Tár ***(*)
Eigenlijk had ik de regel ingevoerd om nog uitsluitend films te tippen met vier sterren of meer.
Tár zou ik er eigenlijk drie geven, ware het niet dat de formidabele rol van Cate Blanchett roept om een bonus. Althans, voor zover je haar en de film zou kunnen scheiden. Want eigenlijk had de film ook
‘The Cate Blanchett Show’
kunnen heten. Of, in mijn moers taal:
‘Wat Cate kan’
En anders, gewoon:
Cate
Cate kan veel, heel veel. Niet, trouwens, dat we dat nog niet wisten. Zeker sinds haar tour de force van Manifesto, waarin ze dertien, totaal verschillende rollen speelt, was dat al overtuigend bewezen.
Was ze in Manifesto vrijwel de enige op het scherm, in Tár doen ook vele anderen mee, maar het is alsof ze allemaal verbleken in Cate’s aanwezigheid. ‘Hoofdrol’ is daarbij nog te ‘piano‘ uitgedrukt.
Cate speelt een dirigent en een dirigent moet het materiaal van een stuk zo beheersen dat ‘hij’ zich daarna kan concentreren op zijn interpretatie. Kortom, een dirigent moet ‘overschot’ hebben. Een acteur ook. En Blanchett heeft overschot alla grande. Het is alsof ze voortdurend op splitsingen staat waarbij ze beslist welke weg ze zal gaan, qua stem, qua mimiek. Qua timing. Soeverein. Haar acteren gaat moeiteloos over van piano- naar fortissimo, van andante naar presto. Maestoso. Van beeldschoon, sereen, naar neurotisch spook. En terug.
Daarmee is Tár nog niet een goede film, maar bijzonder genoeg om toch te vermelden.
In elk geval wil de film teveel, waaronder bij de tijd zijn. Van twee vrouwen met een adoptiekind kijken we inmiddels nauwelijks meer op, maar nog steeds wel van een vrouw ‘op de bok’ van grote orkesten.
Verhoudingen tussen dirigenten en ‘muzikaal ondergeschikten’ zijn al zo oud als muziek zelf, maar de gerede kans om on-dolce van je rostrum te worden gestoten door anonieme aantijgingen is nieuw. En crescendo.
Veel dirigenten dirigeren stukken die niet nieuw zijn. Door interpretatie kunnen ze die alsnog als nieuw laten klinken. Door bepaalde facetten te belichten, door andere tempi, andere accenten. Dat kan verfrissend zijn, of juist geforceerd.
Zeker is één ding, net als bij het oordelen over menselijk gedrag: maat houden is moeilijk.
TERZIJDE
– Het lijkt wel een soort eervolle vermelding, het en passant voorbijkomen van de naam Otto Tausk, de sympathieke NL-dirigent van het Vancouver Symphony Orchestra.
– Iets minder en passant kwam op deze site al eerder een vrouwelijke dirigent voorbij, een echte.
Hier, onderaan.