kleine jongen in het Repair Café zou worden ontvangen met opgetrokken neuzen en hoongelach, nee. Helemaal niet. Hij werd er liefdevol onthaald, al werd hij er niet zacht aangepakt. Integendeel, hij werd ‘hard gesoldeerd’, iets waarvan ik nog nooit had gehoord, maar wel heel heilzaam was.

Al doende onderwees de zeefjesdokter mij in de soldeerleer, onwetend dat het technische hoekje van mijn hersens een treffende gelijkenis vertoont met het object dat hij onderhanden had.

In elk geval was ik ten prooi aan ontroering. Dat deze man, die over de hele wereld grote projecten had begeleid, hele fabrieken had gebouwd, zich boog over mijn zeefje.

Ondertussen was ook de stemming in de rest van het café opperbest. Er werd gepeinsd, genaaid en gesleuteld dat het een lieve lust was en terwijl de eigenaren van de meegesleepte spullen hoopvol toekeken genoten de repairers zich een versuffing.

Dat inspireerde me iets substantiëlers op te werpen dat ook zorg behoefde: een knarsend cassettedeck. Zo’n reliek van ooit dat wij gewoon nog hebben en nu opeens weer in de mode is. ‘Neem mee!’, riep een repairer. Met onverwachte deckdrang.

Aldus geschiedde. De volgende keer torste ik het verbluffend zware ding het café binnen. De repairer met deckdrang was echter nergens te bekennen. In plaats daarvan was het een jonge vrouw die zich boog over iets dat ouder was dan zij. Uit een tijd waarin dingen nog zonder koevoet open konden. Even later staarde de repairster, een antropologe, in de buik van een wonder van techniek.

Maar was zij wel de juiste persoon voor deze klus? Hartveroverend was ze zeker en bovendien kon ik van haar wel degelijk iets leren. Zo dacht ik altijd dat antropologen zich bezighielden met pygmeeën en menseneters in Nieuw-Guinea, maar zij bestudeerde de bevolking van… Amstelveen.

Intussen was het een langslopende repairer die de diagnose stelde: een overwerkte aandrijfriem. Hij suggereerde er wat olie op te doen. Als leek leek me dat geen goed idee, maar als ik het zelf zo goed wist was ik daar niet.

In elk geval ging het die avond niet meer lukken. Wat te doen? Het deck ergens anders ‘gewoon’ ter reparatie aanbieden? Maar waar kan zoiets nog? De zeefjesdokter wist wel een adresje, waar ze misschien… Helaas. Ik belde, maar ‘dat deden ze al jaren niet meer’.

Dan maar zelf een aandrijfriem bestellen. Ik internette net zolang tot de cursor tot stilstand kwam in het centrum van Siegen, in Duitsland. Spannend. Zou het een kwestie worden van ‘wel betalen, niet bezorgen’? Welnee, mijn verse (?) riem viel keurig in de bus.

Daarop wachtend had ik me bedacht in het gelukkige bezit te zijn van een zogeheten ’technische zwager’. Die woonde weliswaar een heel eind weg, maar zo konden we hem meteen bezoeken.

Op pad met de patiënt. Lopen, tram, metro, trein. We waren al een tijd onderweg toen de conducteur meldde dat het volgende station de eindhalte was. Storing. Heel Noord-Nederland lag plat. We moesten bellen dat we onze bestemming helaas niet zouden halen.

Maar wat bleek? Niets ‘helaas’. Onze gedachte dat mijn technische zwager niets leukers zou kunnen bedenken dan ons deck te redden, bleek, nu het puntje niet bij het paaltje kwam, helemaal niet te kloppen. Sterker, zijn bereidwilligheid staat standaard op ‘Hoog’, maar zijn deckdrang stond op ‘Nul’.

Kortom, die storing lag niet aan Prorail, nee, het was een ‘Rode Zee in reverse’. (We zijn toch al aan het repairen). Ons was de pas afgesneden door niemand minder dan Onze Lieve Heer. Of was mijn zwager technisch zó begaafd dat hij…?

Hoe dan ook, weer een maand later maakte ik mijn rentree in het Repair Café.

‘Een bekend gezicht!’, riep de zeefjesdokter al van ver.

Dit keer viel ons deck in handen van een duo, een meubelmaakster en een lichtkunstenaar. Dat wil zeggen, een ex-kunstenaar.

‘Hoezo ex-?’, vroeg ik, in de waan dat kunstenaars kunstenaars zijn voor het leven. Maar nee, hij was echt ex- en blij toe. Ik ook, want hij bleek de ideale man om zijn licht op en in dit karwei te laten schijnen.

Verbluffend snel was de complexe klus geklaard. Een tien.

Het Repair Café is een zegen. Of blessing, naar keuze.

*

www.repaircafe.org

TERZIJDE

– De ex-kunstenaar vroeg of het café de ex-aandrijfriem mocht houden. Misschien dat die, na ‘uitkoken’, het toch weer wilde doen. Geheel volgens het RC-motto:

‘Weggooien? Mooi niet!’

N.B.

– Niet dat ik denk dat vrouwen geen technisch probleem kunnen oplossen. (Mijn grootste Italiaanse held is Samantha Cristoforetti).

– Hoe vreemd is het dat ik denk dit, in onze tijd, ten overvloede te moeten vermelden?

– Het eerste Repair Café verscheen Anno 2009 in Amsterdam en is inmiddels een wereldwijd fenomeen.

– De meeste zijn maar één keer per maand open.