La Cleopatra – De Cleopatra
‘La‘ is vrouwelijk, net als de Griekse bazin van Egypte. Ooit.
‘Vrouwtje’ past niet als omschrijving van die fameuze vrouw. Net als dat haar mannen geen ‘mannetjes’ waren. Nou ja, misschien de eerste dan, haar jongere broer. Daarna volgden échte mannen: niemand minder dan Julius Caesar en Marcus Antonius. Hoewel Cleopatra dus meerdere mannen had, kon je bij haar toch niet spreken van ‘gefladder’. Bovendien was ze een zeer opvallende verschijning. Behalve dan die ene keer toen ze zich, gerold in een tapijt, onopvallend toegang zou hebben verschaft tot Caesars vertrekken.
Dit alles op zoek naar het antwoord op de vraag waarom die vlinder daar nu toch Cleopatra wordt genoemd. Want dit ParadijsDetail gaat juist over mannetjes en vrouwtjes. En wel over het Cleopatra-mannetje in het bijzonder.
Eén keer maar zag ik ‘m. Wat een spektakel! Veel vlinders zijn fladderende medailles: sterker verschillende keerzijden zie je zelden. Cleopatra (m) spant daarbij toch wel de kroon. Vrolijk geel van binnen, met spetterend oranjerode spetters. Maar doet-ie die show op slot, dan rest een fletse buitenkant die lijkt op het blad van een plant. Met nerf en al.
Extreem opvallend en extreem onopvallend kunnen zo zijn samengevouwen, vlindervleugeldun. Hier laat hij zich zien in een tussenstand, van het exuberante al vrijwel geen spoor.
Het Cleopatra-vrouwtje is vooral wit, de kleur van het gewaad waarin Cleopatra, de koningin, doorgaans wordt afgebeeld. Het verhaal wil dat ze stierf door zich te laten bijten door een slang.
Zeker is er maar één ding: een rups is ze nooit geweest.