440. Verrassing

The Sound of Insects‘. Dat is de titel van een, fascinerende, film. Over iemand die zichzelf uithongert. In een bos.

Het is stil in dat bos, héél stil. Of toch niet? Hoe meer stilte, hoe meer je gaat horen. Geluiden die er toch zijn. Helemaal als je eerst nog dichtgegeten zintuigen gaandeweg verlost raken van een calorieënoverschot. Dat scherpt je gehoor. Een tijdje.

En nu? Nu werd ik getrakteerd op een verrassing. We gingen ergens heen. Dat bleek het Amsterdamse Muziekgebouw. Aan het IJ.

We schuiven aan in een nog lege rij, op één dame na, en ik neem naast haar plaats. Het concert begint. Hoewel, een echt concert is het niet. Het is een repetitie voor het wel echte concert, later die dag. Een repetitie waar je voor moet betalen. Dan heb je het als ensemble wel ver geschopt. Het zijn dan ook niet de minsten, daar op het toneel. Een deel van hen bestaat uit zangers van het Collegium Vocale uit Gent. Beter kan je het niet krijgen.

Wel staan ze erbij alsof er in Gent al sinds een aantal campagnes geen soldij is uitgekeerd. Of misschien is schone schijn voor hen niets, zuiverheid van toon alles. In elk geval maakt het ons blij dat ze ook voor hun oefening iets krijgen.

De dirigent is een boomlange Engelsman. Alvorens van start te gaan richt hij het woord tot het publiek. De nieuwe compositie die we te horen krijgen, wil hij laten weten, is ‘extremely still‘.

Nu had ik al eens geschreven dat op deze locatie hoesters horen te worden afgezonken in het IJ. Maar de dirigent van dit stuk is nog aanzienlijk veeleisender: ‘So, hold your breath!‘ Het stille stuk duurt maar een halfuurtje… Bovendien gaan we het niet helemaal te horen krijgen, meldt hij.

De Engelse maestro houdt woord. Het stuk is stil. Zó stil, dat je dingen gaat horen die anders ten onder zouden gaan in retteketet. En wat hoor ik? Darmen.

Het zijn de ingewanden van de dame naast me. Ze mengen zich subtiel in het ijle klankenpalet dat vanaf het podium tot ons komt. En, eerlijk gezegd, na initiële verbazing moet ik toegeven dat het wel wat heeft, die ongevraagde intestinale bijdrage. Al kan het natuurlijk wel zijn dat de eigenares van dat instrument zich geneert.

The Sound of Music

Wat zal ik doen? Me naar haar toebuigen en zeggen: ‘Geeft niks’? Of: ‘Klinkt juist goed!’?

Maar we mochten niet eens ademen, dus kan mijn stem, hoe zacht ook, er zeker niet meer bij.

Even later valt ze stil, helemaal. Of nee, toch ook dat niet. Ik hoor nu iets anders, dat wat juist niet mocht. Ik hoor haar ademen. Ik kijk opzij. Ze slaapt.

Hoe zit het? Is de magie van dit stuk zo sterk dat ook haar binnenste in slaap is gewiegd? Die vraag roept een soort spanning op, die zich pas vlak voor het slot ontlaadt.

Eén knorretje, toch nog. Pianissimo.

TERZIJDE

– De componist van het stuk ‘Specchio’ was er zelf bij: Johannes Schöllhorn.

Zo’n stil stuk, zeiden dirigent en componist in koor, kan eigenlijk alleen in zo’n goede zaal.

– Het tegendeel, in alle opzichten, geheel darmenzorgenvrij.

– Nieuwe kunstrage

Hoogbegaafden in de weer met lijm en soep. Na zich het hoofd te hebben gebroken over de volgorde.

Tegen zo’n belediging van milieuactivisten en mensen met honger is er gelukkig een eenvoudige remedie.

Scherm om ze heen zetten. Klaar.