Bij het samenstellen van zo’n lijst kan je als voorwaarde nemen dat alleen films in aanmerking komen die vanzelf in je opkomen. Of je gaat daarnaast andere ranglijsten bekijken om vergeten films een tweede kans te geven.
Sinds een tijdje is er één die meteen vanzelf komt bovendrijven wanneer ik aan films denk: The Net.
‘Het Net’ gaat over een Noord-Koreaanse visser die per ongeluk verzeild raakt in Zuid-Koreaanse wateren. Maar niet dat door dat toeval opeens de hemel voor hem opengaat. Het is het begin van een kruisweg, die zowel noord als zuid van de grens opvallend symmetrisch blijkt.
Wie niet weg is, is gezien.
Hoe dan ook ben ik nieuwsgierig naar hoe het leven nu echt is, in Noord-Korea. Ik ben geneigd me dat voor te stellen als een saaie versie van de hel.
Of zou je je (deels) kunnen vergissen en zouden er ook positieve kanten kunnen zitten aan het leven daar? Net zoals, dertig jaar na de val van De Muur, voormalige Oost-Duitsers nostalgisch kunnen doen over het eenvoudige leven in de DDR. ‘Saai maar safe‘. Althans, zo lang je maar braaf deed wat er gezegd werd.
Kortgeleden sloegen een paar Noord-Koreaanse vissers aan het muiten, in opstand tegen hun kapitein-bullebak. Ze doodden hem en vervolgens alle collega’s die tegen de opstand in opstand kwamen.
Twee van de daders bereikten Zuid-Korea, dat het tweetal per ommegaande retour stuurde. Hun eigen dood tegemoet, wellicht.
In een bericht over dit incident op de website van de BBC was ook een aantal Noord-Koreanen te zien die vertellen over hun land.
Het meest angstaanjagende van zo’n maatschappij lijkt me de wurgende controle van het doen en laten van de burgers. ‘Klassiek’ werden voor die controle de oren en ogen van mensen gebruikt. Ook in een land als China. Daar wordt de greep op de eigen bevolking nu echter gemaximaliseerd door het gebruik van moderne technologie. Vooreerst in de noordwestelijke regio Xinjiang ter onderdrukking van de Oeigoeren, een islamitische minderheid. Daar is nu met enige vertraging een situatie ontstaan die sterk lijkt op ‘1984’, zoals beschreven door George Orwell.
In zo’n omgeving, waar alles gezien wordt, snakt het individu naar iets, al is het maar bijna niets, dat aan de aandacht kan ontsnappen. Hoe extreem die aandacht in Noord-Korea is wordt nog eens duidelijk in een interview met fotograaf Eddo Hartmann. Hij is de man achter een tentoonstelling waaraan op deze site al eerder aandacht is besteed.
Hartmann vertelt dat hij in de Noord-Koreaanse hoofdstad een foto wilde maken, daarbij al geflankeerd door ‘oppassers’ van het regime. In burger.
Maar dan rent er een geüniformeerde man op hem af. Woedend. De reden? De man meende dat op de te nemen foto de bovenleiding van een trolleybus wel eens de beeltenissen zou kunnen doorsnijden van De Grote Noord-Koreaanse Leiders, reusachtig afgebeeld in de achtergrond.
Te midden van al dat pompeuze en verstikkende is vooral één plaat van Hartmann heel ontroerend. Ik kwam ‘m bij toeval net weer tegen en laat hem dit keer ook zien van top tot teen.
© Eddo Hartmann
Aan de foto vallen meerdere dingen op. Contrasten. Het is een foto van een meisje in een kleurig, keurig uniform, waarbij het kleurige opvallend afsteekt tegen de grijze saaiheid van de achtergrond. Datzelfde geldt voor een glimp van blijheid op het nog jonge gezicht. Een kostbare zeldzaamheid, zou je denken.
Inzoomend, valt het oog op de koppelriem. Die ziet er onthullend uit. Alsof hij aangeeft dat de goede staat van het uniform slechts een façade is. Alsof die riem de armoede verraadt die je ook achter al het monumentale vermoedt.
En dan, nóg beter kijkend, zie je het pas. Rond de linker duim. Iets dat zelfs Big Brother 2.0 nog kan ontgaan.
Eerdere blogpost over de tentoonstelling.
Inmiddels is daarbij een boek verschenen.
TERZIJDE
Verrassing
In een YouTube-filmpje vertellen twee gevluchte jonge mensen over het leven in Noord-Korea. Een vrouw weerspreekt daarin mijn buitenstaanders-idee dat blijheid er zeldzaam is. Al is ‘blijheid’ misschien niet het goede woord, in het door haar verlaten land lachen ze meer dan in Zuid-Korea, zegt ze.
De camerasystemen in Xinjiang doen niet alleen aan gezichtsherkenning. Ze kunnen ook alarm slaan bij ‘afwijkend’ gedrag.
Ik vroeg aan een Duitse hoe het toch kan dat je in Duitsland op veel plaatsen nog steeds niet kan pinnen.
Over het antwoord was ze zonneklaar: niet vanwege zwart geld, maar om de controle van de burgers te beperken.
Privacy über alles.
Naar verluidt is de controle van de Nederlandse burgers door ‘de instanties’ veel groter dan de meeste mensen denken.