– Veel kanaries zijn geel. Oekraïnegeel.
Soms liggen ze met hun pootjes naar boven. Dan is er iets niet goed.
De Brexit was al zo’n ‘kanarie in de kolenmijn’. Het was er een teken van dat de helende kracht van bezinning was uitgewerkt, de bezinning die kan ontstaan nadat een generatie mensen weer eens van de waanzin van oorlog doordrongen is geraakt.
Na zo’n generatie ervaringsdeskundigen komen er echter weer nieuwe. Het besef na de Tweede Wereldoorlog dat verbinding zoveel beter is dan splijting, had in het al niet zo Verenigde Koninkrijk plaatsgemaakt voor de gedachte dat het zich weer losmaken uit een Europees verband wel eens voordelig zou kunnen zijn. Ook financieel gezien een misrekening, waarvan inmiddels een meerderheid van de Britten spijt heeft, maar daar gaat het hier niet om. Het gaat erom dat ze überhaupt op dat idee kwamen, ten teken dat het bindmiddel van de gemeenschapsgedachte niet meer bond.
Helaas kunnen we dat verschijnsel niet meer afdoen als iets van ‘die rare eilanders, die toch al links reden’. Ook bínnen landen worden de centrifugale krachten sterker en lijkt de polarisatie onstuitbaar, tussen groepen die zich in parallelle, gescheiden werelden bevinden, qua mentaliteit en informatievoorziening.
– Laatst trof ik een verse kanarie aan. Met de pootjes omhoog. Hij was nog warm.
We bespraken met iemand de recente verkiezingen. En niet met zomaar iemand. Met iemand die midden tussen de mensen staat, als ideale ’thermometer’. Zelf sta ik er eerder naast.
Ze deed een bekentenis. Ze wist niet wat ze moest stemmen en had daarom een rijtje kieswijzers geconsulteerd. En wat wezen die uit? PVV! Allemaal. Alle wijzers wezen naar de Partij Voor de Verongelijkten.
Daar was ze behoorlijk van geschrokken. Want, de PVV, dat was toch niet netjes? Dus ze ging het ook niet doen, erop stemmen, maar toch. Hoe kon dat dan, die uitslag? Wat bleek? Een belangrijk punt waarop ze het met de PVV eens was, was Oekraïne.
‘Dat moet nou toch maar eens afgelopen zijn’.
Het was alsof ik de kanarie live op zijn rug zag rollen. En ook ik verstijfde. De gedachte dat we de Oekraïners aan hun lot zouden overlaten, hen op hun beurt zouden laten verstijven, in ijskoude loopgraven en kapotgebombardeerde huizen, kwam voor mij als een drone bij heldere hemel. Omdat zij het zei. Zij, iemand tussen de mensen. Zelf een mens.
– Op zich zou het een schande zijn die naadloos zou aansluiten bij onze meest recente verkiezingsuitslag, waarbij zoveel mensen in ons kleine land bijpassend bleken.
– En als we Oekraïne inderdaad in de steek dreigen te laten, wat moet ik dan? Met mijn ouwe benen de barricaden op!
– Intussen tikt de tijd door in het voordeel van De kleine Grote Agressor:
+ Nu het ’te lang duurt’ brokkelt ook elders de steun voor Oekraïne af, zoals bij de Republikeinen in Amerika. Daar waar hij opnieuw komt opdoemen, de slagschaduw van een luifelkuif.
+ De Russen vechten steeds beter (= minder slecht).
+ Het Russische overtal dreigt met de tijd steeds verder door te wegen, aan kanonnenvoer (mensen) en voer voor kanonnen (munitie).
+ Binnen het Oekraïense kamp worden scheuren zichtbaar.
– Onlangs ontmoette ik bij toeval een Rus van gewicht, met goede contacten in Kyiv. Hij ‘gaf Zelensky nog een jaar’.
Dat klonk schokkend. De acteur heeft zich ontwikkeld tot een bewonderenswaardige communicator in tijden van oorlog. Hem afserveren voelt als stank voor dank. En kan het land dat gedrongen rotsje in de branding wel missen? Alleen al als symbool.
Maar hoe goed is hij werkelijk, als leider?
Bovendien gun je hem rust, nog vóór een burn-out hem te pakken neemt.
– Maar wat deed hij in hemelsnaam bij de inauguratie van een president in… Argentinië? Iemand, bovendien, waaraan je op z’n minst kan twijfelen. En dat in het gezelschap van al twijfelloos onwelriekende figuren als Orbán en Bolsonaro.
– In het oosten van ons eigen land stuitte ik daarentegen op een sympathieke, lange jongeman. Of hij die lengte nodig had om zijn dubbele oorsprong in op te stapelen? Hij bleek deels Wit-Russisch, deels Oekraïens.
Zijn moeder ontvluchtte met haar zoon de dictator Loekasjenko, nu al zo’n dertig jaar aan de macht, en vestigde zich in Tukkerland. De zoon is inmiddels weleens terug geweest in Wit-Rusland, maar vreest dat dat inmiddels niet meer kan. Hij vermoedt dat ze daar bijhouden wat hij hier doet, schrijft, op sociale media.
– Inmiddels standaard, begroet ik zijn Oekraïense helft met ‘Slava Oekraïni!‘ Het is de spreuk die gangbaar is geworden in de strijd tegen de Russen. Betekenis: ‘Glorie aan Oekraïne!’
Nu sta ik weliswaar wantrouwend tegenover het concept ‘glorie’ – dat ontlokte me zelfs ooit de creatie van één enkele zin in de Franse taal – maar ik toon me graag flexibel voor het goede doel.
De lange jongeman, op zijn beurt, vult mijn groet aan met de vaste ’tweelingwens’ Heroiam slava!, ‘Glorie aan de helden!’
En zegt dan: ‘U weet toch wel dat die spreuk een fascistische oorsprong heeft?’ Nee, geen idee.
– Klopt het, wat hij zegt? Voor zover ik kan nagaan niet. Als ik het goed zie, is die spreuk (iets) ouder en stamt hij uit de periode van de Oekraïense Onafhankelijkheidsoorlog (1917-1921). Daarna werd deze slogan inderdaad ook gebruikt door de extreem-rechtse Organisatie van Oekraïense Nationalisten, om vervolgens pas echt vleugels te krijgen bij de Maidan Revolutie van 2014.
Kortom, van wie is een spreuk, van wie is taal? En in hoeverre kan taal voorgoed worden vervuild?
Führer?
– Als er iets opvalt aan Poetin, dan is het wel zijn niet aflatende vreugdeloosheid. Dat in combinatie met het feit dat hij zich altijd perfect geschoren toont, zijn das gestrikt met levenloze perfectie, zijn boord even strak als smetteloos wit.
Het wil een graad van orde uitstralen die scherp contrasteert met de chaos en ellende die het kleine mannetje teweegbrengt.
Dat moet beter kunnen:
*
Slava Oekraini !
TERZIJDE