Het heeft wel iets ontnuchterends: je neemt je voor om vanuit de hoofdstad een expeditie te ondernemen, tot diep in de provincie. Om dieper te duiken in de achtergrond van een kunstenaar.
Ik informeer bij iemand uit die buurt. Hij laat weten: ‘Daarvoor kan je volgens mij beter terecht in Amsterdam’.
Nou ja, toch gegaan. En mijn informant had gelijk. Maar toch heb ik geen spijt.
Elke Amsterdammer is bekend met Hildo Krop. En, zo niet, dan kent hij wel een aantal van diens werken, of hij is stekeblind.
‘Kroppen’, vaker Kropjes, zijn in Mokum alomtegenwoordig. Zozeer zelfs dat je nieuwsgierig wordt naar de man achter al die ornamenten, vaak op hoeken van bruggen en gebouwen. Maar dat niet alleen. Een Krop, of Kropje, laat je zelden onberoerd. Ze variëren van sympathiek, via Leuk!, tot prachtig.
Ziekenzorg
Je ziet het vaker, bijna altijd. Een kunstenaar mag zich in zijn leven losgemaakt hebben van plaatsen uit zijn verleden, maar die plaatsen herstellen de binding postuum zodra ze roem ruiken. Hoe groter de faam van de kunstenaar, hoe sterker die plaatsen zich aan hem binden na zijn verscheiden.
Eigenlijk had Amsterdam zelf wel een Krop(binnen)museum mogen/moeten hebben, maar Amsterdam heeft al zoveel. Op dus naar Steenwijk, Krops geboorteplaats. Maar dat valt tegen. Het Kropmuseum blijkt er opgenomen als verstekeling in een wat opzichtige villa en dan nog vooral weggewerkt in de kelder.
Hildo Krop heeft Amsterdam verfeestelijkt met openbare kunst, maar in Steenwijk is aan hem een banketbakker verloren gegaan. In die hoedanigheid begon hij zijn carrière, in de zaak van zijn vader. Het liep anders en uiteindelijk kreeg die koerswijziging de zegen van zijn ouders.
In het Steenwijkse museumpje wordt duidelijk dat Hildo van veel meer markten thuis was dan van beeldhouwen en banketbakken. Zo deed hij onder meer ook aan tekenen, schilderen en keramiek. Van het laatste biedt Steenwijk een onbetaalbaar voorbeeld: de vereeuwiging van een familie waar hij enige tijd in huis was.
Ook vertoont men in Steenwijk een filmpje waarin in plaats van steen de beeldhouwer zelf meer vorm krijgt, inclusief een paar monumentale wenkbrauwen.
Maar toch ook daar, op Niveau -1, kan je je niet aan de indruk onttrekken dat de man met zijn verbluffend grote oeuvre meer de erkenning oogst als een geslaagd ornamentenbakker dan als een echte kunstenaar.
Eén ding is zeker: zonder al die Kroppen en Kropjes zou Amsterdam heel wat armer zijn.
TERZIJDE
Hildo Krop (Steenwijk 1884 – Amsterdam 1970)
In de museumvilla prijken wandschilderingen van Co Breman (een schilder uit mijn geboortedorp).
Wel link: eenmaal terug in de hoofdstad loop je het gevaar ten prooi te vallen aan e-bikes, trams en wat al niet, terwijl je al fietsend speurt naar Kroppen die je nog niet kent.