We zijn te gast bij VCR, een bedrijf dat jaarlijks meer dan tachtig miljoen baby’s onder zijn hoede heeft. Om te verkopen. Het zijn babydruivenstokken.
Het is warm. Te warm voor de tijd van het jaar. Dat heeft gevolgen die met het blote oog zichtbaar zijn. Héél zichtbaar. Toevallig zag ik kort geleden weer eens de film The Birds, van Alfred Hitchcock, waardoor je het van vliegende beestjes knap benauwd kan krijgen. Vooral als het er veel zijn.
Op de muren van VCR’s Experimenteel Centrum zitten geen vogels, maar wantsen. Stinkwantsen. Niet een paar, maar veel. Ze zijn een nachtmerrie voor fruitkwekers, wijnboeren en andere agrariërs. Hoe langer het warm is, hoe langer de wantsen zich blijven vermenigvuldigen, met alle gevolgen van dien.
Klimaatverandering. Voor de één is het een verslechtering, voor de ander een verbetering. Dat biedt perspectieven voor VCR: velen zullen op zoek gaan naar druivenstokken die beter passen bij de nieuwe omstandigheden. In een aantal gebieden zal druiventeelt wellicht onmogelijk worden, maar in andere gaat het dan juist pas beginnen.
Ik peil de stemming ‘in het veld’ bij Stefano Battistella van VCR en een wijnproducent die ons vergezelt. In welke alarmfase bevindt de wijnbouwsector zich? Volgens beide heren staat het sein nog zeker niet op rood. Maar kan/zal het tempo van de klimaatverandering zich niet ontwikkelen van stapvoets, via draf naar galop? De wantsen zwijgen.
Zeker, klimaatverandering is bij VCR een belangrijk aandachtspunt, maar vooralsnog gaat de grootste aandacht uit naar het ontwikkelen van druivenrassen die resistent zijn tegen de klassieke gevaren die de wijnbouw bedreigen, zoals de gevreesde schimmelsoorten valse- en echte meeldauw. Door resistentie kan het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen allerlei plagen geheel of gedeeltelijk achterwege blijven. Een grote milieuwinst en een financiële besparing bovendien, al keren nog heel wat wijnbouwers de volgorde van dit tweetal om.
VCR is een coöperatie van zo’n 250 kwekers die bij elkaar een duizelingwekkend oppervlak van tegen de vierduizend hectare exploiteren. Dat alles ter ere van drie soorten gewassen: de onderstok-moederplanten de ent-moederplanten en de uiteindelijke stekken.
Dat zit zo: alweer lang geleden verwoestte een beestje met de naam ‘druifluis’ de Europese wijngaarden die waren beplant met varianten van de druivensoort Vitis vinifera. Sindsdien moeten die Europese soorten worden geënt op Amerikaanse onderstokken om te kunnen overleven. Anders gezegd: de wijngaarden die je in Europa ziet hebben een Amerikaanse fundering en een Europese opbouw. Binnen iedere druivensoort bestaan er daarnaast weer subvarianten, die als klonen vermeerderd kunnen worden. Zo zijn er duizenden variaties mogelijk die druivenstokken opleveren die passen bij specifieke omstandigheden, zoals bodemgesteldheid, hoeveelheid neerslag et cetera.
Zodra de baby’s dat stadium ontgroeien worden ze uitgegraven en ‘gestileerd’, zoals bij deze voorbeelden van de soort Cabernet Sauvignon.
De wortels van de onderstok zijn op maat gesneden en de daarop geënte variëteit teruggesnoeid tot een drietal ‘ogen’ waaruit de plant zich verder zal ontwikkelen als hij eenmaal in de wijngaard staat. Ter bescherming zijn de ogen bedekt met een laagje paraffine.
We begeven ons naar de proefruimte om een aantal wijnen te proberen van door VCR ontwikkelde nieuwe soorten. Uniek is dat VCR aan microvinificatie doet. Daarvoor zijn vele, alweer, babyinstallaties nodig. Een soort Madurodam in wijnland.
Want je ontwikkelt variëteiten die resistent zijn, heel fijn, maar smaken de wijnen die je daarmee maakt ook goed? Wat heb je aan resistentie als je het resultaat niet wilt drinken? We proeven er een aantal.
Ze smaken correct, maar van slechts één nieuweling word ik enthousiast. Daarbij moet wel worden bedacht dat de microvinificatie – het wijnmaken in het klein – strikt neutraal gebeurt en dat de druivenstokken in kwestie niet per definitie in de meest optimale wijngaarden staan. Kortom, testen zoals deze geven een indicatie, maar er is ruimte voor verbetering. Zo bezien geen slecht resultaat. Alleen: gaat de consument wijn drinken die minder smaakt dan andere als dat voor het milieu beter is? Of: gaat de consument wijn drinken die beter smaakt als dat het gevolg is van ‘gentech’?
Vooralsnog is de veredeling van de druivenrassen uitsluitend het gevolg van ‘ouderwetse’ kruising. VCR heeft al wel toestemming om onderzoek te doen op het gebied van andere vormen van genetische manipulatie, maar voor commercieel gebruik is dat in de EU nog verboden.
Traditionele kruising is uiteraard ook onnatuurlijk: François en Truus worden immers door derden bij elkaar in bed gelegd. Bovendien heeft het als nadeel dat het een traag proces is, afhankelijk van de groeiseizoenen. Moderne genetische manipulatie heeft daarentegen zo zijn risico’s. Daarbij moet worden onderscheiden tussen ’transgenetica’, waarbij genetisch materiaal overgaat van de ene soort naar de andere, en de ‘cisgenetica’ waarbij alleen wordt geknutseld aan soorteigen materiaal. Zeker voor cisgenetica ziet Battistella een toekomst, vooral omdat dat eerder kans maakt in Europa te worden toegestaan.
Los van onderzoek ‘produceert’ VCR dus die miljoenen baby’s om uiteindelijk te wortelen in wijngaarden over de hele aardbol. Het is de grootste producent van druivenstokken ter wereld.
Trouwens, zo’n zeven miljoen van die plantjes Made in Italy verhuizen jaarlijks naar Franse bodem.
‘Ssst…’
TERZIJDE
VCR – Vivai Cooperativi Rauscedo
Rauscedo is een plaatsje ten noordoosten van Venetië.
Vlakbij: de graven van Pier Paolo Pasolini en Pim Fortuyn.
Deftig voor ‘druifluis’: Phylloxera vastatrix.
De bedoelde wantsen zijn niet inheems, het zijn ‘invasieve exoten’. De Halyomorpha halys komt uit Azië.
Volgens een lokale kenner van de wijnmarkt bestaat er daarnaast een invasieve dreiging van eigen bodem en wel voor de wereldwijde wijnhit Prosecco. Deze armeluis bubbelwijn raakt in de schaduw van een kolossale berg Glera-druiven. Wat gebeurt er als de consument doorkrijgt dat hiervan bubbelwijn kan worden gemaakt die exact hetzelfde is als gewone Prosecco, maar dan nóg goedkoper?
Het enige verschil is de naam.
Misschien valt het mee. ‘Prosecco’ heeft inmiddels een merkkracht vergelijkbaar met ‘Nutella’.
En Champagne handhaaft zich ook. Met één verschil: Champagne moet het hebben van snob-appeal, terwijl Prosecco vooral groot is geworden doordat het weinig kost.
Ook op deze site:
Prosecco simpel? Vergeet het maar.