I Gladiatori / De Gladiatoren
Gladiatoren?! Waar? In de keuken.
Spinnen zijn net vissers. Althans, die van vroeger. Lowtech. Je gooit je net uit, maar wat komt erin? Je droomt van een dikke, vette vlieg. En wat krijg je, na héél lang wachten? Iets dat je je leven kan kosten. In plaats van een zorgeloze maaltijd ontspint zich een ware gladiatorenstrijd.
‘Zij die sterven gaan groeten u!’, gold lang als de standaardkreet waarmee gladiatoren aan de slag gingen. In feite riepen ze het misschien maar één keer. Tegen keizer Claudius, die daarop droogjes zei: ‘Of niet’. Want dat sterven zat er wel dik in, maar zeker was het niet. Overwinnaars kregen vaak respijt, tot een volgende keer.
Maar ook kon het dus gebeuren dat een overwinning alleen postuum op je cv terechtkwam. Precies zo was het in de keuken. Ging één van de twee het winnen, of geen van beide? Ik zag ze pas toen het gevecht al een eind op streek was, een gevecht op leven en dood. Eén van de twee had de strijd al verloren, maar daarmee was het allerminst voorbij. Degene die op punten een straatlengte voor stond, riskeerde nog steeds zijn leven.
In het web van de spin hing een schorpioen. Een Euscorpius italicus, een letterlijk ‘Italiaanse schorpioen’. Dat laatste interesseerde alleen mij, de spin had iets belangrijkers aan zijn hoofd. Hoe maakte hij er een hapje van zonder er zelf aan onderdoor te gaan? Een Italiaanse schorpioen mag dan klein zijn, voor de spin was het een levensbedreigende prooi.
Aan alles was duidelijk dat de ‘visser’ zich de risico’s van zijn vangst heel goed bewust was. Bovendien bleek hij op de hoogte van het feit dat zo’n schorpioen vooral uit twee delen bestaat: de staart en de rest. Zelf was de spin er een van het type ‘klein lijfje, lange poten’. Het soort poten dat een schorpioen met zijn scharen zo door kan knippen, zou je denken. Maar misschien kan een schorpioen met die scharen wel helemaal niks, behalve een beetje belangrijk doen. In elk geval zit het dodelijke venijn hem in zijn staart. Met de gifstekel aan het uiteinde daarvan kromde dat wapen zich in opperste staat van paraatheid. Daarom was de spin wijselijk aan de voorkant begonnen. Die had hij stevig ingepakt. Zo stevig als je op het vliegveld wel bij sommige koffers ziet. Zelfs beter. Nog steeds is spinnendraad sterker dan wat wij, mensen, met hightech kunnen maken. Kortom, de schorpioen kon geen schaar verroeren. Alleen die duivelse staart. Hij dreigde ermee en viel ermee aan. Even leek het alsof hij de moed liet zakken en zichzelf de genadestoot gaf. Want schorpioenen maken er zelf een einde aan als ze in doodsnood zijn. Toch? Maar nee, dat blijkt een mythe. Aan zelfdoding doet alleen een diersoort die het gif hooguit meedraagt in de tong.
De spin, ondertussen, ging door met zijn wikkelwerk. Alsof dat nog nodig was. Hoe hij dat inpakken in het begin had aangepakt, geen idee. Zeker was dat het hem lukte zonder zijn prooi te draaien, terwijl hij zijn eigen lijf angstvallig op afstand hield. Toch, af en toe, kwam hij riskant dichtbij.
Nadat ik even weg was, hing bij mijn terugkeer de aanvaller er roerloos bij. Geen enkele beweging meer. Ik blies zachtjes tegen het web. Niente. De spin verslagen, op de valreep! Maar de schorpioen, die leefde nog.
Wat nu? In principe moet je de natuur gewoon zijn gang laten gaan, maar dit? Dat ingepakte beestje daar zo doelloos laten hangen? Maar ja, als ik ‘m zou bevrijden van het web, kon-ie dan nog wel los komen uit dat windsel? Hij was geen Houdini. Of wel? Hem daarbij helpen leek verre van simpel, maar ik kon het allicht proberen. Ik pakte een stok om ‘m uit het web te krijgen, maar daarbij bleek de spin opeens springlevend. Zijn bewegingsloze hangen was alleen een time-out. Van vermoeidheid, of hij dacht na over het vervolg. Het leek het laatste.
Ook vroeger waren de diverse gladiatoren verschillend uitgerust. Zo had je de ‘retiarius’. Die was gewapend met een net, om de tegenstander in te verstrikken. Een net, ja, dat had de spin ook. Maar net als de retiarius miste hij een schild. Geen nood, de schorpioen had het zijne. Beter gezegd, de schorpioen werd er zelf een. De spin posteerde zijn lijf met precisie aan de onderkant van het giftige beest, zó dat het hem niet meer raken kon.
Het gebeurde in een keuken zonder keizers, maar voor de retiarius kon de duim omhoog.