ITALIAANSE NOTITIES
November 2023
1
Alweer een jaar is er voorbij gegaan. Precies twaalf maanden geleden waren we weer eens olijven gaan plukken in Toscane. Uit nostalgie. Dat smaakte naar bis.
– Na landing op het vliegveld van Florence voelt het meteen weer als vanouds. Titel van dit eerste (en beste) shot:
L’impiegato / De Beambte
– Buiten is het warm. Eind november. In de zomer heeft er verschroeiende hitte geheerst en nu is de regio aan het bijkomen van overstroming en storm. Zou er nog wel een olijf te plukken zijn?
– Onze gastheer rijdt ons naar zijn onderkomen dat wij ook dit jaar weer mogen gebruiken. Zijn mooie auto heeft last van ongekalibreerde wielen. In het donker missen we op een haar een voetganger die op de weg loopt. Gekleed volgens de mode die maar niet van ophouden wil weten: zwart.
– In het appartement lijkt alles nog bij het oude. Bij de meter, buiten, ruikt het nog steeds naar gas. Binnen, heeft het ijs dat ik vorig jaar verwijderde uit de koelkast weer vormen aangenomen die het verloren gegane op Antarctica bijna kan compenseren en het water in de wc kabbelt nog steeds door. Even rustgevend als alarmerend.
– En nog steeds is het hier even prachtig.
– Bij het diner treffen we een oude Ierse setter, die zich eerder al eens heeft vergrepen aan de rosbief van de bazin, en de rosbief van vandaag, die ons de roestbruine dief helemaal doet begrijpen.
– De zus van de bazin is in de negentig en vertelt over de oorlog. Hoe de Duitsers haar familie een uur de tijd gaven hun huis te verlaten en ze bij terugkeer werden verwelkomd door de Engelsen. Met een verrassing: ‘Het veld waardoor jullie net aan zijn komen lopen is een mijnenveld…’
– De weg die we zelf dagelijks afleggen, naar de olijfbomen, zag er vorig jaar nog uit alsof er heel wat mijnen op waren afgegaan. Nu glimt er deels nieuw asfalt. Te danken, misschien, aan een recent bezoek van koningin-moeder Beatrice? Die van ons, Beatrix. Royalty doet repareren.
Hoe zou het daar trouwens mee zijn, met onze Beatrix? Zou ze inmiddels niet beginnen te denken:
‘Zoonlief, zullen we er maar niet mee ophouden?’
– Is het een aflopende zaak? Dat is hetzelfde dat je bekruipt, bespringt, bestormt, als je door de wijn- en olijfgaarden loopt. De wijnoogst is dit jaar in grote delen van Italië mislukt, de hoeveelheid olijven gehalveerd, net als de kwaliteit. Ongeveer.
We zijn er op dezelfde tijd van het jaar, maar de olijven die er nog hangen zijn nu eigenlijk al te rijp. Het wordt bovendien steeds moeilijker de mensen te vinden die het plukken willen doen. Om over het willen, en kunnen, snoeien maar niet te spreken. De lokale oudjes, die dat altijd deden, zijn vrijwel op.
Steeds meer wordt een beroep gedaan op professionele plukploegen die aan komen zetten van verbluffend ver weg. Als ze zin hebben. Op zijn vroegst wanneer alle olijven in hun eigen buurt zijn geplukt = te laat.
Steeds meer producenten laten hun olijfgaarden verwilderen. Nu al. Het rendeert niet of nauwelijks meer en het is teveel gedoe. Terwijl de klimaatverandering voortschrijdt, -dendert. In toenemende mate voelt wat wij komen doen als verleden tijd in het heden. We plukken daarbij ook nog eens ouderwets, met de hand. En de ladder. Dat is weliswaar beter voor de olijven, maar traag. En link.
Nou ja, voor zolang we het er ongeschonden afbrengen zien de Italianen duidelijk het verschil tussen de olijven die wij binnenbrengen en die van de anderen. Doordat de anderen de olijven vanaf de grond met elektrisch aangedreven middelen (en stijve nekken) uit de bomen slaan, lopen ze daarbij de net geplukte schatten te pletten.
Ondanks dit alles blijft er voor ons nog voldoende plukpret over. Daarbij houden we de hamvraag binnenboord: ondergaan de toscani, de italiani dit rampjaar qua olijven en wijn als het begin van het einde? Of hopen ze nog in een toevallige, ongelukkige voltreffer van il destino, het lot?
– Mijn ‘plukschoenen’ leken vorig jaar trouwens ook een aflopende zaak. Zacht gezegd.
Maar ze zijn dankzij een lokale schoenlapper weer tiptop. Italiaanse artigiani zijn nog steeds onovertroffen.
– Ook hier hebben sommige waarheden moeite om tot de mensen door dringen, hoe dringend ook. Een vrouw steekt haar reserves ten aanzien van immigranten niet onder stoelen of banken. Wanneer ik haar zeg dat veel Europese landen juist steeds méér immigranten nodig zullen hebben, Italië voorop, staart ze me aan. Perplex. En dat terwijl ook zij iemand is die nog amper genoeg personeel kan vinden voor haar bedrijf.
– Ook zeker is dat steeds meer Italianen moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. De van oorsprong ‘linkse’ supermarktketen Coop is daarom met een actie gekomen. Per dertig euro aan boodschappen krijg je een bon waarmee je bij dertig euro aan nieuwe boodschappen vijf euro aan korting krijgt. Dat klinkt aardig, maar je vreest dat het vooral de mensen ten goede komt die zich vele keren dertig euro kunnen permitteren. Je vreest dat er ook mensen zijn die een eerste keer dertig nog net redden, maar de tweede niet… Gewoon lagere prijzen zou voor hen beter zijn.
Soms lukt dat. We vinden in een andere winkel een aanbieding: Barilla pasta (500 g) voor 92 cent. Prijs bij de NL-Jumbo: €2,65. Ook de koffie, De Grote Trooster des Levens, kost in de cafés een fractie van bij ons. En smaakt beter. Normale prijs nu voor een cappuccino: €1,40.
Maar als je, zoals de Italianen zeggen, ‘het eind van de maand niet haalt’, dan is zelfs dat teveel.
– Binnen Italië zelf bestaan verschillen, van allerlei aard. Zelfs bij een antieke brug, een monument. We lopen eroverheen, ‘grensoverschrijdend’. Midden over de brug loopt de grens tussen twee gemeenten. ’s Avonds is de brug feeëriek verlicht. Voor de helft. De andere helft is donker. Standaard.
– Uit eten in Florence, in zo’n simpele, eerlijke zaak zoals je ze graag ziet. Nog met TL. Ik waag me er aan het lokale gerecht ‘Tripotto‘, een combinatie van pens en lebmaag. Iets waar een standaard-Hollander niet eens aan wil denken.
De oude baas klapt een laptop open, glimmend van trots. Er verschijnt een foto van een bijzondere gast. Het is… onze Beatrice. Ze lijkt te genieten. Eindelijk vrij.
Wat zou ze hebben gegeten? Tripotto? Een tikje oranje is het wel.
TERZIJDE
Immigratie ‘graag’!
Volgens een recent rapport van het Italiaanse Bureau voor Statistiek zijn er in 2050 op arbeidsleeftijd acht miljoen Italianen minder.
– Meer dan 80% van de Italianen ziet hun land als in verval.
– 60% vreest een nieuwe wereldoorlog.
– Meer dan 36.000 Italianen in de leeftijd van 18-34 hebben het afgelopen jaar het land verlaten.