520. Fascisme (vervolg)

Wie weet wat fascisme precies is, mag het zeggen.

In Italië ging het ooit gekleed in zwarte hemden en het heeft ook wel iets van een zwart gat: je weet dat het bestaat en het is gevaarlijk, onder meer omdat je het, tussen ander zwart, niet makkelijk ziet.

Ook zelf weet ik niet wat fascisme is, maar ik meen het wel te kunnen ‘ruiken’. De Italiaanse schrijver Umberto Eco heeft zo’n dertig jaar geleden een aantal elementen van fascisme opgesomd die er ook vandaag de dag heel herkenbaar uitzien. Dat actuele hoeft niet te verbazen gezien de titel die Eco zijn exposé meegaf: ‘Fascismo eterno‘, alsof het om iets eeuwigs gaat. Daarbij benoemt hij ‘oerfascisme’.

Dat niet alleen ik, maar niemand weet wat fascisme precies is, is geen wonder: het fascisme weet het zelf niet. Geheel in lijn met wat je gezien de stereotypen zou verwachten, stelt Eco dat het (Duitse) nazisme iets doorwrochts is, terwijl het (Italiaanse) fascisme ‘gewoon’ ontstond, zonder speciale filosofie. Zonder erbij te denken, eigenlijk.

Bij Turijn

Doen vóór te denken, of doen waarbij denken zelfs compleet afwezig is, is één van de kenmerken van wat Eco oerfascisme noemt. In het verlengde daarvan ligt het wantrouwen richting de culturele, de intellectuele wereld en de weerzin tegen analytische kritiek. Aangezien het fascisme syncretisch is (lees in dit geval: ‘met onderbuikgevoel samengeraapte kenmerken’), kan het analyse van contradicties niet doorstaan en reageert daarom agressief op elk meningsverschil dat van de eigen tegenstrijdigheden het gevolg is.

Doordat er geen sprake is van een vast concept, maar van iets ongrijpbaars, heeft het vele verschijningsvormen en leent het zich ook voor beschuldigingen als ongeleide projectielen.

Iemand ‘een fascist’ noemen heeft ongeveer dezelfde uitwerking als iemand beschuldigen van ‘grensoverschrijdend gedrag’. Het mag dan vaag zijn en/of ongefundeerd, het heeft wel iets van onafwasbare verf.

Maar het fascisme lijkt wel degelijk terug te keren, zo voel je als je Eco’s kenmerkenlijstje langsloopt. Niet dat de tijd al rijp is voor mensen om zich met trots weer ‘fascist’ te noemen, dat niet. Maar Eco besluit zijn verhaal ermee dat het zich in de meest onschuldige vermommingen opnieuw kan voordoen en noemt het ‘iedere dag, in ieder deel van wereld’ onze plicht die actuele verschijningsvormen te ontmaskeren.

Dit is niet de plek om Eco’s essay uitputtend te hertalen/herhalen. Alleen zomaar, toepasselijk zonder logische volgorde, een paar saillante punten, gelardeerd met eigen commentaar.

– Houdt van traditie

Misschien nog wel het meest van de romantisch-mythologisch-heroïsche soort. Anno Nu? Liefst zo tatoeëerbaar mogelijk. Germaanse runen? Heerlijk!

Soms heb je het gevoel dat er ook sprake is van verering van het onbegrepene. Niet zozeer, of alleen, omdat de vereerders niet tot begrijpen in staat zijn, maar ook omdat het object van verering slechts deels zichtbaar is in de nevelen van vervlogen tijden. Constante daarbij: de helden zijn blank.

Associaties die spontaan bij mij boven komen: The Lord of the Rings en padvinderij. De dikke pil van Tolkien is het lievelingsboek van de huidige Italiaanse premier Giorgia Meloni. In het logo van haar partij vlamt een symbool van het Italiaanse neofascisme.

Niet, uiteraard, dat Tolkien-adepten per definitie fascisten zijn. Zelf, als kind, heb ik het verhaal van de ring ook verslonden. Gewoon een mooi verhaal, toch? Ja, maar…

En zelf, als kind, was ook ik bijna een padvinder geworden, in de tijd dat kinderen nog niet genoten van zelfbeschikkingsrecht. Waarom werd ik het eigenlijk niet? Hadden mijn ouders te elfder ure door dat ik er ongeschikt voor was?

Wat is er trouwens mis met padvinderij? Heel goed voor kinderen, een beetje discipline, toch? Ja, maar…

– Wortelt in frustratie

En in verongelijktheid, zelfs bij degenen die het goed hebben.

Eco voorspelt dat het fascisme van morgen (inmiddels: vandaag) zal wortelen in de meerderheid die wordt gevormd door het tot de lagere middenklasse opgeklommen proletariaat. Een groep die bang is dat het nieuw verworvene zal worden bedreigd door derden, van onderen. Zoals immigranten. Niet een groep dus die het slecht heeft, maar die de glimmende suv voor de deur te vuur en te zwaard wil behouden.

– Gedijt bij vijandschappen

Zowel externe als interne, inclusief een obsessie voor complotten.

– Vreest het vreemde

Waaronder: vreemdelingen.

– Haat pacifisme

Gedijt bij permanente oorlog.

He loves it

TERZIJDE

– Ik kan het niet helpen…

Wat zie ik als ik padvinders zie? Lederhoosjes tussen de schuifdeuren.

– Geboortejaar van Eco’s tekst: 1995.