3. B.&W.

Over het feit dat Silvio Berlusconi weet waar Abraham de mosterd haalt, bestaat geen twijfel.

anti-duif

Maar is een stuk over hem inmiddels geen mosterd na de maaltijd? Nee.
In de Spotlight staat nu een stuk over ‘B.’ uit 2009, toen hij nog premier was. Ik begon eraan om de velen van dienst te zijn die telkens vroegen ‘hoe het toch kon dat de Italianen die man maar bleven steunen’.
Inmiddels zijn we vier jaar verder en is het tijdperk B. mogelijk – mogelijk – voorbij. Een Italiaanse krant merkt op dat, aangezien de man al negen levens bleek te hebben, er best nog wel een tiende bij zou kunnen.
De houdbaarheid van dit stuk over B. houdt echter niet zozeer verband met Silvio zelf, maar met wat het zegt over veel mensen in De Laars. Aan het eind van deze tekst blijkt overigens dat sommige Italianen inmiddels terug willen slaan. Beleefd, maar toch.
En ongelijk kan je ze niet geven. Je had gehoopt dat ze niet op de hoogte zouden zijn van ons eigen fenomeen, onze W. Maar helaas. Doorgaans weten Italianen weinig tot niets over ons land, maar van W. weet een aantal wel. En niet alleen omdat Italianen nu eenmaal ‘kapselgevoelig’ zijn.
Tja, een heel nieuwe sensatie. Nu is gebleken dat grote kiezersmassa’s achter mensen aanlopen als Fortuyn, Verdonk en W., voel ik me voor het eerst ‘Niet trots op Nederland’. En vreemd genoeg heeft het op een perverse manier ook iets prettigs. Op den duur is het onaangenaam om vaak in een land te zijn met een al dan niet waarneembare houding van ‘Bij ons is alles beter’.
Van die aandoening ben ik nu genezen. De grote steun in mijn eigen land voor W. is niet minder verbijsterend dan de Italiaanse voor B.
Over W. wie weet later meer. Nu nog even, voor het doek ooit echt gaat vallen, nog (minstens) één keer:

B.

krabbel