581. Ondersteboven

Dat raak je ervan. Van de wereld van vandaag. Die ook zelf ondersteboven lijkt.

Zo zag ik laatst de aankondiging van een programma op de Duitse televisie, met als titel:

Het programma zelf zag ik niet, maar alleen die titel deed mij iets ont-dekken. Want hoe zit het eigenlijk met de Westnachbarn van onze Ostnachbarn? Met ons. Zijn wíj nog wel één volk? Zijn we het eigenlijk ooit geweest? Ik dacht altijd van wel.

Sterker, ik was onthutst toen niet lang geleden een enquête weer eens aangaf dat relatief weinig Nederlanders zich bereid verklaarden te vechten voor hun kikkerland, mocht dat nodig zijn. Ik legde dat niet zozeer uit als wijsheid, maar eerder als slapte, om niet te zeggen lafheid.

Nee, dan ikzelf, ik zou meteen op en in de bres springen. Oké, daarbij zou ik al direct door mijn knie gaan, maar goed. Ik zou het toch doen.

Inmiddels, echter, knaagt die Duitse vraag, een vraag die nu ook de mijne is: zijn wij nog wel een volk? Eigenlijk begon die ont-dekking al eerder, maar toen minder als vraag dan als verbijstering.. Toen veel ‘landgenoten’ de Hollandse driekleur ondersteboven lieten wapperen. Een duidelijker bewijs van scheuring was er niet. Of was die er al, maar zag ik het nog niet?

En inmiddels is de grootste politieke partij in het Nederlandse parlement een partij die in een democratie geheel buitenspel zou moeten staan, een partij zonder leden. Een partij waar geldt:

De Leider = De Partij.

Die partij, waarvan De Leider ook nog eens grossiert in onzindelijke uitspraken, trekt inmiddels in ons land de meeste stemmen. Wat de vraag oproept: is zo’n land nog wel het verdedigen waard?

Het Duitse tv-programma behandelde die vraag concreet: wat als het land wordt aangevallen? Stellen we ons dan eensgezind te weer, of vallen we uiteen in de verscheidenheid die er nu al is?

Is ons land nog wel ‘ons’ land? Wat en wie zijn dat, ‘wij’?

Nu zijn ‘wij’ bij ons natuurlijk nooit uniform geweest. Je had altijd al links en rechts, de reli’s en nog zo wat. Maar, al met al, bewoog het zich binnen de grenzen van het fatsoen waardoor je geneigd bleef te spreken over ‘wij’. Inmiddels worden die lijnen steeds vaker overschreden. Op steeds meer terreinen bovendien.

Vorige week sprak ik de manager van een supermarkt. Bij de ingang prijkt een groot scherm met zijn foto erop. En zijn ‘handtekening’:

Jouw Supermarktmanager

Niet lang geleden stond daar nog zijn ware naam voluit. ‘Dat kan niet meer’, verzucht hij. Sterker, ook op de website van het bedrijf moet zijn naam worden geschoond. ‘Je wordt gewoon bedreigd’.

Ehm, gewoon? Een kassière van een andere supermarkt, wist ik, werd zelfs opgewacht bij haar tramhalte. Om maar te zwijgen over wat er afkomt op politici, al jaagt een deel van hen die spiraal zelf aan, door het geven van het slechte voorbeeld. We lijken inmiddels verworden tot een land van verongelijkten. Sommigen met recht, zeker, maar de meesten niet. Volgens mij.

Hoe zat dat met de groep die hier laatst door de straten trok, die van ‘Nederland in Opstand’? Waartegen? Tegen immigratie. Veel waren het er niet. Dat viel mee, maar toch.

Er was een subgroep bij van ‘Defend Netherlands‘. Wonderlijk, dat je daarvoor niet je moers taal gebruikt. Helemaal als je een andere taal die je wel gebruikt niet machtig bent.

Netherlands‘, zoals de meesten weten, is niks. ‘The Netherlands’ is de officiële naam van Nederland, die door Engelstaligen normaal niet wordt gebruikt. Hopeloos voor leuzen, bovendien. Zo maakt die gekunstelde kreet eerder een deerniswekkende indruk en kreeg je het gevoel dat de groep die erachter liep niet zozeer met de wapenstok te lijf moest worden gegaan, maar door een legertje ‘moeders met overschot’. Om ze te bedelven onder wellicht eerder tekort gekomen warmte.

Misschien ben ik daarin naïef. Ik ben nu eenmaal ook geneigd Hells Angels te zien als deviante padvinders en doodshoofdtattoos als kinderlijk.

Trouwens…

*

De wereld op z’n kop (vervolg)

Je kan eigenlijk moeilijk geloven dat er je er ook maar één letter aan spendeert: Donald, de Nobelprijs voor de Vrede?! Dan zeker tegelijk met die van Netanyahu voor Scheikunde en die van Dick Schoof voor Literatuur.

Donald, laat me niet huilen! Als er iemand is die op vrijwel alle fronten splijtend bezig is en kwistig in het rond strooit met meer en minder snel kiemende zaden voor conflicten wereldwijd, dan is het Donald wel.

Bovendien heeft in al bestaande conflicten zijn warrige ‘beleid’ meestal geen goed gedaan, zacht gezegd, met onder meer desastreuze gevolgen voor Oekraïne. Zo mogelijk nog erger: Israël steunde hij tijdens de misdadige verwoesting van Gaza door dik en dun. De ‘vrede’ die daar nu op zijn conto wordt geschreven kwam pas tot stand nadat de strijdende partijen aan het eind waren gekomen van een, onnodig lange, doodlopende weg. En ook daar kiemen nu nieuwe zaden… Zwarte zaden, zou je denken.

Eén ding, eerlijk is eerlijk, deed Donald goed: hij maakte een einde aan de schandalige klaploperij die Europa zich permitteerde ten aanzien van de eigen veiligheid. Ook dat staat nu op zijn kop. Ondersteboven is niet slecht per definitie.

TERZIJDE

– Was de aanval van Hamas dan niet misdadig?

Zeker wel.

Maar dat was geen vrijbrief voor eigen misdadigheid op een nog veel grotere schaal.

– En erger ík me dan niet aan allochtone etterbakjes die je op hun fatbikes van de stoep rijden?

Zeker wel.

Iedereen die hier is hoort zich te houden (en te worden gehouden) aan onze regels.

Maar ik denk niet dat het me veel moeite zou kosten om acht autochtonen te vinden die ik graag zou inruilen voor nog eens acht Marokkanen zoals die bij mij op de trap.

– Zie ik dan niet hoe irritant het is als de woning waar je op wacht naar iemand gaat die hier tot voor kort nooit was, en jij al je hele leven?

Zeker wel.

Maar als die woning gaat naar iemand met recht op asiel, dan is één ding zeker: het is een mens, en één ding waarschijnlijk: het is een mens in nog grotere nood.

Ter info: tot nu toe gaat nog steeds meer dan 90% van vrijkomende sociale huurwoningen naar ‘gewone’ woningzoekenden. Terecht.