FilmTip
Quo vadis, Aida? ****
– Hoeveel Nederlanders kunnen Srebrenica aanwijzen op de kaart van Europa? Heel weinig, vermoed ik. Zelf heb ik ook maar een vaag idee.
– Hoeveel Nederlanders weten precies waar Auschwitz ligt? Daar geldt hetzelfde voor.
– Pas recentelijk ‘struikelde’ ik bij toeval over Dachau. Idem dito.
Het zijn stuk voor stuk horrorplaatsen die iets abstracts blijven houden zolang je er niet bent geweest, zelfs al hebben we er de meest sprekende beelden over kunnen zien.
Srebrenica onderscheidt zich in dit rijtje omdat het onze schuld was.
‘Onze schuld’ klinkt daarbij onredelijk. Het drama was uiteraard in eerste instantie de schuld van de daders van de massamoord, de Bosnische Serviërs onder leiding van hun spijkerharde ‘chefslager’ Ratko Mladic. Maar het was de verantwoordelijkheid van de Nederlandse VN-militairen die moorden te voorkomen. En dat deden we niet. Zo simpel is het, al bestaan er nog zoveel, ook valide verontschuldigingen voor.
Het zou ‘mooi’ zijn geweest als onze jongens en meisjes zich hadden doodgevochten voor ‘hun’ zaak, zodat we ze voor eeuwig hadden kunnen bezingen als helden, zoals ze dat op de Balkan doen. Alleen, het was hun zaak niet. Het was een zaak van ‘derden’ en het is onwaarschijnlijk dat de Balkan-barden ook daden zouden bezingen waarin levens werden gegeven voor een andere zaak dan die van henzelf. Kortom, dat doodvechten was alleen al daarom teveel gevraagd.
Dat neemt niet weg dat deze film nog eens pijnlijk laat zien hoe we tekortkwamen. Dat blijkt onder meer door ‘subtiele’ details.
We zien het eerste shot van Mladic. De generaal komt tevoorschijn uit een legervoertuig en zet als eerste ‘daad’ even de zaken recht in zijn kruis. Vluchtig, maar het zet de toon. Tegenover hem en zijn mannen zijn die van ons niet meer dan padvinders op hun eerste buitenlandse survivalkamp. Ze zijn niet alleen beland in een kloof tussen bevolkingsgroepen, maar ook in een cultuurkloof, waarbij de Hollandse eters van ‘patatjes oorlog’ in een echte oorlog, ver van huis, geen flauw idee hebben van de lokale mores.
Zo ben ik er zeker van, zonder ooit in die streek te zijn geweest, dat onze militairen al bij voorbaat verloren door hoe ze eruit zagen. Kleren maken niet alleen de man (en vrouw), maar ook de militair. Soldaten laten rondlopen met volledig blote armen en grotendeels blote benen is onvergeeflijk. Daardoor alleen al verloren ze het respect aan alle kanten in het conflict. Een eventuele tegenwerping – ‘Maar het is warm!’ – zou daarbij alleen maar de lokale conclusie onderstrepen: ‘Jullie zijn watjes! Zonder adequate leiding, bovendien’.
Een ander detail illustreert onze positie feilloos: een Bosnische strijder pakt de blauwe VN-helm van het hoofd van een Dutchbatter en zet hem zelf op…
Wat zou je daarna nog kunnen zeggen, schrijven? Behalve dan dat iedere Nederlander deze film moet zien. En dat je, bij alle kritiek die je op ons optreden kan hebben, een stem kan horen die zegt:
‘Had het zelf maar beter gedaan’.