Alweer in Duitsland, maar dit keer zonder fiets.
– Het begint goed.
We staan aan de Ruhr. Er wordt op geroeid en ’s zomers wordt er zelfs in gezwommen. Mijn NL-jeugdvriend, naast me, zegt zich helemaal thuis te voelen in het Ruhrgebied. Ooit spreekwoordelijk smerig, door industriële Verschmutzung, is het nu eerder een groene oase. Maar ook anderszins is er van sanering sprake.
Mijn vriend heeft een uiterlijk dat zou kunnen doen vermoeden dat hij Joods is. Wat klopt. Al is hij van huis uit 100% ongelovig, toch is hij er in meerdere buitenlanden aan herinnerd dat hij er Joods uitziet, ‘er een is’. En niet zomaar. Meer of minder spectaculair onaangenaam.
Maar niet in Noordrijn-Westfalen. Hij verklaart dat door de langdurige ervaring die deze regio heeft met migranten.
Wellicht, naar mijn idee, speelt daarbij ook schuldgevoel een rol. Dat men ten aanzien van de Joden iets goed te maken heeft, hen op zijn minst met rust dient te laten.
Of raakt dat ‘schuldeffect’ uitgewerkt?
*
– Aan de lijn heeft ze een hond, maar geen geleide-. En geleiding heeft ze juist nodig, zo blijkt.
Zij niet alleen, volgens haar. De Duitsers in het algemeen.
‘We weten het niet meer’, verzucht de vrouw. ‘We zijn de weg kwijt’.
*
– ‘Kennen júllie nu mensen die erop stemmen?’, informeert een andere vrouw. ‘Ik niet’, voegt ze eraan toe. Alsof het een raadsel is waar die mensen dan zouden zijn.
Daarbij is het geen raadsel welke partijen ze bedoelt: voor de landgenoten in haar gehoor de AfD, voor ons de PVV.
Onze hoop, dat ze elders onbekend zouden zijn met het bestaan van onze Partij Voor Verongelijkten, vervliegt op slag. Sterker, onze oosterburen blijken heel goed op de hoogte van wat ik zelf niet zou willen weten: wij Hollanders zijn de Duitsers eindelijk vooruit, maar dan in de verkeerde richting.
Klopt het trouwens wel dat de Duitse vrouw geen AfD-stemmers kent? De avond voordat Trump eerder tot president werd verkozen zat ik aan tafel met Amerikaanse Trumpfans. Zij wisten: ‘Veel mensen die op hem gaan stemmen komen er niet openlijk voor uit’. (Inmiddels wel, vermoed ik).
*
– Dat je op de Deutsche Bahn, de Duitse spoorwegen, je klok niet meer gelijk kan zetten, wist ik al. Met taai ongeloof.
Nu sta ik in de rij bij de Deutsche Post. Eén rij, bedoeld voor alle loketten, van een meter of vijftig. Een nummertje trekken, zodat je ergens kan gaan zitten tot je aan de beurt bent, is er niet bij. Het is gewoon staan wachten tot je een ons weegt.
*
– De vrouw van het café staart naar mijn betaalkaart alsof ze een ufo ziet. Pinnen?! Nee, alleen contant. Anno 2024.
*
– Linzbach, wat een sigarenzaak! Qua assortiment is de Amsterdamse tabakstempel Hajenius er niets bij.
Maar heeft ze ook Hollandse sigaren?
‘Natürlich!‘, roept de bazin uit. Ze klinkt erbij alsof vroeger uit haar kinderwagen al een knoert van een havanna stak en wijst op fraaie kistjes. Kennelijk heeft ze ‘Hollandse sigaren’ breed opgevat, als van een bepaald type. Wat ze aanwijst is, zoals de meeste ‘Hollandse’ sigaren, Made in Belgium.
In elk geval vraagt het prijsverschil om grensverkeer. Mijn standaardsigaartjes kosten thuis €18,80. Te D: €11,64.
*
– Ik ontmoet een sympathieke Turk en zijn Marokkaanse vrouw. Nee, opnieuw. Ik ontmoet een sympathieke Koerdische Armeniër en zijn Berberse vrouw. Of is het een Armeense Koerd? Of moet ik het weer opnieuw doen en gewoon schrijven: ‘Ik ontmoet twee Duitsers?’
Beiden zijn in Duitsland geboren en ze delen hetzelfde gevoel: tot een paar jaar geleden voelden ze zich thuis in hun geboorteland. Nu niet meer.
Maar ook in hun land van afkomst passen ze niet. De man heeft in zijn jeugd een aantal jaren in Turkije gewoond en daar dingen meegemaakt waardoor hij er nooit meer wil komen. Zijn vrouw keert elk jaar terug naar de bergen van de Atlas, maar daar vinden ze haar Duits.
Het leven in Duitsland verscherpt zich, zeggen ze. Tussen de ‘Duitse Duitsers’ en hen. Maar ook tussen de ‘Duitse Turken’ en de ‘Turks-Duitse Koerden’ zit het niet goed, al was dat misschien altijd al zo. De man tegenover me mocht als kind in Turkije geen Koerdisch spreken en weigert nu Turks te spreken wanneer hij een ‘Duitse Turk’ tegenkomt.
Ik vertel hem over de positieve ervaringen van mijn Joodse vriend. Hij kijkt me meewarig aan. ‘Ook dat verandert nu’, zegt hij en geeft er een onprettig voorbeeld bij.
– Is het een kwestie van ont-dekken? Niet van het vinden van iets nieuws, maar dat er iets zichtbaar wordt wat eerder bedekt was?
*
– Hoe onwetend kan ik zijn? Inzake heel iets anders.
‘Halogeen?!’, snuift de man aan mijn tafel, minachtend. Ook dat is, net als de gloeilamp, efficiënter voor verwarming dan voor het geven van licht, zo doceert hij.
En voor zover ik niet onwetend ben, ben ik dom. Ik ben er zo een die eerst de ongebruikte oude lampen ‘opstookt’ voordat hij nieuwe, zuiniger lampen koopt. Daarmee ben ik een dief van mijn portemonnee en waarschijnlijk ook van het milieu.
Tegenover me zit een fysicus die mede aan de wieg heeft gestaan van de ledlamp. Dat het zo’n overweldigend succes zou worden had hij niet verwacht. Ook niet, zegt hij, dat de industrie ledlampen minder ideaal maakt dan ze eigenlijk zijn. ‘Van nature’ gaan ledlampen langer mee dan jezelf. Daartegen hebben de producenten intussen een trucje bedacht. Alsof je mensen vanaf hun geboorte voorziet van hoge bloeddruk. Dan gaan ze wel een tijdje mee, maar niet te lang.
*
– Juist veel beter dan het was, daarentegen, gaat het met de Duitse wateren, zo vertellen twee vrouwelijke biologen. In dienst van de deelstaat Noordrijn-Westfalen bestuderen ze algen, waterbeestjes en wat al niet. Ideaal is het allemaal nog niet, maar toch.
De verbetering is het gevolg van krachtig beleid en, minstens zo belangrijk, de handhaving ervan. Daarbij realiseren de dames zich wel wat er, zowel in het verleden als bij de sanering, is afgevloeid en waarheen…
Als ’troost’ deel ik ze mee dat ons Kikkerland zelf zijn uiterste best doet de eigen kikkers te doen creperen, onder meer door ze te laten stikken in de mest. Eigenlijk zou ons land door al die stront de contouren moeten hebben van Zwitserland, maar daar hebben we wat op gevonden: we injecteren het, al dan niet legaal, diep in de grond.
*
– Valt er ook nog iets te lachen s.v.p.? Toch wel. Een massieve Teutoon met snor laat me weten:
‘Als je hier in Duitsland drie keer zakt voor je rijexamen, dan krijg je een geel nummerbord’.
*
– We stuiten op een groep Gambianen. Ze zijn op weg naar huis, voor vakantie. Eén van hen spreekt Italiaans en wel verbluffend goed. Hij heeft de ‘klassieke’ weg afgelegd: van West-Afrika door de woestijn naar Libië en vanaf daar met de boot over de Middellandse Zee. Zo belandde hij in Reggio Calabria, in de hak van de Italiaanse laars. Daar werkte hij dertien uur per dag en volgde daarna nog eens lessen.
Echt donker is-ie. Korte dreadlocks, petje. Atletisch, sterk. Leergierig en uit goed ebbenhout gesneden. Iemand die je meteen in dienst zou willen nemen.
Reggio C. staat allerminst bekend als paradijs. Daarbij ligt het ook nog eens in het territorium van Italiës machtigste ‘maffia’, de ‘ndrangheta. Toch heeft hij aan zijn verblijf in Reggio goede herinneringen: ‘Er wonen ook heel goede mensen’. Aanzienlijk slechter had hij het daarna, in Milaan.
En nu dan: Duitsland. Compleet regulier. Hij heeft alle papieren die hij hebben moet. Kortom, een succesverhaal. Daar kan hij thuis mee aankomen, in Gambia. Hij bevestigt dat veel jonge mannen zich er verhuren aan westerse vrouwen, die speciaal naar zijn land afreizen voor de seks.
Zelf heeft hij het gemaakt door te vertrekken. En toch, als hij van tevoren had geweten wat hij mee zou maken tijdens zijn helletocht richting Europa, dan had hij het nooit gedaan. Hij heeft er nog steeds nachtmerries van. Tien jaar later.
*
– Terug thuis. Home ‘sweet’ home. Een NL-minister komt op het idee bij AZC’s borden te laten installeren met de tekst:
HIER WORDT GEWERKT AAN UW TERUGKEER
Haar eigen ergste reiservaring, stel ik me zo voor: even wachten op de bus.
Iets eerder: Fietsnotities D-NL
TERZIJDE
– Een idee van hoe het is, zo’n reis als van de man uit Gambia, biedt de film ‘Io Capitano’. Vanuit je bioscoopstoel.
– ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’ bij de ingang van een AZC is niet alleen maar misselijk.
Ieder land is gehouden serieus te onderzoeken of een asielzoeker asielgerechtigd is. Een dergelijke tekst impliceert dat de uitslag van het onderzoek al vast staat, hooguit pro forma zal worden gedaan, in strijd met de bestaande verplichting.
Zo’n idee kan dus alleen voortkomen uit een kwaadaardig breintje, maatje kanarie-.