Per- en polyfluoralkylstoffen.
‘Wat?!’
‘PFAS’.
‘Oh, die!’
Wie kent ze niet? Ze zijn zo ingeburgerd dat ze ook als pfas direct worden herkend. Met kleine letters. Maar grote zijn beter. Niet alleen voor afkortingen in het algemeen, maar ook doordat het kleine minder goed past bij zo’n groot probleem. Een probleem dat we zelf hebben gemaakt. Want:
‘God schiep de mens en de mens schiep PFAS’.
Goed, over dat eerste heerst onenigheid, maar het tweede staat vast.
Ander twistpunt: ‘Wie is er knapper, wij, of Onze Lieve Heer?’ Oké, een mens in elkaar fabrieken is een hele prestatie, maar mensen zijn vergankelijk. PFAS, daarentegen, behoren tot de stoffen waar in het Engels een heel aansprekende naam voor bestaat. Het zijn ‘forever chemicals‘. Zodra ze er zijn krijg je ze vrijwel niet meer weg. Of helemaal niet.
Dat is héél, bijzonder, ongelofelijk knap van ons. Maar zijn we daarom ook intelligenter dan die andere schepper? Waarschijnlijk niet. Want die andere schiep de mens inclusief een exit-strategie: mochten er exemplaren onder die diersoort ronddarren die schade doen, dan zijn ook die maar tijdelijk. Al kunnen er altijd weer nieuwe komen.
‘Maar’, dachten wij, mensen, ‘dat PFAS voor eeuwig zijn is niet erg, want we willen nooit meer zonder’. Ze zijn namelijk ideaal. Zo schonken PFAS, om maar eens iets te noemen, de mensheid de zaligheid van ‘glijtjes’, eitjes die over de bodem van je pan suizen als kindjes op de glijbaan. Wie wil dat nou niet? En PFAS zijn zelfs van nut bij taal. Door die wonderstoffen kunnen we nu het etiket ’teflon-‘ plakken op het soort politici aan wie juist geen enkel schandaal blijft hangen.
Kortom, PFAS zijn heel handig. Probleem: aan deze stoffen hangt op hun beurt wel een smet die er niet meer afgaat. Ze zijn schadelijk voor de gezondheid. Een aantal ervan heeft het zelfs geschopt tot de ambtelijke categorie Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).
De lijst met PFAS-houdende producten is lang: regenjassen, bakpapier, blusschuim… En in pannen dus. Anders dan veel mensen denken krijg je door het gebruik van die pannen geen PFAS binnen. Maar ze worden met PFAS gemaakt, die vervolgens via een omweg tot ons komen. Tot in ons.
Zo’n 80-98 procent daarvan lift mee met voedsel, om zo als verstekelingen door te dringen tot in ons lijf. De rest krijgen we binnen via onder meer… drinkwater. En daar gaat het me hier om.
Want al langere tijd werp ik me op als onverschrokken ridder, steigerend op een edel stokpaard: Kraanwater.
Daarbij wijs ik niet alleen op flessenwater als milieumisdaad, maar beweer ik bovendien dat kraanwater niet alleen honderden keren goedkoper is, maar ook beter dan wat er in die flessen zit. Of minstens net zo goed. En dat dat helemaal zou gelden voor het zuiverste aller drinkwateren, dat van Amsterdam. Gezegend en gezuiverd als dat water is door onder meer de Waterleidingduinen, met eeuwige dank aan de Hoogedelgestrenge Heer Jacob van Lennep (1802-1868).
Maar ja, waar dringen die forever chemicals tegenwoordig door? Everywhere. Dus misschien ook wel in…
Ik wendde me tot Waternet, het bedrijf dat in de hoofdstad over drinkwater gaat.
Antwoord
“In het Amsterdamse kraanwater loopt de concentratie pfas uiteen van 6 tot 17 nanogram per liter”.
Conclusie
Ook Mokum-H2O bevat PFAS…
Het (dus ook PFAS-houdende) zweet brak me uit. Want waar bleef ik nou, als kraanridder?
Hoe erg is dit, althans voor mij nieuwe bericht?
Zoals bekend ‘zit het gif hem in de dosis’. Ook teveel zuurstof is slecht voor je. (En zelfs één enkele puurnatuurtijger is levensbedreigend).
Verder is het ene lid van de PFAS-familie de andere niet. Er zijn er duizenden. Sinds 2023 geldt er een norm van een maximum van 100 nanogram per liter, als som van een twintigtal van de schadelijkste van het stel, en van 500 nanogram per liter voor de hele bende bij elkaar. Per 2026 gaan er nog strengere (Europese) regels gelden, maar het lijkt erop dat Amsterdam en het grootste deel van ons land qua PFAS in kraanwater (nog) ‘goed’ zit.
Echt goed is het natuurlijk niet en blij ben ik er dan ook zeker niet mee, maar als ik door het innemen van bepaalde stoffen pas op duizendjarige leeftijd zou gaan denken ‘Hé?!’, dan kan ik er wel mee leven. Omdat ik maar honderd word. Ondertussen krijgen we, bewust of onbewust, heel veel andere stoffen binnen die ons al eerder de das om kunnen doen. Transvetten, schimmels en wat al niet.
Maar een bijkomend probleem van PFAS, nu die geest eenmaal uit de fles is, is de reputatie ervan. ‘PFAS in kraanwater’ klinkt ernstig niet-sexy. Het heeft een wervende waarde van nog niet één nanogram. Sterker, de gedachte eraan werkt eerder negatief. Zelfs als je wordt verteld dat je er niet van wakker hoeft te liggen, doe je dat toch. Ook als je fantasie probeert terug te slaan met
‘Drink leidingwater! Voor een stoelgang als een glijtje’.
Kortom, kan ik nog volhouden dat water uit de kraan ook voor je gezondheid beter is dan flessenwater uit de winkel? Of minstens even goed?
Ik wendde me tot het Voedingscentrum.
Antwoord
“Het RIVM heeft in juli 2023 een risicobeoordeling gepubliceerd van de blootstelling aan PFAS door voedsel en drinkwater in Nederland.
Bij drinkwater hangt de hoeveelheid PFAS af van welk type water het wordt gemaakt. Via drinkwater dat van oppervlaktewater is gemaakt, krijgen we meer PFAS binnen dan via drinkwater uit grondwater.
Verder laat het rapport zien dat de hoeveelheid PFAS in flessen mineraalwater, dat voornamelijk uit grondwater komt, gemiddeld lager is dan in kraanwater. De hoeveelheid PFAS in kraanwater kan sterk variëren op verschillende plaatsen, dus de blootstelling aan PFAS via kraanwater kan op lokaal niveau heel anders zijn dan wat in dit rapport staat. Daarom concludeert het RIVM dat op basis van dit onderzoek niet gezegd kan worden of het beter is om vooral flessenwater te drinken om minder PFAS binnen te krijgen. Dat hangt af van de kwaliteit van het kraanwater bij jou in de buurt. Ook moeten we rekening houden met andere dingen voordat we adviseren om flessenwater te drinken in plaats van kraanwater, zoals de kosten, andere vervuilende stoffen en het gebruik van meer plastic.
Bij de keuze van bronwater of kraanwater spelen dus meer zaken mee dan alleen PFAS. Voldoende water drinken is belangrijk om gezond te blijven en kraanwater is beter voor het milieu dan flessenwater”.
Conclusie
Mijn stelling, in het algemeen, dat kraanwater minstens even goed is voor de gezondheid als flessenwater, is inmiddels onhoudbaar. Vaak zal die stelling echter nog steeds waar zijn, zeker in de gevallen waarin flessenwater in feite hetzelfde water is als kraanwater, maar dan gebotteld. Bovendien is de controle op leidingwater veel strenger dan bij flessenwater en is het bij die laatste waarschijnlijker dat je microplastics binnenkrijgt. Mogelijk ook weekmakers.
Wat nu?
Iedereen moet het uiteraard voor zich beslissen. Voor mijzelf valt de munt nog steeds richting het milieu. ‘PFAS drinken’ uit de kraan bevalt me niet, maar het gevaar voor de gezondheid valt daarbij in mijn beleving vooralsnog in het niet vergeleken met de enorme milieuschade die ‘flessenwater’ heet.
Voor de bovengenoemde risicobeoordeling van het RIVM, kijk hier.
In het oog springende bevindingen: we krijgen nu al teveel PFAS binnen, met name via vis.
Geen origineel, wel goed advies: eet gevarieerd.
TERZIJDE
– Water koken heeft geen zin.
Wel voor thee, maar PFAS verdwijnen er niet mee.
– Wat krijg ik eigenlijk binnen via de plastic flessen waaruit ik ‘kraanwater met bubbels’ drink.
– In NL voegen slechts twee van de tien drinkwaterbedrijven (PWN en Evides) een (minieme) hoeveelheid chloordioxide aan het drinkwater toe.
– Mettertijd zal wellicht ook de concentratie van PFAS in grondwater toenemen.
– 1 nanogram = 0,000000001 (een miljardste) gram.
– Technisch is het mogelijk PFAS uit water te verwijderen, maar dit wordt (nog) weinig gedaan. Het is energie-intensief en duur.
– Na verwijdering zijn de forever chemicals trouwens geenszins forever gone. Ze hebben dan alleen (g)een ‘functie elders’.
Mijn stokpaard ‘Kraanwater’: inzake vreemde paardennamen, en ter afleiding, kijk hier.