Trois Couleurs: Bleu ****
Beter laat dan nooit. Ter gelegenheid van de restauratie van het bijna drie decennia oude drieluik van Krzysztof Kieślowski krijg ik een herkansing.
Nooit gezien, geen van de drie delen, gebaseerd op de Franse driekleur en het trio Vrijheid, Gelijkheid & Broederschap. ‘Bleu’ is Deel 1. Met Vrijheid als motto en Juliette Binoche als muze.
Oh, Juliette! Het grote oog van de camera zuigt haar beeldvullend in zich op en kan haar niet loslaten, lijkt het wel. Terecht. Helemaal. En wat is ‘Bleu’ stijlvol, mooi gemaakt.
De film is bijna uit, op weg naar een triomf. En dan, toch nog… In ‘blessuretijd’ gaat het mis.
Juliette zegt: ‘Ik kom eraan’, dan wordt het beeld blauw. Je denkt, je weet, je wil: ‘Nu is het klaar’.
Maar nee, er komt nog meer. Beethoveniaans. Daarin krijgen we alsnog de muziek te verwerken waar het in de film deels over gaat, maar die aan Beethoven niet kan tippen. Tenenkrommend.
Het echte slotakkoord: Binoche met traan. Oh, Krzysztof! Jammer.
*
En wat is de Franse taal toch prachtig.
*
Le Mépris
Beter nooit. Niet alle klassiekers van weleer blijken de moeite waard. Dit voorbeeld werd vertoond omdat een beroemde Franse regisseur dat had gedaan waardoor je als oudje weer aandacht krijgt: doodgaan. In casu: Jean-Luc Godard.
‘Daar moeten we toch iets van gaan zien!’, dacht ik. Maar het enige dat er bij deze mee door kon was het begin. Alleen de ‘voorkant’ had nog iets, dankzij de achterkant van Brigitte Bardot. Daarna denk je: ‘hoe lang houd ik dit nog vol?’ In casu: te lang. Roem werkt rekkend. Maar ruim voor het eind gingen we er dan toch vandoor. Pfff…
Mépris-dilemma
Op zich een fascinerend thema: als je met iemand naar de bios gaat, durf je dan aan de ander te suggereren het voor gezien te houden? Wie weet vindt de ander het wél de moeite waard en verpest je, door tussentijds kleur te bekennen, voor hem/haar/+ de rest.
De oplossing: zodra je bij jezelf onherstelbare mépris hebt vastgesteld voor de film waarnaar je kijkt, is het zaak de aandacht de verleggen. Van het misprijzen naar opzij. Dan komt het aan op zorgvuldige analyse van lichaamstaal in het donker.
Begint degene naast je, hoe subtiel ook, tekenen te vertonen van irritatie of ongeduld? Zo ja, dan kan je toeslaan, met een fluister: ‘We kunnen ook gáán…’.
Dat kan bij de ander bevrijdend werken. Of juist oorzaak zijn van ‘vertrekstress’. Veel mensen durven niet weg te lopen tijdens een film en al helemaal niet met een intimiderende rij te passeren tenen. Zelfs al zitten aan die tenen anderen vast die ook wel weg zouden willen. Maar niet durven. Of denken: ‘We hebben tot The End betaald’.
Altijd goed: een exitstrategie. Ter voorkoming van vertrekstress kan bij de plaatskeuze een blik op het zaalplan uitkomst bieden.
TERZIJDE
Bioslichaamstaal
Ooit viel een vrouw naast me in slaap. Een krachtiger blijk van mépris voor James Bond (en mijn filmkeuze) was er niet.
Ging ik haar wekken en blootstellen aan vertrekstress? Welnee. Ik wilde veel te graag weten hoe 007…
– Voortijdig vertrek kan door gevoelige achterblijvers worden opgevat als mépris voor hen, de sukkels die bij zo’n snertfilm blijven zitten. Maar evengoed kunnen ze denken: ‘Eén van die twee is niet lekker’.