Hij vervoert een priester, wiens hart (deels door de spontane spektakelbiecht van de tassista) het fataal begeeft. Nog in de taxi zelf.
De chauffeur wil het eerst niet geloven en doet van alles om de dode weer tot leven te wekken. Zodra de waarheid echter tot hem doordringt vreest hij problemen en sleept de prelaat ergens een bankje op. Dat valt op zich al niet mee, maar hoe laat je een lijk netjes rechtop zitten? Toch brengt de chauffeur het er niet onverdienstelijk af. Als kroon op zijn werk laat hij de armen van de geestelijke rusten op diens aktetas en gaat er als een haas vandoor.
Veel duidelijker kan je Alitalia niet beschrijven. Talloze miljarden werden er bij wijze van infuus in dit vliegende lijk gepompt, maar leven ging het niet.
Maar Boekhouders don’t ♥ Alitalia
Verreweg de meeste van al die miljarden werden betaald door de Italiaanse belastingbetaler. En, het moet gezegd, deels betaalden ze die met minder tegenzin dan anders. Net zoals wij ons instinctief verzetten tegen buitenlandse overnames zoals die van AkzoNobel of Unilever, en net zoals wij met lede ogen aanzien dat ‘onze’ KLM aan de leiband loopt van Air France, net zo zagen de Italianen ‘hun’ Alitalia als bron van nationale trots. En dus bleven ze maar schokken.
De leidinggevenden wisselden elkaar ondertussen sneller af dan de vliegtuigen aan de gates, zo leek het wel, maar beter werd het niet. Cosmetische ingrepen, zoals splinternieuwe pakjes voor de stewardessen, het mocht en kon niet baten.
Als buitenstaander dacht je te weten waarom. Je kwam op een Italiaanse luchthaven uit een design-WC die het niet deed en je oog viel al snel op een stel opgeverfde draken in design-outfits. In die semi-haute couture zag je echter geen stewardessen, maar vrouwen die via de juiste connecties in die pakjes waren terechtgekomen en verder zichtbaar geen zin hadden in het werk dat ze daarmee zouden moeten doen.
Zeker, ze wisten wél hoe je een sjaal moet dragen. Voor hen is een ‘sjaal’ geen ‘sjaaltje’ zoals je die ziet bij KLM en Albert Heijn: dingen die op een of andere manier om je nek moeten blijven hangen. Maar in die sjaaltjes van KLM en Appie zit wel prima personeel.
Een vliegtuigspotter hoorde ik ooit beweren dat hij alleen al aan de stijl van starten en landen een toestel van Alitalia kon herkennen. Zoiets als beleg kwakken op een pizza.
Uit eigen beleving herken ik het vooral andersom: alsof de KLM-piloten er een eer in scheppen hun toestellen zo beschaafd mogelijk aan de grond te zetten.
Weliswaar is het succes van een luchtvaartmaatschappij niet alleen afhankelijk van de landingsstijl en de kwaliteit van het cabinepersoneel, maar toch…
En nu zou het einde van Alitalia dan toch echt gekomen zijn, beweerden de media. Écht waar?! Nee, het einde is er nog steeds niet helemaal. Voorlopig komt er het zoveelste krediet van de staat: nog eens zeshonderd miljoen euro voor zes maanden.
De bewindvoerder: ‘Daarna zien we wel…’
Bijvoeren werkt alleen zolang als het duurt.
Zie inzake de eerdere flirt tussen KLM en Alitalia:
Cacciucco, het boek, p.298-302