-Vervreemdend Deel 1
We scheurden in een grote motorboot over de Middellandse Zee. Niet alleen heel hard, maar ook heel lang. Al vervreemdend op zich.
-Vervreemdend Deel 2
De bemanning van de boot bestond uit… boswachters. Het was een boot van het ‘Corpo Forestale’, het Italiaanse Staatsbosbeheer.
-Vervreemdend Deel 3
Opeens, tientallen mijlen uit de kust, lagen we stil. De maritieme boswachters hadden iets gezien. Er dreef iets, maar het was geen boom. We kwamen dichterbij. Het was… Minnie Mouse. Van plastic.
Natuurlijk, het is geen nieuws, plastic is overal. Toch was het schokkend.
En nu dan, nu pas, moet je in Nederland betalen voor een plastic tasje. Hèhè, eindelijk.
Gisteren sprak ik een marktkoopman. Sinds 1 januari vraagt hij vijf cent voor een tasje.
Gevolg: vorige week gingen er bij hem zesduizend tasjes minder doorheen dan toen een tasje nog gratis was. Zesduizend!
Hoeveel tasjes deelde hij dan wel niet uit in een jaar? De marktkoopman wist het precies. Hij is ten slotte koopman. In 2015: 720.000. Zevenhonderdtwintigduizend plastic zakjes, weggegeven bij één kraam op een Amsterdamse markt.
Dat kostte hem trouwens zesduizend euro, dus met dank aan het milieu kan hij nu eerder met pensioen. Want heel wat mensen nemen toch een tasje, zelfs al moeten ze er nu ‘iets’ voor betalen. Dat ‘iets’ is het zwakke punt van de nieuwe regel. De prijs voor een tasje mag de verkopende partij zelf bepalen. Bij een gewone winkel verderop vragen ze voor een iets beter tasje twintig cent, maar ook dat blijkt voor veel mensen geen punt.
Kortom, de pijngrens van het milieu hebben we al gevonden, nu nog de pijngrens van de tasjesprijs.