Tijdsbeeld / November 2022
2.
Zwitserland blijft je verbazen. Je laat als een adelaar je blik gaan over de vloer op het station van Basel. Maar nee, zover als het oog reikt, nergens een propje. En de vrouw naast ons, in de trein naar Zürich, eet chocola. Alsof ze het erom doen, om alle stereotypen nog eens te bevestigen.
De vrouw belt naar haar kind, om te zeggen dat het nog even duurt voor ze er is. En om hem uit te leggen hoe de oven werkt. Je ziet dat apparaat al voor je: even hightech als smetteloos. Met een beveiliging tegen verkoolde kinderen.
Met uitzicht op de Zürcher See zijn we op bezoek bij een stichting. Jongeren met een beperking worden er beziggehouden op een voor hen opgericht bio-landbouwbedrijf. Een schatrijke weduwe heeft zich na de zelfmoord van haar man teruggetrokken in een klooster en al haar geld geschonken aan een stichting met dat doel. De één zijn dood, de ander zijn opvang.
Niet dat je ervoor naar Zwitserland komt, maar welkom is het wel. Ik ontmoet voor het eerst iemand uit Slowakije.
‘Dat is voor mij een soort zwart gat’, beken ik ruiterlijk.
‘Slowakije ís ook een soort zwart gat’, zegt zij. Waarmee de toon is gezet. Veel complimenteus heeft ze over haar vaderland niet te zeggen. Eigenlijk is het geen land, vindt ze. De opdeling van Tsjecho-Slowakije heeft naar haar idee het land onthoofd. Daarbij was Tsjechië het hoofd en is Slowakije het achterlijke achterland, in één moeite door beroofd van de intellectuele hoofdstad, Praag. Wat overbleef is een corrupt soort tegendeel van Zwitserland. ‘Mensen hebben totaal geen zorg voor de publieke ruimte. Hun huis maken ze nog schoon en de rest gooien ze naar buiten’.
Ze denkt dat er ook nog heel wat Slowaken zijn die de Russen steunen. Niet alleen zijn de meeste ouderen er met Sovjet-propaganda opgevoed, maar ze verbinden Rusland ook met het communisme. In de praktijk had dat veel voordelen als je over de juiste connecties beschikte. Je hoefde dan niets te doen en alles ging zo zijn gangetje.
Zelf doet ze haar best nog Zwitserser dan Zwitsers te zijn. Dat is ook nodig, want ze wil Zwitserse worden en dat gaat niet zomaar. Na tien jaar ingezetenschap moet je onder meer bewijzen geïntegreerd te zijn in de Zwitserse gemeenschap en de Zwitserse gewoontes te kennen. Wat dat betreft is ze op de goede weg. Ze heeft net aan haar buren instructies gevraagd inzake de kleinste details van het schoonhouden van iets, een bewijs van properheid dat haar status duidelijk goed heeft gedaan.
Op veel andere terreinen blijkt ze alles al te weten, zo lijkt het. In een verrassende wending van de conversatie stelt ze dat een vrouw helemaal geen man meer nodig heeft: ‘Je hebt geen idee wat er tegenwoordig allemaal is!’
Inderdaad, ik weet het niet. Ik hoef het ook niet te weten en laat de kans lopen op een update. Wel weet ik wie ik voor me zie: één van die hypergewiekste Oost-Europese vrouwen met een onuitputtelijk doorzettingsvermogen die het in het Westen heel ver kunnen brengen.
Gelukkig heeft ze toch nog één goed woord over voor het land dat ze heeft achtergelaten:
‘Als door een godswonder hebben ze nu wel een geweldige president’.
Tot slot zegt de bijna ex-Slowaakse: ‘God zegen Oekraïne’.
*
We rolkofferen de heuvel af, in een voordorp van Zürich. De kleuren van de huizen lijken een afspiegeling van de levendigheid binnen, waarbij ook het gekleurde niet warm wil worden.
Het perronnetje richting de binnenstad biedt hetzelfde beeld. Een vrouw met peperdure tas en schoenen, het gezicht strak in de plamuur van de beste beautyfarm, maar swingen wil het niet. Hoe dan ook, Zürich staat steevast bovenin het lijstje van meest leefbare steden op aarde.
De trein naar Milaan is lang, heel lang. Wandelend naar onze wagon krijgen we op een gegeven moment het idee er al bijna te zijn. In een scherpe bocht bij het meer van Lugano krijgen we een fraai overzicht van de hele trein. Hoe lang is-ie nu? De conducteur weet het precies: vierhonderdtwintig meter.
Trouwens, hij vreest ons niet, integendeel. We houden hem namelijk voor dat, als ons land in de toekomst onder water staat, we in zijn land komen wonen. Hij vindt het geen probleem, zolang het Nederlanders zijn. ‘Echte’ Nederlanders dan. Hij stelt ons voor de Zwitserse voetbalploeg eens te bekijken. Daar zitten maar weinig ‘echte’ Zwitsers in, vindt hij.
Eigen schuld, (geen) dikke bult.
Een Zwitser onthulde mij ooit hoe het komt dat zij zoveel bergen hebben. Vroeger hadden zij er namelijk niet één. Maar ze kochten ze van anderen die er wel veel hadden. Van ons…
Vanaf Chiasso zijn we er weer, in Italië. Hetzelfde land dat we zo goed kennen, maar politiek fonkelnieuw. Nou ja…
Terzijde
Ook de huidige president van Slowakije is een vrouw, Zuzana Čaputová.
Toeval?
chiasso = herrie.