Het is alweer jaren geleden dat ik iemand versteld deed staan door te zeggen: ‘Voor de pret’. Ze keek me aan alsof ik een paardentram was. Iets dat sympathie oproept, maar allang niet meer bestaat. ‘Pret’ is verloren gegaan.
Kort geleden kwam een zelfde soort woord weer boven. Opeens. Opgegraven uit het kerkhof van de taal, al zoekend naar een juiste omschrijving. Maar dit keer ging het om een vergeten woord waarvan de lading er nog is.
Het gebeurde tijdens DWDD. Voor de (weinige) niet-ingewijden: deze afkorting staat voor ‘De Wereld Draait Door’, een praatprogramma op de Nederlandse televisie. Daarbij bleek dat de wereld zelfs doordraaide na het overlijden van een vrouw die cruciaal was geweest voor de carrières van een viertal gasten in de studio.
En toch draait de wereld door…
Stuk voor stuk waren het jongens die het boegbeeld zijn van documentaires voor de VPRO.
Zo zat het viertal op een rijtje verweesd te zijn, nu hun hoofdredactrice hen ontvallen was.
En opeens viel het kwartje. Die jongens leken op elkaar, op een bepaalde manier. Maar hoe? Ze kwamen uit verschillende moeders, maar deelden zelfde tv-moeder. Dat ze op elkaar leken was geen toeval. Ze kwamen uit verschillende buiken, maar uit dezelfde koker.
Wat was het gemeenschappelijke aan dat stel? Waren ze cool, gaaf, of vet? Nee. Opeens wist ik het:
Het zijn puike jongens.