Mea culpa. Of overdrijf ik daarmee? Want zelf heb ik de man geen kwaad gedaan.
Ik was hem al bijna vergeten, of eigenlijk helemaal. Maar nu hij dood is, ‘weet’ ik hem weer. Levendig.
Dat hij Wouter heette wist ik niet. Ik zag hem maar één keer,. Dat was bij een gastcollege. Nu worden gasten doorgaans gastvrij onthaald, maar hij niet. Hij bevond zich namelijk midden in een storm, in het brandpunt van de actualiteit. De collegezaal was dan ook bomvol. Alle stoelen waren bezet. Anderen zaten op de trappen, ikzelf geloof ik ook. En ze stonden.
Want een openbare terechtstelling, daar zijn heel wat mensen nu eenmaal graag bij. Of zou hij er in die wetenschappelijke arena toch nog mee wegkomen, met dat wat het publiek niet wilde?
Het antwoord was nee, want de mensen hadden hun vonnis al van te voren geveld.
Wouter, die naam heeft iets geinigs, iets vrolijks, iets dat helemaal niet paste te midden van een menigte die bloed rook.
Wouter stak van wal. Er staat me bij dat hij zelfs grappig begon. Het is lang geleden, wat hij precies zei weet ik niet meer. Maar juist dat was het interessante: wat hij precies zei, deed er niet toe. Hij moest hangen.
Waar ging het om? Wouter wilde onderzoek doen, naar iets dat omstreden was: eventueel erfelijke invloeden inzake criminaliteit.

Anders gezegd: dat onderwerp was onomstreden. Zo’n onderwerp ‘kon’ niet. Was fout! Al dan niet door echo’s uit het verleden, zoals de Italiaan Lombroso en de nazi-tijd, gold een dergelijk onderzoek als taboe. En om dat laatste gaat het hier, om dat wat in de exacte wetenschap door het leven gaat als ‘kritische massa’: zodra er een bepaalde grens is overschreden gaat een proces voort. Verhuisd naar het gebied van opinie kan dat betekenen dat bepaalde oordelen dominant worden, om niet te zeggen verstikkend. Verpletterend.
Nadat Wouter uitgesproken was, of misschien ook al tussendoor, werd Wouter verbaal gestenigd, zoals dat te verwachten viel.

Mijn mea culpa betekent niet dat ook ik een kei ter hand nam, of zelfs maar een kiezeltje. Nee, het gaat erom dat ik niets deed, niets zei om het slachtoffer te beschermen. Of deed ik dat toch? Ik probeer uit mijn ondergestofte hersenpan omhoog te trekken dat ik dat wel deed, maar daarbij, vermoed ik, is de wens de vader van de gedachte.
Niet dat ik erom stond te springen dat Wouter zou ontdekken dat bij criminelen nature veel belangrijker is dan nurture. Maar hij moest het kúnnen ontdekken als het zo was, want dat is de taak van wetenschap:
‘Onderzoekt alles en behoudt het goede’.
Onderzoek ondergeschikt maken aan het gewenste, of dat onderzoek helemaal achterwege laten als er vrees bestaat voor een ongewenste uitkomst, nee!
Dat was echter precies wat de ‘correcten’ wilden en ze kregen daarin hun zin. Wouter werd geplet.
Helaas is een verhaal als dit van alle tijden, zoals van… nu.
Zelf loop ik te hoop tegen Trump & zijn Trawanten. Hun giftige cocktail van agressief egoïsme en spectaculaire onwetendheid doet de wereld grote schade. Op hun beurt fulmineren de grote monden onder de MAGA-petten tegen alles wat ‘woke‘ is.
Ik weet nog steeds niet wat ‘woke’ precies betekent, maar als het staat voor ‘verstikkend doorgevoerde correctheid’, dan ben ook ik ertegen. Helemaal als het bijvoorbeeld het soort correctheid is dat bij ons het woord ‘slaaf’ in de ban heeft gedaan. Een begrip dat iets vreselijks beschrijft, maar als woord niet te overtreffen valt. Kort, duidelijk, beter kan niet.

Tot tweemaal toe heb ik meerdere nazaten van slaven gevraagd of zij een probleem hadden met ‘slaaf’ als woord. Helemaal niet. De intussen als correct ‘gezegende’ variant hoefde voor hen niet. Gelukkig maar, want zelf krijg ik ‘slaaf gemaakte’ normaal niet uit mijn keyboard, net zomin als ik het zal hebben over ‘slachtoffer gemaakten’. Taalballast. En lelijk bovendien.
De nieuwe variant lijkt voortgekomen uit een te elfder ure opgekomen schuldgevoel bij een ‘correcterende’ elite. Nu daarbij een kritische massa is bereikt, doet de daarmee gepaard gaande dwang me denken aan wat er gebeurde destijds, in die bomvolle collegezaal.
En Wouter? Nu pas, postuum, weet ik hoe het met hem verder ging. Zijn wetenschappelijke carrière gekraakt, stortte hij zich op iets dat niets terugzei: antiek. Hij had er succes mee en zo’n twintig jaar later verzorgde de universiteit van Leiden eerherstel. Inclusief, opnieuw, een gastcollege. Maar dan met applaus.
Beter laat dan nooit. Gelukkig maar.
I.M. Wouter Buikhuisen

TERZIJDE
Correcteren – “doorgaans incorrecte bezigheid: bestaande teksten aanpassen aan de heersende correctheid”.
– Cesare Lombroso (1835-1909)
Meende dat er zoiets bestaat als de ‘geboren crimineel’ en dat je dat er ook aan af kon zien.