HANS BRINKER 2.0
Herfst 2013, een ‘jubileumjaar’ van de watersnoodramp. De zeespiegel stijgt. Tijd voor een check-up bij de jongste parel van de Deltawerken, de Maeslantkering.
Om maar met de keringdeur in huis te vallen: hoe staan we ervoor? Laten we zeggen ‘gevaarlijk goed’. De grootste bedreiging voor onze veiligheid is namelijk… het gebrek aan dreiging. Want, net zoals dijken kunnen eroderen, kan dat gebeuren met het gevoel van wat in ons land mag gelden als Prioriteit Nr.1.
Onze grote natte ramp is inmiddels alweer lang geleden. Desgevraagd kennen nogal wat Nederlanders de waterschappen alleen als ‘instanties die belasting heffen’ en verbluffend velen blijken niet te geloven dat hun woning onder water kan lopen. Ofwel omdat we ons niet meer bewust zijn van ons letterlijke niveau, en anders wel door rotsvast vertrouwen in de kwaliteit van onze nationale badkuip.
In het bezoekerscentrum bij de Maeslantkering heeft men op dat eerste iets gevonden: als je er je postcode intikt, kan je zien hoe ver je huis onder water komt te staan als het misgaat. Maar één zo’n leerzame opstelling, ergens aan de Nieuwe Waterweg, zet geen zoden aan de dijk. Een buitenlandse stormramp zoals in New Orleans, of het beeld van een beteuterde beer op een smeltende ijsschots doet meer om ons bij de les te houden. Toch helpt niets beter dan af en toe wat bloedstollende wind- en waterkracht voor onze eigen deur. Dat voorkomt een sluipend ‘Bokito-effect’: het idee dat je een fijne relatie hebt met iets heel groots en gevaarlijks. Totdat het opeens in volle omvang op je af komt.
En áls ‘Bokito’ ontketend raakt dan zijn ze paraat, de Hans Brinkers van onze tijd. Eén van hen is Marc Walraven, van Rijkswaterstaat. Hij heeft een hele batterij stormvloedkeringen onder zijn beheer, waarvan de Maeslant wellicht de mooiste is. Daarom is het niet ontoepasselijk dat in waterstaatsjargon onderscheid wordt gemaakt tussen dijken en ‘kunstwerken’, de beweegbare keringen. Al die installaties zijn technisch kunstig, maar een aantal ervan heeft zeker ook esthetische kwaliteit.
Adviseur Keringen Babette Lassing legt uit dat de Maeslant onderdeel is van de Europoortkering, waarvan ook de kleinere Hartelkering en een aantal dijklichamen deel uitmaken. Terzijde, met haar baas even uit het zicht: hoe is het als vrouw, tussen al die waterstaatsmannen? Geen probleem. Al helpt het waarschijnlijk wel dat je, zoals zij, wiskundige bent.
Walraven zelf is als Hans Brinker 2.0 het absolute tegendeel van Hansje Eerste Versie. Niet alleen steekt hij geen enkele vinger in de dijk, bovendien doet hij in geval van dreiging in principe… niets. Een hoofdrol is namelijk weggelegd voor iets dat in het zenuwcentrum van de kering zachtjes staat te zoemen. Even voorstellen: het Beslis- & Ondersteunend Systeem. Zeg maar BOS.
Ergens in de protocollen staat met zoveel woorden: ‘BOS is BOSS’. BOS doet alles zelf. Het signaleert de dreiging, alarmeert, beslist, en sluit beide Europoortkeringen volautomatisch.
Tot zover de theorie. Maar de praktijk is weerbarstig. Bij ingebruikneming van de kering ging men nog uit van de absolute onfeilbaarheid van Het Systeem. Inmiddels heeft men ingezien dat ook een systeem mensenwerk is, zodat in feite ook the boss een baas heeft: Walraven. Uiteindelijk is hij, de LKP (Leider Keringproces), de man die erover gaat.
Een keringsinstallatie mag dan technisch al interessant genoeg zijn, minstens zo fascinerend is de rol van de mens als eeuwige spelbreker of als redder te midden van al het wetenschappelijk vernuft. Net zoals in het complexe geheel van onze fysieke verdedigingswerken tegen het water de ketting even sterk is als de zwakste schakel, zo spelen daarbij ook mensen een rol. Ergens in het keringscomplex hangt bij iemand een A4-tje aan een kast. Daarop de tekst: ‘Mensen zijn niet lastig, ze zijn verschillend. En dat kan behoorlijk lastig zijn’.
Bovendien zijn niet alleen mensen verschillend, datzelfde geldt ook voor instanties. En een stormvloedkering mag dan officieel geen instantie zijn, het heeft er wel de schijn van. Zo kan de Maeslantkering botsen met de belangen van het Rotterdamse Havenbedrijf. Een kering in de Nieuwe Waterweg keert immers niet alleen water, maar ook een kolossale geldstroom. Zelfs al zijn de criteria voor sluiting absoluut, en lijkt het belang van een noodzakelijke sluiting voor alle partijen evident, dan nog is er meer dan voldoende potentieel voor frictie. Daarom is het een prima zet geweest het Havenbedrijf meer te betrekken in het keringsproces dan het simpelweg alleen te informeren dat een sluiting ophanden is. Daardoor is het makkelijker het belang van de ander in te zien en niet in loopgraven plaats te nemen.
Een tweede aspect, dat in toenemende mate de aandacht vraagt, is de ‘strijd’ tussen de mens en steeds autonomer opererende systemen. Zo was het ooit nog uitsluitend het terrein van pure science fiction, maar inmiddels wenkt zelfs voor de gewone mens bijvoorbeeld al het scenario dat ooit onze auto zichzelf zal besturen, zonder onze tussenkomst. Bij de Maeslantkering geldt al jaren het principe van ‘BOS is BOSS’. Behalve als…
Maar voor alsnog zelf ingrijpen moet je wel sterk in je schoenen staan. Dat werd in 2002 al eens dramatisch geïllustreerd door een vliegtuigbotsing bij het Bodenmeer. Die ramp had voorkomen kunnen worden als men geautomatiseerde systemen hun gang had laten gaan, maar mensen van vlees en bloed grepen met fatale gevolgen handmatig in. Onbegrijpelijk was dat niet. Zolang ze het laatste woord wordt gegund, is het onmenselijk van mensen te verwachten hun handen op de rug te houden als ze menen dat het geautomatiseerde noodlottig uit zal pakken.
Interessant in dit verband is ook wat mogelijk cultureel bepaalde verschillen zijn. In stormvloedkeringsland bestaat er een internationaal beheerdersnetwerk onder de naam I-STORM. Daarbij bleek dat met name de Engelsen huiveren bij alleen al de gedachte aan een principe als ‘BOS is BOSS’. Op het oog analoog aan hun eilander-achtige weerzin beslissingsbevoegdheid af te staan aan derden. Uiteraard is het bij een systeem als het BOS in zoverre nog steeds de mens die beslist aangezien die zelf de parameters in het systeem heeft ingebracht. Maar in het algemeen ontstaat toch het gevoel dat de mens door de toenemende complexiteit de controle dreigt te verliezen. In een tussenfase zal in toenemende mate ons gezond verstand verwarrend oog in oog komen te staan met het besef dat we zelf alle variabelen niet meer kunnen overzien. Wellicht is het toeval dat juist ook de Engelse fysicus Stephen Hawking zich buigt over de gevaren van autonome kunstmatig intelligente systemen, maar in elk geval dringt het dilemma zich steeds verder op.
Wat ‘zijn’ stormvloedkeringen betreft is in de beleving van Marc Walraven de menselijke controle intact. Sterker, hij heeft juist terrein teruggewonnen op het autonome systeem. Al zet hij daarmee onder het dilemma in feite wel een dikke streep.
Al is het misschien vragen naar natte vingerwerk, wat voor cijfer zouden Walraven en Lassing geven voor onze veiligheidssituatie van dit moment? Lassing houdt het op 7 à 8, Walraven op 8 à 9. Daarbij zit volgens hen het gaatje naar de 10 technisch gezien niet zozeer in de keringen als wel in de dijken.
LKP Walraven staat naast een indrukwekkend, tot in detail uitgewerkt procedureschema aan de wand. Hij ligt niet wakker van het idee dat als het moment daar is ‘zijn’ Maeslant zal weigeren dicht te gaan. De Maeslantkering is een zogeheten probabilistisch ontwerp, waarbij vrijwel alle onderdelen zijn opgenomen in kansberekeningen en risico-analyses. Bovendien zijn alle medewerkers door en door getraind. In een eerdere fase was er nog sprake van een onacceptabele faalkans, nog ongunstiger dan één op de vijftig sluitingen. Momenteel gaat men uit van één op de honderd.
Ook gelooft Walraven niet dat onze Hollandse droge voeten hun langste tijd hebben gehad, zelfs niet bij een angstaanjagend fenomeen als het smelten van de Groenlandse ijskap, zolang dat maar geleidelijk gaat. Onrustiger wordt de LKP bij de gedachte dat De Perfecte Storm zich hier gaat voordoen zonder hem. Niet dat we dan in acuut gevaar zijn. De procedures staan stijf van de back-ups, hemzelf inbegrepen. Nee, het is meer dat Walraven dat moment voor geen goud zou willen missen. Stel je eens voor: na al die voorbereiding nadert een muur van water ons lage land. En Hans Brinker 2.0 zit dan net in Patagonië…
*
-De Maeslantkering kwam als laatste van de Deltawerken gereed in 1997, terwijl al direct na de ramp van ’53 begonnen werd aan de eerste: de Hollandsche IJsselkering.
-De Maeslant is in diverse opzichten het tegendeel van de hier al eerder besproken Mose-kering, die momenteel bij Venetië in aanbouw is. Bij de Mose bevinden de keringsdeuren zich permanent op de bodem van de keringslokatie. Door het water in de deuren te vervangen door lucht komen ze omhoog. Bij de Maeslantkering worden de deuren door ‘vakwerkarmen’, draaiend rond kolossale bolscharnieren, boven de lokatie gebracht en daarna afgezonken door ze te vullen met water.
-Hoogte deuren: 22 meter
-Lengte per deur: 210 meter
-Lengte per vakwerkarm: 237 meter
-Doorsnede scharnieren: 10 meter
-Maximaal op te vangen druk per scharnierfundatie: 70.000 ton
-Sluitingstijd: 2,5 uur
-Elk jaar vindt er één zogeheten ‘functioneringssluiting’ plaats, zichtbaar voor publiek.
-Soms zou je bijna vergeten dat in ons land het gevaar van twee kanten komt: als bij sluiting van de kering de rivierwaterdruk hoger wordt dan die uit zee, gaat de kering weer open.
-Onder de naam Hansje Brinker BV is een bedrijf actief dat per satelliet o.m. de toestand van dijken analyseert.
-Hand opsteken: wie kent het verhaal van Hans Brinker helemaal?
Websites:
www.keringhuis.nl
www.I-STORM.org
www.hansjebrinker.com
*
© 2013 Joost Overhoff