N/Z Deel 3

Door

Noorwegen en Zweden

3.

Maart, 2022

Mochten we wel gaan? Was het wel gepast dat wij doodleuk met vakantie gingen, terwijl Oekraïne in brand stond? Eigenlijk juist wel. Thuis hadden we al geruime tijd de thermostaat drie graden lager gezet, om die Ploertin in het Kremlin niet ook nog eens voor zijn agressie te belonen. En door te vertrekken konden we ons gasverbruik zelfs terugbrengen naar nul. Dat voelde prima.

LILLEHAMMER

Wat is dat nu? Voorop de locomotief van de trein naar het Noorse noorden prijken de letters SJ. Ingewijden van elders denken daarbij mogelijk aan jezuïeten, maar in Scandinavië wijzen ze op het Zweedse spoorwegbedrijf. Kennelijk heeft de competitie ook in Noorwegen toegeslagen en hebben de Zweden een Noorse concessie in de wacht gesleept.

Het moet vreemd aanvoelen. Noorwegen, lang armlastig en ondergeschikt aan de Zweedse en Deense buren, is nu veruit de rijkste van het stel. En dan alsnog in eigen land in een Zweedse trein rijden? Hoe reageren de mensen daarop? Gemengd, zo zegt een conducteur diplomatiek.

Ondertussen babbel ik met de vrouw tegenover me, een forens die haar fietshelm bij zich heeft. Helmen in het stadsverkeer zijn hier normaal, iets wat er bij ons nog steeds niet ingaat.

Opeens val ik stil. Ik merk dat we in een stiltewagon zitten. Niemand zegt verder wat. Ook de jonge vrouw naast me niet. Ze klapt haar laptop open en begint met indruk maken. Niet expres, want ze heeft niet door dat ik mee kijk met wat ze doet. Maar dat gaat vanzelf.

Eerst scrolt ze door nieuwsberichten over de oorlog, op sites in meerdere talen. Noors, Engels, Spaans, Frans. Daarna gaat ze aan het werk. Een spektakel op zich. Qua tempo en het gemak waarmee ze haar trackpad bedient, toverend met opdoemende en verdwijnende deelschermen. En de materie op die schermen is taai. Alles bij elkaar adembenemend. Kunnen er mannen zijn die haar, een beetje, kunnen bijhouden? Het is moeilijk voor te stellen.

Buiten, sneeuw, water en ijs. We passeren Hamar en ‘Het Vikingschip’, een stadion dat bij ons bekend is vanwege hardrijden op de schaats.

Pas bij het uitstappen in Lillehammer raken we in gesprek met de hoogblonde bolleboos. Ze is bezig met afstuderen in economie en gaat daarnaast nog een graad in de rechten behalen. In de Franse plaats die het dichtst bij Lillehammer ligt: … Lille.

In de lift van het station treffen we een pensionado, een oud-reclasseringsambtenaar. Hij is diverse malen in Nederland geweest, om ons te onderwijzen hoe je gevangenen het liefst niet gevangen houdt. Het Noorse strafrecht is relatief mild. Vandaar dat massamoordenaar Anders Breivik slechts 21 jaar gevangenisstraf kreeg opgelegd. Een soort Noorse TBS moet ervoor zorgen hem ook daarna op te kunnen sluiten.

Onlangs diende een zaak over een eventuele vrijlating op borgtocht. ‘Maar hij begon zo’, zegt de reclasseringsman en brengt in de lift de Hitlergroet. Geen ideale intro.

Ik sprak ooit een Noor die zei dat hij een maand voor Breiviks horrorcampagne voorspeld had dat er iets dergelijks zou gebeuren. Wat denkt de ervaringsdeskundige daarvan?

Zover wil hij niet gaan. Of… Hij zegt wel dat men onvoldoende oog had voor wat er rondging op het internet. Nu is er weliswaar een verschil tussen droom en daad, maar toch.

De route naar het hotel gaat bergop. Met ijs. We geven ons over en nemen een taxi. De nog jonge chauffeur heeft al het nodige meegemaakt. Hij komt uit Oslo en was daar barman. Daardoor moest hij telkens in het holst van de nacht naar huis. Maar… ‘Er zijn tegenwoordig teveel gangs’. Nadat hij in een periode van zes jaar twintig keer was overvallen en in elkaar geslagen kon hij er niet meer tegen. Hij verhuisde naar Lillehammer en is daar heel tevreden. ‘Hier is het nog rustig’.

We schrikken ervan. Oslo? Gangs?! Van Oslo hadden we toch ook, voor een hoofdstad, een relatief rustige indruk. Maar ja, als het nacht is doen wijzelf aan slapen.

Wat vindt de nieuwe Lillehammerer van de gedachte dat ‘Breivik’ in de lucht hing? Hij beaamt het volledig. Ook daar schrikken we van, al hoorde ik dat dus al eerder. Het lijkt volledig incompatibel met de indruk die de Noren maken in het algemeen: rustig en vriendelijk.

Bij binnenkomst in het hotel stuitten we op een verbodsbord dat we nog niet kennen. In een land van sneeuw en ijs kunnen de gasten je je vloer kosten…

En parkeren onder een dak is ook…

De lokale voetballers hebben echter aan hún probleem een resoluut einde gemaakt.

Lillehammer, eindelijk ben ik er! Al sinds de Olympische Winterspelen van 1994 heb ik een zwak voor deze plaats, vooral door het voorbeeldig sportieve Noorse publiek. In schril contrast met het tegendeel, kort daarop, in het Amerikaanse Atlanta.

Wie ik ook maar tegenkom in het Noorse plaatsje steek ik een veer op de hoed. Ze kijken er niet van op. Ze waren er al trots op. Zonder pedanterie. Een vrouw zegt: ‘Het was zoals we waren en zoals we wilden zijn. En… nog een beetje zijn’.

Over het paard getild, dat zijn ze zeker niet. Ook niet met al hun nieuwe rijkdom. Je merkt het ook aan hun verhouding tot de Zweden. Dezelfde vrouw zegt: ‘We maakten altijd moppen over ze, dat ze dom waren, maar eigenlijk voelden we ons de minderen. En eigenlijk is dat nog steeds een beetje zo. We zijn in de grond nog steeds boeren en vissers. Eenvoudig’.

We eten in een café dat de blonde bolleboos uit de trein ons heeft aangeraden. De stemming is er opperbest.

Een vrouw bij de bar stelt zich voor en reikt me de hand. Alweer schrik ik ervan, net als met de Fin in Bergen. Is ze dronken? Voor dat laatste moet je in Noorwegen óf extreem slecht tegen alcohol kunnen, óf goed bij kas zijn. Misschien neemt ze het er gewoon van, terwijl haar man zuid van Oslo op de kinderen past en zij in het noorden op cursus is.

Misschien is er juist met mij iets mis dat ik, oog in oog met een verrassend vrolijk en spontaan mensenkind, mij afvraag of ze dronken is. Kristina komt van een eiland ten noorden van de Lofoten. Ik heb al meerdere Noren horen zeggen dat in hun land geldt: ‘Hoe noordelijker, hoe aardiger’.

De volgende dag wandelen we, met een omweg door het bos, naar de Olympische schans. We zijn hier tenslotte in het Noorse epicentrum van het skispringen en langlauf. Het Olympische schaatsen werd daarentegen gedaan in Hamar, in Het Vikingschip.

Hoe is het bij de Noren? Zelf heb ik altijd het idee dat wij, Nederlanders, het schaatsen gewoon horen te winnen. Zo niet, dan is er iets mis. Als ze het wel winnen is dat normaal. Geldt hier hetzelfde voor sporten als biatlon en langlaufen? Het wordt volmondig beaamd. Kortom, als Noorse sporter in die disciplines kan je eigenlijk alleen maar verliezen.

Wat betekent Lillehammer eigenlijk? Kleine hamer. Hoewel dat klopt, strikt genomen, betekent het eigenlijk ‘Klein Hamar’, ten opzichte van de grotere ‘schaatsstad’. Maar dat willen de ‘kleintjes’ niet weten.

We naderen de schans. Eigenlijk zijn het er twee. Op een viaduct detonerende graffiti.

En reuring in de verte. Reuring?! In de sneeuw? Wat is daar aan de hand?

Het blijken vluchtelingen en andere migranten te zijn, bezig met hun eerste langlaufles. Die wordt hen gegeven door studenten, als onderdeel van een aantal uren sociale dienstverlening.

‘Langlopen’, zo moeilijk is dat niet, maar wellicht zijn er ook debutanten bij die tegelijkertijd hun sneeuwdebuut beleven.

Zo blijkt Verweggistan zelfs door te dringen tot hier. Ook iets verderop. Daar stuiten we zelfs op een onverwacht doorkijkje naar de oorlog.

Midden in een grote sneeuwvlakte, onder de olympische schans, vertelt een Noor over de openingsceremonie van de Spelen van ’94. Een schansspringer zou met olympische vlam en al naar beneden springen, maar kwam bij de generale repetitie jammerlijk ten val en belandde in het ziekenhuis. Uiteindelijk lukte het toch, met een vervanger. Bij twintig graden onder nul.

Bij aansteken s.v.p. afstand houden.

Ook de oude Noor overhandig ik denkbeeldig de gouden medaille voor Voorbeeldig Publieksgedrag. Hij neemt ‘m graag in ontvangst en vertelt over het vakantiehuis van zijn zoon. Het is gehuurd door de Duitse biatlon-ster Erik Lesser, een sporter die doordrong in het wereldnieuws vanwege

De Grote Kleine Oekraïne-Truc

Lesser, die dit jaar zijn carrière afsluit, stal eerder in het seizoen vele Russische harten. Een Russische biatlonner kwam vast te zitten in Duitsland vanwege corona. Daarop bracht Lesser hem een hometrainer, zodat zijn Russische tegenstander in quarantaine toch in vorm kon blijven. Die sportieve daad leverde hem een enorme achterban op aan Russische volgers van zijn Instagram-account.

Na het uitbreken van de oorlog leende Lesser zijn account echter uit aan een Oekraïense collega, zodat die de Russen op de hoogte kon brengen van de waarheid. Zo de censuur omzeilend die Rusland in zijn macht heeft.

‘Het kostte hem wel zo’n tienduizend volgers’, weet de oude Noor. Russen die de waarheid niet wilden weten. Maar alle beetjes helpen. Hij gaat alvast een boeket neerzetten, voor de man van De Grote Kleine Truc.

Op een bankje onderaan de springschans eten we een broodje. Een vrouw passeert er ons, met in iedere hand een boodschappentas. Ze loopt het hele stadion rond en begint dan aan een bestijging van eindeloze trappen. Naar de top van de kleine schans en daarna door, naar de top van de grote. Ik pak er mijn verrekijker bij. Helemaal boven wordt ze opgewacht door een man. Een scène voor een film.

Terug in het hotel horen we dat in het bos waarin we net liepen eerder ‘een keer’ een beer is gezien. Hm. ‘Een keer’.

In het hotel is alles nog rustig, maar dat zal over een week wel anders zijn. Dan is er een wel heel speciale langlaufrace.

Birkebeinerrennet

Lang, héél lang geleden, in de twaalfde eeuw, had je de ‘Birkebeiners’. Ze waren arm en maakten beenbeschermers van berkenbast. Maar ze verenigden zich, werden machtig en speelden een rol in eindeloze gevechten om de Noorse dominantie.

Zo gebeurde het een keer dat een koningskind naar het leven werd gestaan. Birkebeiners namen het op hun rug en redden de kleine Haakon tijdens een heroïsche wintertocht richting Trondheim.

Ter herinnering daaraan wordt al bijna honderd jaar de ‘Birkebeinerrennet’ gelopen, een langlaufrace over 54 kilometer, waarbij de deelnemers een gewicht van minstens 3,5 kilo mee moeten dragen, ter nagedachtenis aan het koningskind.

Maximum aantal deelnemers: 16.000.

Die avond eten we weer in hetzelfde café. Niet onopgemerkt, zo blijkt. We worden benaderd door een Noorse. Ze wil over ons iets (positiefs) zeggen en doet dat ook. Zegt dat iets over haar, of over Noren in het algemeen?

Naar Deel 4

Terzijde

Twijfelachtig: bij de ‘Birken’-editie van 2022 mochten (ook de al ingeschreven) Russen en Wit-Russen niet meedoen.

Er bestaan ook mountainbike- en hardloopvarianten van.

Nog steeds niet meedoen, maar dan met de maatschappij, is de uitkomst van het proces inzake een mogelijke borgtocht voor Anders Breivik, die tegenwoordig als Fjotolf Hansen door het leven gaat/wil.