De Vos

paradijs

La Volpe – De Vos

Daar lag ze. In een kistje. Ik stond paf.
We kenden haar wel, althans haar familie. Zelfs al zag je haar zelden, je wist dat ze ergens was. Haar bestaan kon dus geen verrassing zijn. Maar wat deed ze in dat kistje, wat deed ze in de schuur?
Wat ze daar deed? Simpel: relaxen. Relaxter kon haast niet. Even bewoog ze, heel even maar, toen ze merkte dat ik haar in de gaten had. Want het scheelde weinig of ik had haar over het hoofd gezien.
Ik was even de schuur ingelopen om iets te pakken en was al bijna weer buiten, toen…
Hoe kwam het eigenlijk? Voelde ik dat er in die schuur nóg een hart klopte? Was dat het waardoor ik nog eens omkeek? Of registreerde ik in mijn ooghoek dat er aan het vertrouwde silhouet van dat kistje tegen het raam iets was toegevoegd? Twee driehoekjes, afstekend tegen het licht.
Hoe dan ook, die twee pyramidetjes zaten aan iets vast. Het waren de uitersten van la volpe. In het kistje zat een vos.

Vos2.L

‘Wat doe jíj hier?!’, hoorde ik mezelf zeggen. In het Italiaans. In de wonderlijke veronderstelling dat ik ook in die taal een antwoord kon verwachten.
Maar het vosje zei niets. Ze piepte niet, blafte niet, bewoog niet. Ze keek me alleen aan. Alert, maar rustig.
La volpe. In het Italiaans heeft de vos de vrouwelijke vorm. Dat kwam me nu heel natuurlijk voor. Hoewel in de folklore van vele culturen de vos niets schattigs heeft, leek deze de lieflijkheid zelf. Iets zachters kon er niet bestaan. Pure onschuld in een kistje.
Gedeelde paf is dubbele paf. Ik haalde mijn vrouw. En de camera. Zouden die oren er vandoor gaan in de tussentijd? Nee. Ze was er nog. Even.
Toen stond ze op. Rekte zich uit, als een poes. En demonstreerde hoe ze haar relaxplek had bereikt. Ze werkte zich door het raam naar buiten. Een wonder. Zó klein was die kier, dat je zou zweren dat nog geen halve vos er tussendoor kon komen.
Eenmaal zelf in de open lucht, keek ik voorzichtig om de hoek waar ze te verwachten viel. Zij, op haar beurt, deed hetzelfde. Een klein, onderzoekend koppie verscheen, precies tegelijk met het mijne. Maar het hare trok zich meteen weer terug. Nu ik buiten was, ging zij juist weer naar binnen.
Daar zat ze, opnieuw. In dat kistje. Maar nu, van de andere kant bekeken, zag ze er opeens ook anders uit. Meer Reinaert. Aanzienlijk meer.
Met een blik waar kippen kippenvel van krijgen.

Vos3.L

Alle Details