544. NSC

‘NSC’ rijmt op ‘Nee!’ Heel toepasselijk. De nieuwe partij die vanuit het niets op twintig zetels kwam, krijgt er volgens recente peilingen nu één of twee.

Ook ’twee’ rijmt op NSC, maar die twee zijn er nog verrassend, teleurstellend veel. Je zou verwachten, hopen, dat iedereen inmiddels ‘Nee!’ zou zeggen tegen de nieuweling.

‘Teleurstellend’, ‘hopen’? Ja, want ik ging ervan uit dat alle aanvankelijke NSC-stemmers fatsoenlijke mensen waren, wanhopig op zoek naar een Nieuwe, fatsoenlijke partij.

Zelf begon ik onlangs aan iets ouds. Een beetje verlaat opende ik Alice in Wonderland. En wel ‘The Annotated Alice‘. De tekst wordt daarbij links en rechts omgeven door commentaar.

Is dat wel een goed idee? Niet alleen vertraagt het als een blok aan een been, het verhindert ook onbevangenheid. Was ik ooit aan een geweldig boek als ‘Reis naar het einde van de nacht‘ begonnen als ik van tevoren had geweten wat een vreselijke man er schuilde in de schrijver ervan?

Die man was vast vreselijker dan Lewis Caroll, de ‘man van’ Alice. Sterker, misschien was Lewis helemaal niet vreselijk. Maar wel wist ik door die annotaties al vanaf het begin dat de auteur, die zijn hele leven ongehuwd bleef, een opvallende voorliefde had voor kleine meisjes. Met voorop: een échte Alice. Misschien wilde hij heimelijk ook wel echt de man van Alice zijn.

Maar wie weet, al verkoopt dat in de huidige tijd niet makkelijk, was Lewis’ gevoel voor jonge meisjes wel volledig lelieblank. Misschien was hij alleen maar aangetrokken door de pure onschuld van die kleine wezentjes met hun gladde, nog onbezoedelde velletjes.

Niets verdorvens aan. Net zoals je je aangetrokken kan voelen tot een partij, vers uit het ei. Zoals NSC, een partij met nieuwe gezichten, behorend bij (nog) niet-vuile handen.

Zoals Alice zich met blijde verwachting waagde in het konijnenhol, zo stortten heel wat kiezers zich in het NSC-avontuur en vielen net als het meisje in het wonderland de ongewisheid tegemoet.

Eenmaal neergekomen in de wereld van de politiek, keek de piepjonge NSC om zich heen en knipperde met de ogen. En wat bleek? Het was niet eeuwig feest in het hol. Integendeel. Er liepen onfrisse types in het rond. Wat te doen?

Je handen brandschoon houden is in de politiek onmogelijk. Zonder compromissen gaat het niet. Meer of minder inleveren van wat je zelf wilde, het is onvermijdelijk.

Er zijn echter grenzen. Er zijn partijen ‘onder de rode lijn’, partijen die vanwege hun programma en/of de gedragingen van de bijbehorende politici buitenspel horen te staan. Zo’n partij is de PVV, die zich diskwalificeert op beide punten. Zo hoort een ondemocratische partij, zonder leden, in een democratie niet thuis. Bovendien zijn de uitlatingen van de man die de partij ‘is’ met regelmaat ver onder nul.

Met zo’n partij ga je niet in zee. Punt.

NSC deed het toch.

Ik ken iemand die zijn hoop op NSC had gevestigd als hoeder – of beter, naar zijn gevoel: heroveraar – van de rechtsstaat. Gedreven door zo’n wens in zee gaan met de PVV is als een vegetariër die solliciteert bij een abattoir.

We kregen een ander iemand te eten, iemand die het nieuwe kabinet het voordeel van de twijfel gaf. Hij kende in de nieuwe ploeg een NSC-bewindspersoon persoonlijk en achtte die heel capabel.

‘Eerst zien wat ze doen en dan oordelen’, was daarbij het idee.

Maar mijn oordeel was al geveld bij de start. Niet meer voor herziening vatbaar. In zo’n coalitie stappen is namelijk geen optie. Door als fatsoenlijke partij een binding aan te gaan met een onzindelijke, word je dat zelf. Instant.

Ik hoorde ook het argument van een NSC-lid dat bij de enorme verkiezingswinst van zijn partij de verantwoordelijkheid zou horen om je niet aan regeren te onttrekken. Maar die verantwoordelijkheid bestaat niet, net zomin als de plicht je aan te sluiten bij de grootste partij omdat die de kans op regeren niet mag worden ontnomen.

Het enige dat je niet mag doen is het verkopen van je ziel. Nooit. In andere landen, zoals in België en in Duitsland, heeft men dat wel begrepen en vormt men een ‘cordon sanitaire‘, een Franse uitdrukking die in Nederlandse oren heel toepasselijk klinkt en waarbij een voor principiële partijen onacceptabele partij in een soort quarantaine wordt geplaatst. Dat te doen is niet ondemocratisch, maar zindelijk.

Als een onfatsoenlijke partij met partijen die hun eventuele principes verkopen een werkbare coalitie kan vormen, dan kan daaruit een regering volgen, zoals bij ons. En zo niet, dan niet. Dat zijn de regels van het spel.

En nu grijp ik weer naar Alice. Hoe zou dát verder gaan?!

TERZIJDE

– Ons eigen wonderland

Alice viel omlaag. Na een verkiezingsuitslag als bij ons, daarentegen, vallen minderen omhoog.

Geert Mak in De Morgen:

Ik heb heel veel meegemaakt in de Nederlandse politiek, maar een ronduit incompetente regering, dat is nieuw’.

En, zo mijmert hij nog ‘opwekkender’ in De Volkskrant:

Ik denk dat de kans op een oorlog aanzienlijk is’.

Conclusie: Pluk de dag.

– Ander Tegengif-je.