Ik ben er zo een. Zo’n milieubewust type. Zo’n openbaar vervoerfiguur die het nog koude douchewater opvangt om, in plaats van drinkwater, te gebruiken voor de wc. Zo iemand.
En als zo iemand ga ik tekeer tegen milieubewegingvervuiling. De lezer leest het goed. Zeker, tegen milieuvervuiling ben ik ook. Uiteraard. Maar ik ben bovendien tegen onzindelijkheid in de rangen van degenen die voor het milieu beweren op te komen. Zoals tegen hen die niets beters kunnen verzinnen dan op wegen te gaan zitten. Terwijl alles dat een zindelijk mens zou kunnen bedenken beter is. Zoals: een ‘klimaatmars’.
Laatst was er weer een. Op zich een goed idee. Een belangrijker onderwerp is er immers niet. Bij een vorige editie van zo’n mars was ik dan ook paraat. Dit keer moest ik ergens anders zijn. Daarbij kruiste ik de stoet die door de hoofdstad trok. En voldeed daarbij aan de wens van de eerste demonstrante die ik zag.
Maar in die optocht, zo zag je aan de leuzen, liepen ook allerlei mensen mee met een heel andere agenda. Aan het eind van de tocht werd de aandacht zelfs verlegd naar Palestina. Goed onderwerp, daar niet van, en ook dat het gevolg van een verziekt klimaat, maar niet waarvoor je als demonstrant op die dag gekomen bent. Een geval van ’themakaping’. In dit geval ‘milieubewegingvervuiling’.
Pas na die recente klimaatmars hoorde ik van een groep fysici die ook mee hadden willen doen. Voorstanders van een betere vorm van kernenergie. Ze hadden zich daarvoor netjes aangemeld, maar werden geweigerd. Sterker, er zouden ‘stappen’ volgen als ze zich toch bij de processie aan zouden sluiten. Dus stapten ze mee incognito.
Ook die uitsluiting was een teken van vervuiling van de milieubeweging. Een klimaatmars hoort over het klimaat te gaan en als er íets althans het klimaat spaart, dan is het wel kernenergie. Sterker, als we al die jaren niet zo massaal tegen kernenergie waren geweest, dan was het CO2-probleem niet zo’n drama geworden zoals nu. Dat willen we niet graag weten, ik ook niet, maar zo is het wel.
Zeker, de redenen dat we er destijds tegen waren gelden nog steeds: het probleem van afvalopslag, altijd, en het gevaar voor ongelukken, soms. Tsjernobil, Fukushima, Zaporizhia. De angst van toen is nog steeds reëel.
Maar zoveel jaren later staat als een paal boven water dat de kernreactoren van nu aanzienlijk veiliger zijn dan die van vroeger en dat zonder die reactoren de kans nog groter is dat we zelf onder water zullen verdwijnen. Voordat zon, wind en andere klimaatvriendelijke vormen van energieopwekking alles probleemloos kunnen overnemen gaat er teveel tijd verloren. Wachten op het ideale kan niet meer.
Mét kernenergie kunnen er nieuwe rampen gebeuren. Misschien. Zónder, wordt de ramp die al gaande is meer onbeheersbaar. Zeker.
Ook nu nog bang zijn voor kernenergie is legitiem, je ogen blijven sluiten voor al het ‘kernachtige’ niet. Knappe koppen, die óók hart hebben voor het milieu, werken aan nog acceptabeler varianten van kernenenergie. Een aantal van hen wilde dus zelfs juist meedoen met de klimaatmars. En in die koppen zitten meer hersens dan in de meesten van ons, die nog van…
Ook wij bedoelden het goed. Maar als we niet willen toegeven dat we op die manier ‘goed fout’ zaten, alleen omdat die conclusie ons tegenstaat, dan zijn we als milieubeweging echt fout.
In de kern.
TERZIJDE
– De ‘heilige graal’ van kernenergie, kernfusie in plaats van – splitsing, kwam onlangs weer een stapje dichterbij. Maar ook voor die ‘eeuwige belofte’ hebben we niet eeuwig de tijd.
– Het weigeren van milieuvriendelijke voorstanders van kernenergie brengt een oude herinnering boven.
Ik ontmoette ooit een kunstenaar, William Kuik. Kort erna kwam ‘hij’ uit de kast, als Dirkje. Gerokt en wel.
Ze zat in een verkeerd lichaam.
Dirkje vertelde aan Vrij Nederland op haar beurt de toegang te zijn geweigerd. Van het Vrouwenhuis.