Zwolle heette vroeger Suol. Betekent: heuvel. Nou ja, in feite is het niet meer dan een plek in een zompige omgeving waar je nog net droge voeten houdt. Op die plek scharrelen de Suollenaren al zo’n kleine duizend jaar in het rond en al mijn halve leven lang ben ik er nieuwsgierig naar.
Dat begon in Griekenland. Daar ontmoette ik Flip. Flip beweerde in Zwolle zo beroemd te zijn dat zelfs post geadresseerd als ‘Flip, Zwolle’ zonder mankeren bij hem arriveerde.
Anderen mogen bij Zwolle denken aan PEC, Herman Brood of Jonnie Boer. Ik denk:
Zwolle = Flip.
Maar ik wilde dat al die tijd nog wel een keer komen controleren. Gewoon een willekeurige Zwollenaar vragen: ‘Kent u Flip?’
Eindelijk, ruim dertig jaar later, was het zover. We waren er. In de tussentijd meende ik te hebben begrepen dat Zwolle een Europese prijs had gewonnen, ter ere van de restauratie van de binnenstad. Maar de willekeurige Zwolse die ik ernaar vraag kijkt me glazig aan. ‘Misschien vanwege ‘De Fundatie’? Het is Zwolle’s grote trots, een museum in een statig oud pand dat bij het opknappen van een moderne muts werd voorzien.
Ook het eerste gebouw dat onze aandacht trekt heeft een facelift gehad. Maar het staat er even tiptop als levenloos bij. Doodser kan niet. Vooral daarom fascineert die tekst op een slanke banier extra sterk. ‘Lachen is leven’ staat erop. Het blijkt een tandheelkundige kliniek.
Het is lunchtijd. ‘Brasserie Jansen zal wel vol zijn’, verwacht iemand van haar eerste keus. Inderdaad. Het wordt ‘De Harmonie’, waarvan ik me vaag iets herinner via Flip. Maar helaas, het ruikt er naar vergane glorie, al zijn de kroketten er oké. Misschien hadden we er beter aan gedaan ons aan tafel te zetten in een symbool van ontkerkelijking, ingericht in een ex-godshuis. Waanders is een boekhandel met café waartegen het online boeken kopen ronduit treurig afsteekt. Een omweg waard.
De tijd die dat kost bespaar je weer als je op zoek bent naar een Engelse trui. We vinden ‘m in ‘Small England’, waarachter inderdaad een klein Engeland achter de IJssel blijkt schuil te gaan. Ik ga me er te buiten aan een vest van het merk John Bardale, alias Harry Renneboom. From Warnsveld. De Hollandse koopmansgeest gedijt hier kennelijk prima. Wie weet geholpen door wat een Brabantse import-Zwolse over haar nieuwe streek te zeggen heeft: ‘Als mensen hier beweren dat ze iets zullen doen, dan doen ze het ook’.
Wat het avondeten betreft hebben we een unieke dag uitgezocht. Alle eetgelegenheden waarvan de faam Zwolle te buiten gaat zijn dicht. Maar deze hanzestad heeft meer te bieden dan De Librije & Co.
Niet dat we van plan waren anders wel in zo’n sterrenzaak failliet te gaan, maar Os & Peper had ik toch graag willen proberen. Het wordt ‘Mayur Kitchen’, dat waarschijnlijk een heel aardig beeld geeft van het Zwolle van vandaag. In dit Indiase restaurant is de bediening een toonbeeld van geslaagde integratie. Sympathieke jonge vrouwen uit Marokko, Afghanistan en van waar al niet lijken aan het Zwarte Water hun draai te hebben gevonden.
Hetzelfde geldt voor de eigenaar uit Bangladesh. Zijn Nederlands mag dan niet perfect zijn, zijn menukaart getuigt van ‘geïntegreerde humor’. Als toetje prijkt daarop zowaar de ‘Klets Mayur’.
We vertrekken weer. Van Zwolle geen spijt. Maar wel van het feit dat ik uiteindelijk helemaal vergeten ben naar Flip te vragen…
En hoe zit het nou met die Europese prijs? Eenmaal weer thuis google ik me suf, maar nee. Hoewel, één link tussen het oude plaatsje en Europa vind ik wel:
‘CARP ZWOLLE is de grootste karperbeurs in Europa en jij kunt erbij zijn!’
*
© Joost Overhoff