175. Weg met Vivaldi!

Genoeg! Weg met Vivaldi!

Ik dacht het al langer, maar nu is de maat vol. De druppel was de film I, Daniel Blake, waarin de arme Daniel van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Steevast als hij belt om verder te komen wordt hij in de wacht gezet. Met Vivaldi. Om gék van te worden. Goed, het is maar een film, maar wél realistisch. En kennelijk hebben ze ook in Engeland geen beter melodietje gevonden dan dat van Antonio. Ik geloof het direct. De Vier Jaargetijden worden wereldwijd misbruikt voor van alles en nog wat. Voor wachtdeuntjes al helemaal. Maar je krijgt ze nooit helemaal te horen. Vrijwel altijd is het alleen ‘Lente’. En daarvan alleen het begin. Dus al wacht tot je een ons weegt, Zomer wordt het nooit. Na een paar maten beginnen ze gewoon weer opnieuw, vaak onderbroken door de mededeling dat je ‘zo spoedig mogelijk’ aan de beurt gaat komen.
Maar ik moet op zo’n moment denken aan die collega van mijn broer, die na ‘Ik ga het voor u uitzoeken’ gewoon doorging met iets anders. Daarbij legde hij zijn telefoon een tijdje in een la, voordat hij zei: ‘Helaas…’
Zeker, zo Daniel Blake-achtig gaat het niet altijd. Maar wel bijna altijd zit Vivaldi ertussen. Vandaar dat Daniel, wanneer bij hem de bom vanbinnen barst, niet nalaat om op de muur van dat vermaledijde kantoor er met zijn spuitbus nog even bij te sissen dat hij ook kotsmisselijk is van die shitwachtmuziek.

Allegro.M
Allegro, ma non troppo


Niet dat er op zich iets mis is met de muziek van Vivaldi. Sterker, Vivaldi is prachtig. Neem alleen al het Stabat Mater. En zelfs de Jaargetijden zijn niet verkeerd, als die seizoenen maar niet ten prooi vielen aan wereldwijde verkrachting.
De Jaargetijden werden trouwens, zoals veel van Vivaldi’s werk, uitgegeven in Amsterdam. Dus eigenlijk is Antonio ook een beetje van ons. Naast ‘Weg met Vivaldi!’ zou je dan ook willen zeggen

Leve Vivaldi!

Alternatieve wachtmuziek, om Vivaldi te ontlasten:

Ne me quitte pas (Brel)
Erbarme dich (Bach)
Hello (Adele)

Probleem bij dit soort muziek is wel dat als je eindelijk aan de beurt bent, je geneigd bent tegen die ander te zeggen:
‘Graag die muziek terug. Dan zet ik je even in de wacht’.

(Kortom, de beste wachtmuziek is: geen muziek).

krabbel