Lawrence of Arabia ****
In de beperking herken je de meester: een filmregisseur moet zijn verhaal (kunnen) vertellen in circa twee uur. Een film van drie uur of langer kan het bij mij nooit schoppen tot vijf sterren, al is-ie nog zo mooi.
En ‘Lawrence’ ís mooi, heel mooi. En heeeeeeel lang: 227 minuten. Maar die zijn stuk voor stuk een lust voor het oog. Hoe anders dan bij die recente mastodont, Killers of the Flower Moon. Daarbij zat ik al ruim voor de pauze te reikhalzen naar het lichtje van de uitgang. Het vervolg liet ik graag aan me voorbijgaan.
Bij Lawrence geen sprake van. Al kom het mooiste van de film in het begin.
Er is iets te zien aan de horizon. Er komt iets aan. Iets zwarts. Maar wat is het? De woestijn zindert.
De spanning stijgt.
Het is, het is…
Een bridger.
Hij speelt de rol van iemand die nooit zo heeft bestaan. Lawrence zelf, daarentegen, bestond wel degelijk. De film is gebaseerd op ware feiten, maar is, zoals dat gaat, niet gespeend van ‘filmdichterlijke vrijheden’. Op zich is daar niets mis mee, behalve dat het publiek toch de neiging heeft historiefilms te zien als feitelijk. Daardoor gaat ook lariekoek zich vasthechten in de hoofden, zoals Anno Nu via het internet.
De film is van 1962, maar ziet er na twee tussentijdse restauraties uit als om door een ringetje te halen. Scherper kan je je woestijnduinen niet krijgen.
En wat is-ie prachtig die woestijn! Al wordt er in de film beweerd dat dat een typisch westers oordeel is. Arabieren zien er niets in. En, nog zo eens wat, wat zijn Arabieren eigenlijk? De (overtuigend) tot bedoeïnenhoofdman omgetoverde Anthony Quinn zegt heel wat namen van bestaande stammen te kennen, maar ‘Arabieren’ zijn er niet bij.
De film is niet alleen een groots kijkspektakel, ook de dialogen mogen er zijn. Vooral als die worden uitgesproken door acteerkanonnen als Alec Guinness, in de rol van koning Feisal.
Peter O’Toole, die Lawrence speelt, was tot aan dat enorme succes nog vrijwel onbekend. Hij maakt de indruk zelf van de herenliefde te zijn, maar in zijn biografie vind ik daarvan geen spoor. Ten aanzien van de echte Lawrence wordt dat wel vaker vermoed.
Regisseur David Lean maakte overigens geen geheim van onderhuidse homo-erotische spanning in zijn film. Daaronder is de suggestie dat Lawrence door een vijandelijke officier werd verkracht, maar dat, smaakvol, net niet in beeld wordt gebracht.
Zeker is in elk geval een vrijwel complete afwezigheid van vrouwen in de film, die in een eerdere scriptversie meer politiek was gericht. De versie die het uiteindelijk haalde concentreert zich meer op T.E.Lawrence, de persoon.
Toch is de film ook politiek nog interessant genoeg, zowel specifiek als algemeen. Hoe vaak worden mensen en hele bevolkingsgroepen wel niet verraden? Ofwel met voorbedachten rade, door derden zonder scrupules, ofwel omdat beloften worden gedaan die niet kunnen worden waargemaakt.
In casu gaat het niet in het minst om het Sykes-Picotverdrag van 1916, waarvan de gevolgen nog doordreunen tot op de dag van vandaag. Het was een geheime overeenkomst tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, waarin grote stukken van het Ottomaanse rijk in onderlinge invloedssferen werden verdeeld, in het geval de Turken zouden worden verslagen. Dit in weerwil van eerdere beloften aan, onder meer, de Arabieren.
In vervolg op Sykes-Picot ontstond onder meer het Britse ‘Mandaat voor Palestina’. Dat, in combinatie met de Balfour Declaratie, waarin de Joden werden gesteund in hun streven naar een thuisland naast de Palestijnen, leidde tot de puree van vandaag.
TERZIJDE
– Bron van verwarring: de film begint en eindigt met muziek zonder beeld.
– Het is een woord dat velen in het digitale tijdperk niet meer kennen. Een film heette vroeger ook wel een ‘rolprent’.
In de 70mm-versie was ‘Lawrence’ meer dan zevenenhalve kilometer lang.
– De bridgespeler zou kort na zijn succes in de woestijn nog meer succes oogsten in de sneeuw, als Dr.Zhivago.