L’Amore – De Liefde
Liefde moet je leren. Hoewel, ook van nature weet je wel hoe het zit. Minstens een beetje.
De jonge reebok, zo leek het, wist het zelfs helemaal. Het wilde alleen niet lukken. De hele dag al sjeesde hij achter haar aan.
Maar ze speelde er gewoon mee, met ‘die leuke jonge jongen’. Op volle snelheid
en op sukkeldrafjes, geen moment week hij van haar zijde. De achterzijde.
Maar telkens, telkens wanneer ze even stil stonden, telkens wanneer hij dacht: ‘Nu!’, juist dan draaide ze zich nuffig om. Gék werd-ie d’r van. En bekaf bovendien. Sterker, na vele uren mislukt minnaarschap kon hij niet meer op z’n poten staan. Letterlijk. Hij ging erbij liggen. In goed Italiaans: kappaò. Knock-Out.
Misschien had ik zelfs gewoon naar hem toe kunnen gaan om ‘m eens vaderlijk over de bol te aaien. Zo van ‘Het komt wel een keer goed’. Maar vrijwel zeker had dat zijn ego geen goed gedaan. Bovendien wilde hij ‘Nu!’
Het was al bijna donker toen een oudere reebok in het veld verscheen. Ook hij vergezeld van iets lieftalligs.
De nieuwkomer bedacht zich geen moment. Hij liet zijn vriendin staan alsof ze niet bestond en begaf zich regelrecht naar de droom van de smachtende Casanova Junior. Binnen een minuut was het gedaan.
Je hoorde bijna het knarsetanden, daar rechts. En de gedachte: ‘Morgen…!’