488. Italiaanse Notities / 2

ITALIAANSE NOTITIES

November 2023

2

– We boemelen richting Florence.

Ciao Bella‘, klinkt het. Tegenover ons zit een transachtige verschijning. Ze belt met la mamma en spreekt haar moeder aan met ‘Schoonheid’.

De hogesnelheidstrein van Florence naar Bologna zoeft ons in recordtijd onder de Apennijnen door. Prijzig is het wel. Eén euro per minuut, ongeveer.

Vandaar dat we daarna weer verder gaan met een gewone trein. Een ‘snelle boemel’ dit keer. Gaat ook prima. De Italiaanse treinen zijn nog steeds even proper als punctueel.

Echt waar?

– We rijden evenwijdig aan de Via Emilia, de kaarsrechte weg die de Romeinen ooit diagonaal over De Laars legden. Er ligt onder meer een trits stadjes op, op vrijwel gelijke afstand van elkaar. De twee ‘onderste’ kennen we al, Modena en Reggio Emilia. De meest noordelijke van het stel staat nu op het menu: Parma.

Een echte lekkerbekkenstad. Niet dat de andere twee zich zouden bewegen op het niveau van een Broodje Bal, maar Parma combineert het tiptop culinaire met een zekere nuffigheid.

De verschillen binnen het trio lijken fascinerend stabiel. Reggio zit daarbij wat boers in de knel tussen Modena, een plaats van robuuste ondernemers, en Parma dat geldt als deftig.

Parma.

– We betrekken er een B&B die in verrassende handen is. Van een familie uit Oekraïne. Ze zijn al lang geleden ‘onderaan’ begonnen, in het diepe zuiden van Italië, en hebben zich inmiddels ‘omhoog’ gewerkt tot in Parma. Complimenten. Dat moet een zware reis zijn geweest.

Maar na al die tijd in het buitenland zijn hun harten nu toch daar waar ze geboren zijn en dankbaar ontvangen ze mijn volledige Oekraïense woordenschat: ‘Slava Ukraini!‘ / ‘Glorie aan Oekraïne!’

– Even ergens een broodje eten, voor de lunch. We vallen binnen in één van de gastronomische walhallawinkels waarvan zelfs de grootste steden bij ons er maar één, of geen, hebben. In de winkel staan aan de zijkant een paar hoge tafeltjes geparkeerd waaraan je ook ter plekke iets kan eten.

We geven ons over. Hier ‘een broodje’ kopen om buiten op te eten zou een zonde zijn. Al spoedig arriveren er diverse hapklare heerlijkheden.

– Naast ons zit de bazin van de kapsalon aan de overkant. Een uitstekende informatiebron.

Hoe is het nu in Parma, een relatief welvarend stadje? Moeilijk, ook hier, maar je zal dat niet gauw aan de mensen zien. De Parmezaan, zo leert ons de kapster, is iemand van uiterlijk vertoon.

Niet haar salon.

Er goed uitzien is hier een primaire levensbehoefte. Al komt dit ons voor als algemeen-Italiaans, toch gaan ze in Parma nog een stapje verder in schone schijn: ‘Een ondernemer zal eerder zijn personeel niet betalen dan zijn BMW wegdoen’.

En als een Parmezaanse uitgaat, dan maakt ze zich op en ziet ze er piekfijn uit. De kapster kijkt naar beneden, naar ons schoeisel. ‘Op gympen zal je ze dan niet zien’.

Ze vindt dat prima: ‘Zo hoort het ook’. Maar er zit een keerzijde aan. Liever schulden, die niemand ziet, dan de schande van een armoedig uiterlijk, ten toon aan iedereen.

Speciale aanbieding: ‘Volumiserende’ borstencrème. De laatste.

Hoe vaak gaan de ‘italiane‘ trouwens naar de kapper? Vele van de dames één keer per week, niet weinigen twee keer.

Hoe was dat dan tijdens corona? Ook in Nederland was het een onderwerp. Vrouwen kunnen er slecht tegen in spiegels te kijken waarin een treurwilg is te zien.

Sommige italiane hebben tijdens de crisis geleerd te doe-het-zelven en ook heeft een aantal kapsters aan illegaal thuiskappen gedaan. Maar inmiddels is aan het haarfront alles weer in orde.

– Ook buiten ziet alles er keurig uit. We zwerven door de straten. Nergens een propje te bekennen.

We vallen binnen in de Regio di Parma, het stedelijk theater.

Hoe vaak zouden ‘onze’ Prinses Irene en haar kinderen hier eigenlijk komen, die behoren tot het huis De Bourbon de Parme?

Elke privéloge in het theater heeft er een mini-achterkamertje bij. We mogen er één bekijken. Iemand vraagt: ‘Waar is het bed?’

– Buiten, op straat, stuiten we niet op royalty, maar wel op iets dat je in ons land nooit meer ziet: bont. Meerdere malen.

Hoe ver zou je daar tegenwoordig bij ons mee komen? Honderd meter?

– Voor het avondeten zijn we precies op het juiste adres. Degene die er de scepter zwaait is heel zeker van zichzelf. Desgevraagd door hem bevestigd.

‘Is dat typisch Parmezaans?’, vraag ik me af.

‘Ik kom uit Campanië’, zegt hij droog. Uit het zuiden dus, net als de ober, die idolaat blijkt van Dafne Schippers.

Wat vindt de gerant van de Parmezanen? ‘Ze zijn niet solari‘, zegt hij, niet ‘zonnig’. Maar ook dat deert hem niet, ‘zolang je je maar met genoeg wél zonnigen omringt’.

Zo blijkt er onder het bedienend personeel welgeteld maar één echte Parmezaanse te zijn. Een fris tiepje. Hoe karakteriseert zij de standaard Parmezaan? Ze gaat nadenken en komt even later terug.

‘Moet het positief zijn of negatief?’

‘Het moet zijn wat het is’.

Even later komt ze met het verdict: ‘De Parmezaan heeft ‘stank onder zijn neus”, de Italiaanse manier van zeggen voor degene die zijn neus optrekt. Voor anderen. De Parmezaan voelt zich superieur. Door geboorte.

Zelf komt ze uit een goede familie, maar niet één van haar vriendinnen, of vrienden, zou erover peinzen te doen wat zij doet: bedienen. ‘Liever doen ze niks en blijven tot hun dertigste thuis wonen’.

– De volgende dag, vlak voor vertrek, kunnen we het niet laten. We eten weer een paar hapjes in de walhallawinkel. En wie komt daar aan? De vrouw van de kapsalon. Ze eet hier waarschijnlijk elke dag. Groot gelijk.

Ik kijk naar beneden. Ze draagt gympen. Wel de goede, neem ik aan. Nee, zeker.

– Pas in Reggio, op het eten bij mensen thuis, spring ik in de hete brij. Hoe is het ze inmiddels bevallen met hun superrechtse premier, Giorgia Meloni? (Ter info: Reggio Emilia is van oudsher een ‘rood’ bolwerk).

Het oordeel blijkt opvallend mild. Dat lijkt vooral te komen omdat Meloni een vreemde eend is in de Italiaanse politieke bijt. Al heeft ze in haar leven dan vrijwel niets anders gedaan, ze is toch anders dan de andere politici: ze is niet vals. In de zin van dat ze niet veinst. Als ze vals doet is dat omdat ze vals is. ‘What you see is what you get‘. Iets nieuws in de eeuwige slangenkuil te Rome.

Mogelijk is dat ook de reden dat de Italianen haar ook het voor hen doorgaans onvergeeflijke vergeven: haar voorkomen, hopeloze kledingkeuze inclusief. Ten teken dat ze ‘echt’ is.

Daarnaast steekt ze nog gunstig af naast haar coalitiegenoot Salvini en houdt ze zich gedeisd. Voorlopig althans, zolang er in Brussel voor haar land nog een kolossale ruif openstaat.

– Ik loop tegen een boek aan met als titel ‘Italianen, goede mensen? / Een hardnekkige mythe‘.

In de trein treffen we een onderwijzer. Hij komt uit het ontvolkende zuiden en is daarom leraar in een noordelijk bergdorp.

In zijn streek waren vroeger moerassen, onderwerp van één van de hardnekkigste Mussolini-mythes: dat het door Benito kwam dat Italië van zijn malariamoerassen werd verlost.

De leraar weet dat dat niet klopte. En wat het nu betreft: hij voelt zich vooral wereldburger. Grenzen vindt hij puur kunstmatig. Zolang hij dat ook onderwijst is er hoop.

– Déjà vu: we ontmoeten een Florentijnse wier grootmoeder Rusland ontvluchtte. Destijds tijdens de Russische Revolutie, verscholen onder een Perzisch tapijt dat nog steeds in de familie is. Twee jaar deed ze erover om Florence te bereiken.

Hij bereikte Florence alleen nog in steen: Dante Alighieri.

– In Florence is onze cirkel weer rond. Het is er obsceen te druk. Medeschuldigen: wijzelf.

In de markthal van Sant’Ambrogio schuiven we aan bij een stel Florentijnen. Ze vinden de drukte niet zo’n probleem. De stad profiteert ervan. En bovendien: twee van hen zijn net in Amsterdam geweest…

– Er wordt vandaag gedemonstreerd tegen het geweld dat veel vrouwen treft. Italië is net in rep en roer door het zoveelste geval van femminicidio: het doden van vrouwen, meestal door de partner.

Ook in Reggio was het aan tafel onderwerp van gesprek. ‘Italiaanse mannen denken dat hun vrouw hun bezit is’, zei onze gastvrouw.

Hm. Achtergrond oké, maar die hand in de zak…

In het recente geval speelde bovendien nog iets anders mee, oppert een analist. Beide partners studeerden hetzelfde, maar de vrouw sneller. Samen met het door háár uitmaken van de relatie een dodelijke combinatie.

– Het is vroeg in de ochtend in Florence, op de dag van ons vertrek. Het vriest. Toch lopen er mensen met blote benen door de stad, bedenkelijk lang voor de start van de marathon.

Ook de jonge man naast me, in het vliegtuig, is in korte broek. ‘American?’ Inderdaad.

Het blijkt een student.

‘Wordt jullie volgende president dezelfde als de vorige?’, vraag ik hem, ongerust.

‘Ik volg het niet zo’, zegt hij, ‘minder dan ik zou moeten’. Inderdaad, Part Two. Als de volgende de vorige wordt dreigt een ramp op wereldschaal. De kans daarop is reëel. Zelfs bij ons, in het kikkerland, is net overweldigend gestemd op de verkeerde.

Dat heeft ons de kans ontnomen nog verder ‘Parmezaans te doen’. Van ons superioriteitsgevoel hebben we nu zelf gemaakt waar ze hier ook goed in zijn: salami.

Vervolg:

Italiaanse Notities / Culinaria

TERZIJDE

Mea culpa / Deel 2

Ook zijn wijzelf schuldig aan het slapen in Airbnb-achtige onderkomens, wat de huurprijzen op- en lokale huurders uitdrijft.

Mogelijk wijst New York de goede weg: registratie van verhuurders, plus de verplichting dat zij tijdens de verhuur er ook zelf wonen.

Of gewoon verbieden?

– ‘Precedent’: in 1302 werd Dante uit Florence verbannen.

– De Duitse directeur van het Uffizi-museum is Italiaan geworden. En meteen kandidaat-burgemeester van Florence.

– Boeken

Italiani brava gente? / Un mito duro a morire | Angelo del Boca / BEAT

Over de vlucht vanuit Rusland: Foglie sparse | Alessandra Jatta / VOLAND